Begroting Verkeer en Waterstaat: de reiziger centraal, veiligheid voorop
2006 staat in het teken van de bereikbaarheid van grote steden, zowel
met de auto als de trein. Het is bovendien een belangrijk doejaar in
de inhaalslag van het achterstallig onderhoud. Het ministerie van
Verkeer en Waterstaat investeert daarnaast fors in de veiligheid,
bijvoorbeeld door 96 miljoen euro voor de aanpak van zwakke schakels
in de kust naar voren te halen. Minister Peijs en staatssecretaris
Schultz van Haegen werken hard aan een bereikbaar en veilig Nederland.
Betrouwbaar van A naar B
In 2006 gaat Verkeer en Waterstaat samen met provincies en gemeenten
acht netwerkanalyses maken van de verkeerssituatie in de drie
stedelijke netwerken in de Randstad en vijf daarbuiten. Alle vormen
van vervoer worden in hun samenhang onder de loep genomen, het
wegverkeer, ov én vervoer over water. Centraal staan een betere
toegang tot de steden en een soepelere onderlinge afstemming van bus,
trein, tram en metro, maar ook de auto en de fiets. De analyses vormen
mede de basis voor de besteding van gelden voor mobiliteitsplannen en
-beleid van gemeenten, provincies en het Rijk uit o.a. het
Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) en de Brede
Doeluitkering (BDU), het geld dat naar de regio's gaat.
Een ander specifiek stedelijk probleem zijn spoorlijnen die
verschillende steden doorsnijden en daarmee de ruimtelijke
ontwikkeling belemmeren, of de leefbaarheid en veiligheid aantasten.
Almelo en Delft zijn bekende gevallen waar dit probleem speelt,
waarvoor inmiddels knopen zijn doorgehakt. De begroting 2006 voorziet
in 300 miljoen euro tot 2020 als bijdrage in de aanpak van
vergelijkbare problemen in andere plaatsen. Het bedrag is bedoeld als
katalysator, waar nog geld van andere overheden en marktpartijen bij
moet. Samen met het ministerie van VROM, bekijkt minister Peijs waar
de problemen het grootst en het meest urgent zijn.
Betrouwbaar van A naar B reizen kan alleen over goed onderhouden wegen
en spoor. Karla Peijs heeft bij haar aanstelling een grote inhaalslag
in het onderhoud in het vooruitzicht gesteld. In 2006 gaan de
asfalteermachines flink aan de slag. Op het hoogtepunt vinden 60
onderhoudsprojecten tegelijk plaats. Daarmee is het achterstallig
onderhoud eind 2006 teruggebracht met 26%, op weg naar het einddoel
van 45% eind 2007. Het is onvermijdelijk dat al dit onderhoud
tijdelijk overlast met zich meebrengt. Om dat tot een minimum te
beperken, besteedt Verkeer en Waterstaat veel aandacht aan een
zorgvuldige planning, goede reisinformatie en intensieve samenwerking
met gemeentes, provincies en het regionale bedrijfsleven, bijvoorbeeld
met tijdelijke openbaar-vervoervoorzieningen.
Voor het spoor staan voor 2006 besluiten over de tweede fase van het
`Herstelplan' op het programma. Het gaat om de besteding van 914
miljoen euro. De rapportcijfers van reizigers en de punctualiteit
laten een stijgende lijn zien, maar recente incidenten op Amsterdam CS
tonen aan dat er nog wel veel werk aan de winkel is.
Het antifileplan ZSM (Zichtbaar-Slim-Meetbaar) zal eind 2006 helaas
nog niet helemaal gereed zijn, vanwege de uitspraken van de Raad van
State over luchtkwaliteit. Het ziet er nu naar uit dat eind volgend
jaar 200 kilometer spitsstroken klaar is in plaats van de geplande 300
kilometer. Komend jaar trekt het kabinet alle registers open om die
problemen aan te pakken met maatregelen om schadelijke emissies te
bestrijden, nieuwe wetgeving om de vaart in bouwprojecten te houden en
een stevige inzet in Brussel vóór haalbare normen en noodzakelijke
Europese (bron)maatregelen.
Doordat het gereserveerde geld voor de Spoortunnel Delft pas na 2010
nodig is, kan een aantal bouwprojecten sneller worden aangelegd. De
extra strook op de A4 is drie jaar eerder klaar, het werk aan de
Rondweg Eindhoven één jaar en de verbetering van de A4
Burgerveen-Leiden één à twee jaar. In totaal is daar 270 miljoen euro
mee gemoeid. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft verder
voor 2006 de aanbesteding van de
A2-passage bij Maastricht en de A4 Delft-Schiedam in de planning
staan.
Een andere concrete anti-filemaatregel die in 2006 op de rol staat, is
de aanstelling van 100 extra weginspecteurs. Die zorgen ervoor dat de
weg na een ongeluk sneller vrij komt voor het verkeer. Dit is een vorm
van incident management.
Voor het Schipholbeleid is 2006 een belangrijk jaar. In april 2006
geeft staatssecretaris Schultz haar oordeel over het Schipholbeleid
dat in 2003 is ingezet. Vóór de zomer geeft het kabinet bovendien een
beeld wat nodig is om de positie van Schiphol als belangrijke
internationale luchthaven in de toekomst vast te houden.
Veilig Nederland
In 2006 stelt Verkeer en Waterstaat het `Basisnet gevaarlijke stoffen'
vast voor het vervoer over de weg, het spoor en het water. Het
Basisnet schept duidelijkheid over welke vormen van risicovol
transport waar mogen plaatsvinden. Het spoor is het eerst aan de
beurt.
Voor de aanpak van de zwakke schakels in de kust komt met deze
begroting 96 miljoen euro eerder beschikbaar. Staatssecretaris Schultz
ontwikkelt een nieuwe risicobenadering om te bepalen tot welk niveau
en tegen welke prijs de overheid bescherming kan en moet bieden tegen
hoog water. Zij baseert zich hierbij onder andere op het project
`Veiligheid Nederland in Kaart'. VenW brengt in dat project samen met
de provincies en waterschappen per dijkring de kansen op een
overstroming en de gevolgen daarvan in beeld.
Anders werken: minder regels, meer kwaliteit
Anders en slimmer werken, met minder regels, en nieuwe technieken en
vormen van samenwerking: dat was ook een belangrijke inzet van Karla
Peijs en Melanie Schultz bij hun aantreden. Daarom licht VenW
systematisch alle oude en nieuwe regelgeving door en past die zonodig
aan. Automobilisten zullen bijvoorbeeld merken dat de rompslomp bij de
APK-keuring wordt teruggebracht. Ook komt er, om de uitvoering van het
waterbeleid voor de 21^e eeuw zo soepel mogelijk te laten verlopen,
één integrale waterwet, ter vervanging van de huidige acht
versnipperde wetten. Die wet leidt tot minder bureaucratie en meer
duidelijkheid. Het ontwerp van de wet gaat in 2006 naar de Tweede
Kamer. In het verlengde hiervan opent staatssecretaris Schultz in 2006
één loket waar iedereen die betrokken is bij waterbeheer terecht kan
met vragen: de Helpdesk Water. Een ander voorbeeld van vereenvoudiging
van wetgeving is het wetsvoorstel regelgeving burgerluchthavens en
militaire luchthavens dat staatssecretaris Schultz eind 2005 naar de
Tweede Kamer zal sturen. De Inspectie VenW wil tot slot eind 2007
bovendien 65 procent van de dienstverlening digitaal laten verlopen,
bijvoorbeeld de afgifte van vergunningen. Dat betekent een enorme
tijdswinst voor ondernemers.
Daarnaast besteedt Rijkswaterstaat inmiddels 70 procent van de
contracten aan in innovatieve vormen waarin de markt (de bouwers) al
in een vroeg stadium kan meedenken over de beste manier om een project
uit te voeren en te plannen. Dat betekent dat RWS steeds minder
tijdrovende en gedetailleerde plannen in de markt zet. Mede hierdoor
is het mogelijk om het VenW-personeelsbestand voor eind 2007 met 2800
terug te brengen.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat