Begroting EZ: concurrentie, duurzame groei, minder regels
Herstel van vertrouwen in de Nederlandse economie is cruciaal.
Nederland moet zich hervinden na een zeer lange periode van
economische neergang. De vooruitzichten zijn daarbij voor het eerst
deze kabinetsperiode verbeterd. Om onze welvaart duurzaam op peil te
houden, werkt het kabinet aan het vergroten van het groeivermogen en
de Nederlandse concurrentiekracht. Daarom worden de overheidsfinanciën
op orde gebracht en zijn belangrijke hervormingen in gang gezet.
De lange periode van conjuncturele neergang heeft de onvolkomenheden
in de Nederlandse economie blootgelegd. Onderstaande cijfers
illustreren het achterblijvende groeivermogen in een Europees
perspectief. Vooral de lage arbeidsproductiviteitsgroei is, gelet op
de vergrijzing, een reden tot zorg.
BBP-groei en arbeidsproductiviteitsgroei Nederland in Europees
perspectief
De Nederlandse economie heeft, net als andere economieën, te maken
gehad met schokken op de olie-, valuta- en vermogensmarkten van
uitzonderlijke omvang. Vanwege het open karakter van onze economie
vraagt dit het uiterste van ons aanpassingsvermogen. Onze
concurrentiepositie is echter verslechterd als gevolg van een relatief
sterke stijging van de arbeidskosten. Daarnaast hebben onder meer de
mutaties in de pensioenpremies, het effect van de vermogensschokken op
de conjunctuurcyclus versterkt. De huidige lage groei is niet alleen
een korte termijn probleem. Het structurele groeivermogen van de
Nederlandse economie is teruggevallen van bijna 3% per jaar midden
jaren '90 tot slechts iets meer dan 2% voor de periode 2004-2007. De
vooruitzichten voor 2006 zijn overigens na een lange periode van
neergang en na ingrijpende hervormingen voor het eerst weer beter.
Onze concurrentiekracht en groeivermogen moeten groter om onze
welvaart duurzaam op peil te houden. Het kabinet richt zich daarom op
verhoging van de arbeidsparticipatie en de arbeidsproductiviteit. Om
meer mensen aan het werk te helpen wordt gewerkt aan
loonkostenmatiging en hervorming van de sociale zekerheid. Om de
productiviteit te bevorderen is op het gebied van regeldruk,
belastingen en innovatie op voortvarende wijze beleid in gang gezet.
Hervormingen vormen basis voor welvaartsgroei
In 2006 draait het bovenal om de invoering van de ingezette
hervormingen. Op diverse terreinen (o.a. aanpak strijdige regels,
verlaging vennootschapsbelasting, meer investeringen in innovatie)
zijn al concrete resultaten merkbaar, waar ondernemers direct van
profiteren. Andere resultaten van kabinetsbeleid zijn niet altijd
direct zichtbaar; structurele hervormingen gaan immers vaak gepaard
met een zekere leveringstijd. Herstel van vertrouwen in de Nederlandse
economie is een belangrijke voorwaarde voor economisch herstel.
Internationale instellingen als de OESO en het IMF spreken overigens
waardering uit voor de ingezette hervormingen. Deze maken de
Nederlandse economie over langere termijn sterker. Met deze
hervormingen wordt dan ook een belangrijke basis gelegd voor een
voortzetting van onze welvaartsgroei.
De Nederlandse hervormingen zijn in lijn met de Europese ambities om
de groei en werkgelegenheid in de Unie te vergroten. Ook Europese
hervormingen zijn cruciaal. Bijvoorbeeld de totstandkoming van de
Dienstenrichtlijn en betere EU-regelgeving. Nederland is sterk gebaat
bij economische integratie, zowel binnen de Unie als in het kader van
de WTO. De afgelopen decennia heeft dit tot een sterke toename van de
welvaart in Nederland, en heel Europa, geleid.
Het kabinet werkt, in lijn met de EU-ambities, langs drie sporen om de
Nederlandse economie weer op topniveau te laten meedoen: ten eerste
door het stimuleren van concurrentie, ten tweede door het bevorderen
van vernieuwing en innovatie en ten derde door het versterken van
ondernemerschap en ons ondernemingsklimaat. Een sleutelopgave hierbij
is de overgang naar een meer duurzame economie, onder meer door
verdere ontkoppeling van economische groei en de effecten hiervan op
het milieu. Het kabinet zet in op een besparing van 1,5 procent.
Hiertoe wordt o.a. een deel van de aardgasmeevallers (EUR 250 mln.)
ingezet voor energiebesparing, schoon fossiel (CO2-opslag) en
hernieuwbare energiebronnen (waaronder innovatieve biobrandstoffen).
1) Bevorderen concurrentie door beter werkende markten
In 2006 draait het om de uitvoering: van denken naar doen. Om de
concurrentie te bevorderen (1) richt het kabinet de
Consumentenautoriteit op en worden de bevoegdheden van de NMa
uitgebreid. Door de splitsing van de energiebedrijven wordt de
concurrentie verhoogd tussen energieproducenten. Ook streven we naar
een betere werkende elektriciteitsmarkt in Noordwest-Europa.
2) Structurele investeringen in kenniseconomie
Het kabinet investeert sterk in de kenniseconomie (2). Zo gaat
voortaan een hoger percentage van de aardgasmeevallers in het FES (ca.
50%) naar innovatie, kennis en onderwijs. Ook gaat een deel van de
extra gelden naar het stimuleren van innovatieprogramma's en
toponderzoek (141 miljoen euro). Er komt daarnaast een blijvend
programma voor de innovatievouchers (in totaal 60 miljoen euro).
Tenslotte wordt ingezet op een betere benutting van ICT (investering
van 80 miljoen euro).
3) Minder regels voor de ondernemer
Verbetering van het ondernemingsklimaat (3) wordt bereikt door meer
aandacht voor ondernemerschap in het onderwijs, een efficiëntere
verlening van vergunningen, een overheid die meer elektronisch regelt
en minder via papier en meer aandacht voor het belang van het MKB
(o.a. door een toegankelijker financiering) en de industrie. Tevens
wordt uitwerking gegeven aan 6 gebiedsgerichte economische
programma's.
Voor een samenvatting (inclusief cijfers) zie de beleidsagenda in de
begroting
FES: Forse investeringen in innovatie en duurzaamheid
De komende jaren investeert het kabinet flink in innovatie,
duurzaamheid en ruimte. Dat staat in de begroting van het Fonds
Economische Structuurversterking (FES) voor het jaar 2006. Zo wordt er
geld uitgetrokken voor onder meer de modernisering van schoolgebouwen,
enkele toponderzoeksprojecten en de kosten voor samenwerking van de
drie technische universiteiten. Verder komen er middelen beschikbaar
voor ruimtelijk-economische projecten als de Zuidas en de tolheffing.
Naast deze investeringsprojecten (investeringsimpuls) is ook besloten
de subsidies voor windmolens op zee alsnog te financieren uit het Fes.
Het gaat om een bedrag van in totaal EUR1 miljard euro aan
investeringen.
Het FES in 1995 ingesteld. Het fonds heeft als doel het financieren
van investeringsprojecten van nationaal belang waarmee beoogd wordt de
economische structuur te versterken. Voor de zogenaamde
Investeringsimpuls 2005 is binnen het Fes in totaal ruim 2,3 miljard
euro gereserveerd. Dit is het resultaat van besluitvorming in het
Paasakkoord en nadere besluitvorming bij begrotingsvoorbereiding 2006
over aanwending van de extra inkomsten in het Fes. Hierbij is tevens
afgesproken er naar te streven toekomstige meevallers in het Fes voor
circa de helft te bestemmen voor onderwijs, kennis en innovatie.
Hiermee wordt het belang van extra investeringen in innovatie, kennis
en onderwijs voor een sterke economische structuur onderstreept.
Investeringsimpuls 2005 (in EUR mln)
A. Kennis/innovatie/onderwijs
Praktijklokalen/scholenbouw 300
Beroepskolom/VVE 100
Grootschalige researchinfrastructuur 100
Innovatievouchers/IPCs MKB 60
Innovatieprogramma's/toponderzoek 500
Subtotaal Kennis/innovatie/onderwijs 1060
B. Milieu/duurzaamheid
Luchtkwaliteit 400
Duurzaamheidsenveloppe 330
Subtotaal Milieu/duurzaamheid 730
C. Mobiliteit/Ruimte/Monumenten
Bijdrage systeemkosten tolheffing 100
Zuidas 100
Monumenten (inclusief Malta) 110
Bescherming vitale infrastructuur 30
Subtotaal Mobiliteit/Ruimte/Monumenten 340
D. Reservering prijscompensatie Fes 200
TOTALE investeringsimpuls 2005 2330
Voor meer informatie en uitgebreide cijferoverzichten zie de
FES-begroting
Overzicht van de woordvoerders van Ministerie van EZ
Woordvoerder minister
Job Frieszo
(070) 379 61 20
j.frieszo@minez.nl
Woordvoerder staatssecretaris
Aletta Bos
(070) 379 60 15
a.bos@minez.nl
Woordvoerder Energie
Jan van Diepen
(070) 379 60 73
(06) 53 41 52 02
j.s.vandiepen@minez.nl
Woordvoerder Telecommunicatie en Post
Judith Thompson-Sepmeijer
(070) 379 61 74
(06) 53 64 79 32
c.j.thompsonsepmeijer@minez.nl
Woordvoerders Ondernemingsklimaat en Innovatie
Gerard Westerhof
+31(0)70 379 7079
+31(06) 46 16 61 04
G.P.M.Westerhof@minez.nl
Jelle Wils
(070) 379 64 64
(06) 53 35 11 12
j.wils@minez.nl
Woordvoerder Economische Politiek (inclusief Europa en Marktwerking)
Paula de Jonge
(070) 379 75 52
(06) 53 26 97 19
a.t.m.dejonge@minez.nl
Woordvoerder Buitenlandse Economische Betrekkingen
Ed Slinger
(070) 379 60 15
e.g.slinger@minez.nl