Persbericht
20 september 2005
VROM-bewindslieden in Begroting 2006: 'Zichtbaar resultaat, helder perspectief'
Minister Dekker en staatssecretaris Van Geel richten zich in de begroting 2006 op zichtbaar resultaat en helder perspectief. Resultaat door een herkenbare, integrale ontwikkeling van gebieden, zonder extra belasting van het milieu, de veiligheid of de leefomgeving. Perspectief bieden met onder andere kansen voor Krachtige Steden en een aansprekende, innovatieve koers voor het milieu. De bewindslieden kiezen daarbij voor samenhang. Zij brengen expertise en slagkracht van de pijlers ruimte wonen en milieu samen en trekken gelijk op met andere departementen, medeoverheden, bedrijven en burgers.
Op deze manier willen zij de volgende doelen voor 2006 bereiken:
1. ruimte geven voor ontwikkeling
2. krachtige steden realiseren
3. woningbouw stimuleren
4. bijdragen aan een eco-efficiënte economie
5. invloed op internationale ontwikkelingen
6. regels die werken en betere naleving
7. een rijkshuisvesting die zorgt voor ruimtelijke kwaliteit.
De afgelopen jaren bleken gezondheidseisen en ruimtelijke ontwikkeling soms moeilijk verenigbaar. Dit was onder andere het geval bij de luchtkwaliteit in Nederland. Minister Dekker en staatssecretaris Van Geel willen de problemen niet aanpakken met meer regels, maar met slimmere instrumenten. Voorbeelden daarvan zijn de Europese emissiehandel in broeikasgassen en gebiedsgerichte ontwikkeling. De bewindslieden zullen daarnaast actiever opkomen voor de belangen van Nederland in Europa.
Een speciale rol spelen de bewoners van ons land. Het ministerie van VROM heeft hierbij oog en oor voor de problemen van burgers, bedrijven en bestuurders. Om die reden betrekken de minister en staatssecretaris burgers actief bij de ontwikkeling van beleid en stimuleren zij dat andere overheden op dezelfde manier handelen. Anderzijds communiceren zij ook helder over wat wel en niet kan en treden zij op als het collectieve belang daarom vraagt. De bewindslieden zoeken naar nieuwe evenwichten om belangentegenstellingen beter te kunnen overbruggen.
Ruimte voor ontwikkeling
Met de Nota Ruimte krijgen andere overheden mogelijkheden om meer regie te voeren op de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in hun gebied. Het Rijk zorgt ervoor dat met een beperkt aantal regels (op het gebied van bijvoorbeeld water, landschap en cultuurhistorie) de provincies en gemeenten hun verantwoordelijkheden kunnen waarmaken met voldoende oog voor de nationale belangen.
Na vaststelling van de Nota Ruimte door de Eerste Kamer streeft de minister naar een snelle uitvoering door een intensieve samenwerking met alle betrokken partijen. In september 2006 presenteert de minister een herziening van de Uitvoeringsagenda met een overzicht van alle in de Nota Ruimte aangekondigde rijksacties en programma's. Voorbeelden van grote programma's zijn de Planologische Kernbeslissing (PKB) Waddenzee, de ontwikkeling van de Zuidvleugel van de Randstad onder regie van minister Dekker, en de ontwikkeling van Almere. In 2006 en 2007 worden prioriteiten vastgelegd voor investeringen in infrastructuur en verstedelijking voor de middellange en lange termijn.
In 2006 maakt het kabinet een keuze over de inzet en verdeling van de 900 miljoen euro uit de FES-middelen (periode 2011- 2014). Het gaat daarbij om de middelen die gereserveerd zijn voor de realisatie van projecten die voortkomen uit de Nota Ruimte.
Voor de uitvoering van de Nota Ruimte krijgen andere overheden nieuwe instrumenten om meer regie te kunnen voeren op de ontwikkeling van gebieden. Onlangs ging daarvoor al de spoedwet planschade in werking. Bij de Tweede Kamer liggen inmiddels ook:
- de herziening van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en
- de nieuwe Grondexploitatiewet.
De regie van gemeenten en provincies op gebiedsontwikkeling wordt ook versterkt als de integrale herziening van de Wet voorkeursrecht gemeenten en de wijziging van de Onteigeningswet zijn aanvaard.
Het standpunt van het kabinet op het advies van de Adviescommissie Gebiedsontwikkeling volgt in het voorjaar van 2006. In dat advies is ook opgenomen hoe het kabinet een vervolg aan gebiedsontwikkeling geeft.
Verder start VROM in 2006 met een gemeenschappelijk ontwikkelingsbedrijf om als Rijk beter in staat te zijn om risicodragend deel te nemen in cruciale gebiedsontwikkelingen.
Het kabinetsstandpunt over de PKB Derde Nota Waddenzee, deel 3, stuurt de minister voor de zomer van 2006 naar de Tweede Kamer. Inspraak en advisering staan voor begin 2006 gepland.
Het Waddenfonds start in 2006. Over een periode van 20 jaar stelt het Rijk 800 miljoen euro beschikbaar voor projecten die bijdragen aan natuurherstel en -ontwikkeling, vermindering van bedreigingen, duurzame economische ontwikkelingen en verbetering van de kennisinfrastructuur.
Krachtige steden
De stad is de motor van economische, sociale en culturele ontwikkeling in ons land. Binnen het grotestedenbeleid wil de minister de economische dynamiek en tegelijk het leefklimaat in de steden versterken. Bewoners moeten het prettig vinden om in de stad te wonen, te werken en te recreëren, en bedrijven moeten er zich willen vestigen.
Om dit te bereiken, prikkelt minister Dekker gemeenten en corporaties om oude stadswijken weer aantrekkelijk te maken. De minister zet hierbij in op het vernieuwen en differentiëren van de woningvoorraad. Maar ook krijgen de gemeenten meer wettelijke mogelijkheden om overlast en criminaliteit te bestrijden. Over een paar jaar moet de stad een plek zijn waar bewoners - autochtoon en allochtoon, arm en rijk - prettig en veilig kunnen samenleven.
In de periode tot 2010 wil de minister van de totale woningproductie 110.000 woningen gerealiseerd zien in het binnenstedelijk gebied van de 30 steden die onder het grotestedenbeleid vallen. Daarvoor zet de minister ook in 2006 het Investeringsbudget stedelijke vernieuwing in. Waar stagnatie optreedt, heeft de minister impulsteams ter beschikking. In 2006 betrekken deze teams andere spelers, zoals supermarkten en scholen bij de aanpak van de wijken. Voor de 56 aandachtswijken trekt de minister 100 miljoen euro uit om problemen op te lossen.
Met de in 2005 in werking tredende Interimwet stad en milieu in handen, krijgen gemeenten meer mogelijkheden om op locaties met milieuhinder ontwikkelingen in gang te zetten. Voorbeelden daarvan zijn Arnhem Malburgen en Assen Covecoterrein. Aan de verbetering van stationslocaties draagt het Rijk in 2006 ongeveer 50 miljoen euro bij. Voor het project Zuidas Amsterdam neemt het Rijk volgend jaar een besluit over risicodragende participatie.
De ontwikkeling in de steden zal het ministerie via burgerpanels en een Europees vergelijkend onderzoek monitoren. Deze onderzoeken hebben voor gemeenten géén extra administratieve lasten tot gevolg.
Ruimte voor wonen
Naast prettig, wil iedereen in Nederland betaalbaar en veilig wonen. De individuele huurtoeslag en de bouw- en milieuregelgeving bieden hiervoor belangrijke randvoorwaarden. Maar ook de woningproductie is van belang en die begint gelukkig op stoom te komen. Minister Dekker heeft afspraken gemaakt met de stedelijke regio's om het woningtekort terug te brengen tot 1,5% in 2010. Daarvoor moeten landelijk ongeveer 90.000 woningen per jaar worden gerealiseerd. Daarvan realiseren de stedelijke regio's tussen 2005 en 2010 360.000 woningen, waarvoor zij subsidie kunnen ontvangen op grond van het Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS). In de overige delen van Nederland worden in die periode naar verwachting 85.000 woningen gerealiseerd. Om de regio's te ondersteunen bij het oplossen van specifieke knelpunten, zet de minister ook in 2006 weer aanjaagteams in. Daarnaast treden volgend jaar diverse wetten - zoals de grondexploitatiewet - in werking die gemeenten helpen om beter regie te voeren op de nieuwbouwproductie.
Als extra garantie heeft de minister met de woningcorporaties afgesproken dat zij meer investeren in nieuwbouw en verbetering van woningen. De woningcorporaties realiseren tussen 2005 en 2010 111.000 woningen en dragen jaarlijks bij aan de huursubsidie. De minister herziet daarnaast de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zodat verhuurders meer mogelijkheden krijgen een betere prijs-/kwaliteitsverhouding voor hun woningen te realiseren. In de tweede helft van 2005 biedt minister Dekker haar visie op de toekomst van de woningcorporaties aan de Tweede Kamer aan. Ook geeft zij dan in een brief aan de Kamer haar visie op de woningmarkt als geheel.
Eco-efficiënte economie
De Toekomstagenda Milieu wordt in februari 2006 aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze agenda geeft, als vervolg op het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4), een nieuwe impuls aan het milieubeleid. Zo worden er, waar nodig, praktische en haalbare acties ontwikkeld en wordt het instrumentarium gemoderniseerd.
Om klimaatverandering tegen te gaan, moet de mondiale uitstoot van broeikasgassen worden beperkt. Nederland heeft zich in Kyoto verplicht om de emissie van broeikasgassen in de periode van 2008 tot 2012 met zes procent te verminderen ten opzichte van 1990. Zo worden volgend jaar, op basis van de Evaluatienota Klimaatbeleid, zo nodig aanvullende maatregelen vastgesteld om de Kyoto-doelstelling voor 2012 te halen.
Om de uitstoot van CO2-emissies in het verkeer te beperken, en zo de klimaatdoelstelling dichterbij te brengen, zet het kabinet in lijn met Europees beleid stevig in op het gebruik van biobrandstoffen. Vanaf 2007 zullen aanbieders van brandstof in Nederland verplicht zijn om 2% van hun brandstoffen in de vorm van biobrandstoffen aan te bieden. In 2006, dat geldt als een overgangsjaar, trekt het kabinet 70 miljoen euro uit om mengsels met 2% biobrandstof fiscaal te stimuleren, zodat deze mengsels in prijs kunnen concurreren met ongemengde fossiele brandstoffen. Om het rendement van biobrandstoffen in de toekomst te verbeteren, gaat het kabinet tevens innovatie van biobrandstoffen stimuleren.
Het kabinet heeft recent besloten dat er extra wordt geïnvesteerd in een meer duurzame energiehuishouding om in de toekomst minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen en om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Een bedrag van 250 miljoen euro is gekoppeld aan de besluitvorming over het openhouden van de kerncentrale Borssele, die eind van dit jaar moet worden afgerond. De middelen worden ingezet voor energiebesparing, schoon fossiel (CO2-opslag) en hernieuwbare energiebronnen (waaronder innovatieve biobrandstoffen). Beoogd wordt het klimaatvoordeel - beperking van CO2-uitstoot - van het openhouden van Borssele te verdubbelen. Als onderdeel van deze besluitvorming voert het kabinet gesprekken met energiebedrijven over een substantiële bijdrage van hun kant.
De lucht in Nederland wordt steeds schoner. Ondanks grote inspanningen kan Nederland echter op veel plaatsen nog niet voldoen aan de Europese normen voor fijn stof en stikstofoxiden. Het kabinet zet zich maximaal in om deze ongewenste situatie aan te pakken. Zo trekt het kabinet veel geld uit om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren. Dat geld komt bovenop de al aangekondigde maatregelen uit de Nota verkeersemissies. In totaal is er 900 miljoen euro voor de periode 2005-2015 beschikbaar om de luchtkwaliteit te verbeteren. Hiermee wordt onder meer een subsidieregeling bekostigd om roetfilters achteraf in te bouwen in bestaande vrachtauto's, personenauto's, diesellocomotieven, binnenvaartschepen en mobiele machines. De subsidieregeling voor nieuwe dieselpersonenauto's gaat ook gelden voor nieuwe bestelauto's en taxi's. Schoner lokaal vervoer wordt gestimuleerd en er komt een stimuleringsregeling om schone Euro4 en -5 vrachtauto's eerder de weg op te krijgen.
Daarnaast wil de staatssecretaris met nieuwe wetgeving luchtkwaliteitsknelpunten aanpakken via een zogenoemde gebiedsgerichte, programmatische aanpak. Het wetsvoorstel Luchtkwaliteit waarin dit wordt geregeld, ligt bij de Raad van State.
Staatssecretaris Van Geel biedt in 2006 het vervolg op de nota Nuchter Omgaan met Risico's aan de Tweede Kamer aan. Als uitvloeisel van die nota wordt een coördinatiepunt voor communicatie met burgers en onderzoek naar gezondheidseffecten opgericht. De overheid zal vaststellen hoe om te gaan met de bij buisleidingen betrokken economische, ruimtelijke en veiligheidsbelangen. Voor versterking van de veiligheid van burgers langs routes waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, laat staatssecretaris Van Geel nieuwe regels ontwikkelen.
Internationale agenda
Europa bepaalt de kaders voor het Nederlandse milieubeleid. De staatssecretaris van VROM brengt tijdig gevolgen van nieuwe regelgeving in beeld, zodat een bewuste afweging van belangen kan plaatsvinden.
In 2006 werkt de staatssecretaris de Europese (en mondiale) milieuagenda uit. Daarmee wil hij een sterke positie krijgen in de Europese besluitvorming. Het gaat dan om de prioritaire dossiers luchtkwaliteit, Lissabon, klimaat, biodiversiteit en registratie van gevaarlijke stoffen. Staatssecretaris Van Geel bepleit in Europa in ieder geval scherpere emissie-eisen voor verkeer, landbouw en industrie als het gaat om de luchtkwaliteit. Ook dringt hij aan op aanpassing van onhaalbare luchtkwaliteitsnormen.
Minister Dekker wil de ruimtelijke structuur van Nederland in Europees verband (de Rotterdam Agenda) versterken. De Lissabonambitie voor duurzame economische groei is daarvoor de aanleiding. Voor de minister zijn de Nota Ruimte en de Europese Milieuagenda richtinggevend. De Rotterdam Agenda moet worden doorvertaald in onder meer de EU-programma's voor Europese Territoriale Samenwerking.
Modernisering regelgeving en betere naleving
Minister Dekker en staatssecretaris Van Geel willen regels die werken en die lasten beperken. Door duidelijker en eenvoudiger regels willen zij burgers en bedrijven stimuleren op een verantwoorde manier bij te dragen aan de ontwikkeling van Nederland. Daarvoor schrappen zij in totaal 200 van de 400 regelingen.
De belangrijkste nieuwe regeling is de omgevingsvergunning. Met één vergunningaanvraag voor bouwen, ruimtelijke ontwikkeling en milieu, wordt de dienstverlening aan burgers en bedrijven sterk verbeterd. In 2006 stuurt minister Dekker het wetsvoorstel hiervoor naar de Tweede Kamer. In 2005 en 2006 voert het ministerie met gemeenten en provincies, maatschappelijke organisaties en burgers overleg over de nieuwe vergunning.
Staatssecretaris Van Geel stuurt in 2006 de nieuwe algemene milieuregels naar de Raad van State. Met deze nieuwe regels vervalt de vergunningplicht voor minimaal 20.000 bedrijven. De staatssecretaris biedt ook in dat jaar een wetsvoorstel voor vereenvoudiging van de regels voor de milieueffectrapportage aan de Tweede Kamer aan.
Tot slot publiceert de minister in 2006 het Gebruiksbesluit. Hiermee komen er uniforme regels voor het brandveilig gebruik van gebouwen.
Om de toezichtstaken effectiever en efficiënter uit te voeren, gaat de VROM-Inspectie meer samenwerken met andere toezichthouders. Bijvoorbeeld in de vorm van ketenhandhaving bij risicovolle afvalstromen en gevaarlijke stoffen. Door samen te werken met andere rijksinspecties en met andere overheden kan op termijn de toezichtlast voor burgers en bedrijven afnemen met 10 tot 25%. Denk daarbij aan een structurele uitwisseling van digitale gegevens. Ook wordt in 2006 gekeken hoe de inspectie selectiever te werk kan gaan door andere vormen van monitoring en inspectiemethodieken. Bijvoorbeeld door steekproeven met behulp ven risicoprofielen en door te helpen bij het naleven van de VROM-regels (compliance assistance). Bij de Tweede Kamer ligt een voorstel voor wijziging van de Woningwet dat vooral bij de gemeenten moet leiden tot een betere handhaafbaarheid van de bouwregels.
Naast de reguliere onderzoeken naar de uitvoering van de VROM-regels door gemeenten en provincies, doet de inspectie in 2006 een aantal themaonderzoeken, waarin speciale aandacht wordt besteed aan luchtkwaliteit, externe veiligheid, illegale bewoning en huisvesting van statushouders. Ook wordt onderzoek gedaan naar de (brand)veiligheid van (categorieën) utiliteitsgebouwen, zoals discotheken, studentenhuizen en groepsaccommodaties.
De VROM-Inspectie investeert tot slot nadrukkelijk in het aantoonbaar voorbereid zijn op en adequate beheersing van optredende crises.
Rijkshuisvesting
De Rijksgebouwendienst (Rgd) draagt met rijkshuisvestingsprojecten bij aan duurzame kwaliteit en veiligheid van gebouwen, en aan de ruimtelijke kwaliteit van stedelijke gebieden. Dit doet de dienst door de ontwikkeling van nieuwe projecten op grond van de vraag naar huisvesting en initiatieven naar gemeenten en private partijen tot herbestemming van overtollige rijkskantoren. Bij een aantal aansprekende projecten wordt in 2006 aangegeven hoe het rijksbeleid is toegepast. Door middel van onderzoek en door toepassing van innovatieve energiebesparende technieken in rijksgebouwen wil de Rgd een voorbeeld zijn voor de Nederlandse bouwsector.
Op het gebied van publiekprivate samenwerking (PPS) heeft de Rgd een start gemaakt. De PPS-aanbesteding van de renovatie van Financiën loopt, de gunning staat gepland voor maart 2006. Ook een aantal andere projecten zal binnenkort zo breed mogelijke aanbesteed worden (niet alleen nieuwbouw of renovatie, maar ook ontwerp, financiering, onderhoud en/of facilitaire dienstverlening). Het gaat dan bijvoorbeeld om het belastingkantoor in Doetinchem, het detentiecentrum op Rotterdam Airport en een nieuwbouwproject (De Nieuwe Inrichting) van het ministerie van Justitie op een nog nader te bepalen locatie.
Het komend jaar werken de Rgd en zijn stakeholders aan een grotere efficiëntie en een betere sturing van het rijkshuisvestingsstelsel. De aanleiding hiervoor is de evaluatie van het rijkshuisvestingsstelsel en het standpunt van het kabinet daarover.
De cijfers voor 2006
De totale VROM-begroting beslaat voor 2006 3,416 miljard euro. Daarvan wordt naar verwachting ruim de helft (1,902 miljard euro) aan huurtoeslag uitgegeven. Naast de huurtoeslag is nog een aantal andere grote posten in de begroting opgenomen. Zo staat stedelijke vernieuwing voor 311 miljoen euro in de boeken. Om de woningproductie op te krikken, is 122 miljoen euro opgenomen. Voor bodemsanering staat 120 miljoen euro beschikbaar, voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen 76 miljoen euro en voor geluidsreductie 31 miljoen euro. Voor algemene milieusubsidies zoals het programma milieu en technologie is er 70 miljoen euro. Handhaving van regelgeving staat voor 64 miljoen euro in de boeken. De begroting van baten en lasten van de Rijksgebouwendienst bedraagt ongeveer 1,2 miljard euro. Voor de in 2006 in werking tredende Nederlandse Emissie autoriteit bedraagt dit ruim 4 miljoen euro.
Zie ook
Bekijk de VROM-begroting 2006 op http://www.rijksbegroting.nl/vrom
Begrotingsspeech minister Dekker: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=21442
Begrotingsspeech staatssecretaris Van Geel: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=21443
Dit is een publicatie van: Ministerie van VROM
Rijnstraat 8 - 2515 XP Den Haag
Ministerie van VROM
Staat voor ruimte, wonen, milieu en rijksgebouwen. Beleid maken, uitvoeren en handhaven.
Nederland is klein. Denk groot.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer