Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

Datum
20 september 2005
Ons kenmerk
IVW/DV/Dir 05-52981
Doorkiesnummer

Bijlage(n)

1
Uw kenmerk

Onderwerp
Rapport MTBE Spoorincident te Arnhem

Geachte voorzitter,

Conform mijn toezegging van november 2004 bied ik u hierbij het onderzoeksrapport van de Inspectie Verkeer en Waterstaat aan inzake het spoorincident te Arnhem op 22 november 2004 met een trein geladen met Methyl-tert-butyl-ether (MTBE).

Uit het rapport kan met een aanzienlijke mate van zekerheid worden geconcludeerd dat het desbetreffende vervoer van MTBE veilig heeft plaatsgevonden. Deze conclusie en de eerder opgedane inspectie-ervaringen vormen voor de Inspectie Verkeer en Waterstaat geen aanleiding om het toezicht op het vervoer van MTBE aan te scherpen.

Ik vertrouw erop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs

|                                 |Rapport                          |
|                                 |                                 |
|                                 |                                 |
|                                 |Datum                            |
|                                 |Juni 2005                        |
Naschrift MTBE incident Arnhem

Inhoudsopgave


1 Inleiding 3


2 Toelichting op MTBE 4

2.1 Wat is MTBE? 4

2.2 Wat zijn de gevaarseigenschappen? 4
2.3 MTBE milieuproblematiek 4
2.4 Gezondheidsrisico's 5


3 Productie en vervoer van MTBE 6
3.1 Productielocaties van MTBE in Europa 6
3.2 Vraag en aanbod MTBE 7
3.3 Hoe ziet de vervoerstroom van MTBE eruit? 7 3.4 Toezicht op het vervoer van MTBE 7


4 Toelichting incident Arnhem 8


5 Bevindingen Inspectie VenW en andere diensten 9


6 Oordeel Inspectie VenW 10

Bronnen 11

Inleiding

Op maandag 22 november 2004 raakten in het station van Arnhem enige tientallen mensen onwel. In eerste instantie leek een trein, geladen met de gevaarlijke stof Methyl-tert-butyl-ether (MTBE), de veroorzaker van de klachten. Hierop heeft de Inspectie Verkeer en Waterstaat in samenwerking met andere diensten ter plaatse onderzoek verricht. Daaruit en uit nader onderzoek bleek de trein niet te lekken en wezen wegingen uit dat er geen lading was verdwenen.

Mede omdat was gebleken dat de in Arnhem onwel geworden mensen hoge concentraties MTBE in hun bloed hadden, zette het Openbaar Ministerie het strafrechtelijke onderzoek voort. Uiteindelijk heeft het OM geen oorzaak voor het incident kunnen aanwijzen en is het onderzoek begin april afgesloten.

Deze notitie schetst een achtergrondbeeld over de stof MTBE en geeft een beknopte toelichting op het incident.

Toelichting op MTBE


1 Wat is MTBE?

Methyl-tert-butyl-ether wordt sinds 1984 in Nederland geproduceerd en sinds 1988 op grote schaal toegevoegd aan benzine als vervanger van lood als antiklopmiddel. In tegenstelling tot 'zuivere' benzine bevat MTBE, naast koolstof- en waterstofatomen, namelijk ook zuurstofatomen. Het toepassen van een zuurstofhoudende hulpstof, zoals MTBE, zorgt voor een schonere verbranding en vermindering van de uitstoot van milieubelastende stoffen. In de Europese Unie is het maximaal toegestane gehalte van MTBE in benzine 15%.


2 Wat zijn de gevaarseigenschappen?

De stof Methyl-tert-butyl-ether is een kleurloze brandbare vloeistof met een typerende geur. De dampen zijn zwaarder dan lucht, hopen op in afgesloten of ondergrondse ruimten en vormen brandbare/ explosieve mengsels met lucht. De stof is sterk ontvlambaar, met een hoge kans op brand. Voorts heeft de stof een sterk ontvettende werking. MTBE is door de Verenigde Naties geclassificeerd als een gevaarlijke stof (UN 2398).

MTBE werkt irriterend op de ogen, de neusslijmvliezen en de luchtpijp. Tevens kan het inwerken op het centraal zenuwstelsel met als gevolg hoofdpijn en misselijkheid. Herhaalde of langdurige blootstelling aan de huid kan zorgen voor rood worden, irritatie en huidontsteking, voornamelijk door een ontvettende werking. Met name in gesloten of slecht geventileerde ruimtes, kan te lange blootstelling aan MTBE, naast de vorengenoemde effecten, duizeligheid met verlies van bewustzijn tot gevolg hebben.


3 MTBE milieuproblematiek

In de Verenigde Staten blijkt deze slecht afbreekbare stof rond tankstations in het grondwater aanwezig te zijn in hogere concentraties dan de advieswaarden van de Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) voor drinkwater. Het EPA advies is alleen op geur- en smaakaspecten gebaseerd. MTBE is in dierproeven kankerverwekkend gebleken, maar wordt voor mensen niet als kankerverwekkend beschouwd. Er lopen in de Verenigde Staten nog wel onderzoeken hiernaar. Wegens de grondwatervervuilende rol van MTBE is de stof inmiddels in 16 van 52 staten verboden, waaronder ook de staat Californië.

De Nederlandse situatie is overigens niet vergelijkbaar met die in de Verenigde Staten. MTBE zit in Nederland minder lang in de benzine en ook is er sinds 1994 veel gedaan aan bodembeschermende maatregelen. Ondanks dit heeft TNO bij een aantal tankstations ook MTBE concentraties aangetroffen die boven de EPA advieswaarde lagen. In opdracht van de Europese Commissie is er een risicoanalyse uitgevoerd naar het gebruik van MTBE. De uitkomsten wijzen uit dat er geen aanleiding is om een verbod van MTBE voor te stellen. Vooralsnog is er in Europa alleen in Denemarken een vrijwillige uitfasering van MTBE met de sector afgesproken, deze afspraak heeft een beperkte looptijd tot 2005.

Uit onderzoek in 2001 door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat de concentratie MTBE in het Nederlandse drinkwater in het algemeen erg laag is. Voor de gevonden concentraties zijn, op basis van verschillende studies, geen gezondheidskundige effecten te verwachten. In het kader van het beperken van mogelijke schadelijke gezondheidseffecten van MTBE heeft het RIVM in 2004 op verzoek van het ministerie van VROM de risicogrenzen voor MTBE in bodem, sediment, grondwater, oppervlaktewater, drinkwater en ten behoeve van drinkwaterbereiding vastgesteld.


4 Gezondheidsrisico's

De Wereld Gezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties heeft in 1995 geconcludeerd dat het onwaarschijnlijk is dat MTBE onder normale omstandigheden kan zorgen voor acute gezondheidsrisico's in de samenleving. Daarnaast zullen de sterke smaak en geur van MTBE, zelfs bij erg lage concentraties, ervoor zorgen dat het drinkwater onsmakelijk wordt. Dit betreft echter niet een gezondheidsrisico, maar een kwestie van waterkwaliteit.

Het Internationaal centrum voor kankeronderzoek (IARC), een onderdeel van de Wereld Gezondheidsorganisatie, heeft in 1998 MTBE geclassificeerd onder categorie 3 'niet classificeerbaar met betrekking tot de kankerverwekkendheid voor mensen'. Dit betekent dat het risico om kanker op te lopen door blootstelling aan MTBE niet kon worden vastgesteld. Ter vergelijking: benzine is ingedeeld in categorie 2B 'mogelijk kankerverwekkend' en van tabak en alcoholhoudende dranken is bekend dat ze kankerverwekkend zijn (categorie 1).

Productie en vervoer van MTBE


1 Productielocaties van MTBE in Europa

MTBE wordt op 40 locaties in Europa geproduceerd. De productiecapaciteit varieert van 24.000 ton (Kremenchug, Oekraïne) tot 612.000 ton (Fos sur Mer, Frankrijk) per jaar. De geproduceerde MTBE wordt (deels) binnen de fabrieken aangewend voor de productie van andere chemicaliën of verhandeld op de vrije markt. In tabel 1 staan de locaties met hun productiecapaciteit weergegeven.

Tabel 1: MTBE Productiecapaciteit in Europa 2004:

|Land          |Plaats                            |Capacite|
|              |                                  |it      |
|              |                                  |(ton /  |
|              |                                  |jaar)   |
|België        |Antwerpen                         |387.000 |
|Bulgarije     |Bourgas                           |82.000  |
|Duitsland     |Cologne, Heide, Karlsruhe, Marl,  |485.000 |
|              |Wesseling                         |        |
|Finland       |Naantali, Porvoo                  |204.000 |
|Frankrijk     |Fos sur Mer                       |612.000 |
|Griekenland   |Aspropyrgos, Corinth              |110.000 |
|Groot-Brittann|Fawley, Grimsby, Killingsholme    |304.000 |
|ië            |                                  |        |
|Hongarije     |Szazhalmobatta, Tiszaujvaros      |139.000 |
|Italië        |Gela, Milazzo, Priolo, Ravena,    |325.000 |
|              |Sannazzaro                        |        |
|Litouwen      |Mazeikiai                         |80.000  |
|Nederland     |Botlek.......................     |591.000 |
|              |Europort......................    |98.000  |
|              |Geleen......................      |138.000 |
|              |Pernis.....................       |153.000 |
|              |Rotterdam...................      |143.000 |
|              |Totaal                            |1.123.00|
|              |                                  |0       |
|Oekraïne      |Kremenchug                        |24.000  |
|Oostenrijk    |Schwechat                         |65.000  |
|Portugal      |Sines                             |50.000  |
|Roemenië      |Midia, Onesti, Pitesti, Ploiesti  |220.000 |
|Servië        |Novi Sad                          |35.000  |
|Slowakije     |Bratislava                        |52.000  |
|Tsjechië      |Krapuly                           |92.000  |
|Wit-Rusland   |Novopolotsk                       |41.000  |
|Zweden        |Stennungsund                      |50.000  |
Bron: Lyondell op www.EFOA.org (bewerkt)


2 Vraag en aanbod MTBE

De commerciële productie van MTBE begon in Europa in 1973 en in de Verenigde Staten in 1979. In het afgelopen decennium is de vraag naar MTBE wereldwijd enorm gegroeid. In 1998 bedroeg de totale wereldwijde productiecapaciteit 23,5 miljoen ton, met een daadwerkelijke productie van 18 miljoen ton. In datzelfde jaar bedroeg het wereldwijde verbruik van MTBE grofweg 19,5 miljoen ton, hetgeen twee keer zoveel was als in 1992. Over die periode komt dat neer op een jaarlijkse groei van ongeveer 12%.

Een drijvende kracht achter deze groei was de 'Clean Air Act'; Amerikaanse milieuregelgeving ter bestrijding van luchtvervuiling. In 2000 was er een lichte groei 2000 richting de 20 miljoen ton. Tegenwoordig is de vraag gestabiliseerd wegens een afname in het verbruik in de Verenigde Staten en een toename in andere delen van de wereld.


3 Hoe ziet de vervoerstroom van MTBE eruit?

De afgelopen jaren was Europa een netto exporteur van MTBE (zowel als grondstof of verwerkt in benzine), maar door de implementatie van strengere eisen voor de kwaliteit van benzine is recentelijk de vraag naar alternatieve vermengingcomponenten met een hoog octaangehalte toegenomen. Verwacht wordt dat het verbruik van MTBE in Europa de komende jaren stabiel zal blijven. In de onderstaande tabel staan de productie, de import, de export en het verbruik van MTBE in de Europese Unie voor het jaar 2003 weergegeven.

Tabel 2: Productie, import, export en verbruik van MTBE in de Europese Unie (2003)

|Productie     |Import EU    |Export EU    |Verbruik      |
|(ton)         |(ton)        |(ton)        |(ton)         |
|2.612.000     |609.000      |539.000      |2.577.000     |
Bron: EFOA MTBE Resource Guide

In 2004 heeft Railion Nederland 25.000 ton MTBE geladen en per trein vervoerd van Rotterdam naar Duitsland en Frankrijk. Daarnaast wordt er bij overslagterminal Rotterdam jaarlijks ongeveer 500.000 ton MTBE per schip vervoerd, waarvan 250.000 ton per binnenvaartschip richting Antwerpen en Duitsland. De overige 250.000 ton wordt in Rotterdam en omstreken verwerkt in de productie van benzine of via zee doorgevoerd naar het buitenland.


4 Toezicht op het vervoer van MTBE

Het toezicht op het vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor en per binnenvaartschip wordt uitgevoerd door de Inspectie Verkeer en Waterstaat en het Korps Landelijke Politiediensten. MTBE heeft geen bijzondere aandacht.

Toelichting incident Arnhem

Op 22 november 2004 deed zich in Arnhem een incident voor met een uit Rotterdam afkomstige goederentrein die beladen was met Methyl-tert-butyl- ether. De trein is op het goederenemplacement van Arnhem stilgezet nadat bij Nijmegen en Elst een sterke geur was geconstateerd op het moment dat de trein daar passeerde. Het station is ontruimd en er zijn metingen verricht door de brandweer. Daarbij werd geen MTBE aangetroffen.

Later in de middag werden personen onwel in de trein naar Zutphen die eerder enige tijd op station Arnhem had gestaan. Ook een aantal politiemensen en spoorwegmedewerkers dat geassisteerd had bij het ontruimen van het station werd onwel. Daarop zijn wederom metingen verricht. Ditmaal ook door het RIVM. De gehele middag en avond is er gemeten, evenwel zonder resultaat. Ook een inspectie van de trein, eerst alleen vanaf de grond, later ook bovenop de wagons bracht geen lekkage(sporen) aan het licht. Wel werd geconstateerd dat één van de vier knevels van een mangatdeksel bovenop een wagon niet geheel vast was aangedraaid. Ook hier werden evenwel geen lekkagesporen aangetroffen, terwijl die bij deze lading duidelijk zichtbaar zouden moeten zijn.

Nadat was vastgesteld dat de trein veilig vervoerd kon worden, is hij in opdracht van de Inspectie teruggebracht naar de belader in Rotterdam, om door middel van weging vast te stellen of er lading verloren was gegaan. Er bleek geen meetbare hoeveelheid te missen. Hoewel de onnauwkeurigheid van de weeginstallatie 50 kg bedraagt, zou een veelvoud hiervan moeten zijn ontsnapt om de gezondheidsklachten onder de gegeven omstandigheden te verklaren. Ook een chemische analyse van de lading, een controle van de vullingsgraad en nogmaals een nauwkeurige inspectie van de wagons, die alle minder dan een jaar oud waren, brachten geen onregelmatigheden aan het licht.

Op 26 november 2004, vier dagen na het incident, is de trein door de Inspectie Verkeer en Waterstaat en door het Openbaar Ministerie dat een strafrechtelijk onderzoek was gestart, vrijgegeven.

Bevindingen Inspectie VenW en andere diensten

Het onderzoek van de Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft uitgewezen dat betreffende wagons conform de officiële bouwvoorschriften zijn gebouwd. Ook bleek uit de analyse van de ladingmonsters dat de wagons daadwerkelijk beladen waren met Methyl-tert-butyl-ether.

Tevens zijn door de Brandweer Arnhem en de ongevallenbestrijdingsploeg van Nedtrain geen lekkages van MTBE geconstateerd. Eveneens zijn er geen onregelmatigheden met betrekking tot eventuele bodem-, zijafsluiters en schroefdoppen aan de onderzijde van de wagons geconstateerd. Aan de bovenzijde van een van de wagons kon bij inspectie te Arnhem een vleugelmoer van een knevel van het mangatdeksel iets worden aangedraaid.

Aangezien er geen leksporen op de wagon zijn aangetroffen, kan dit er niet toe hebben geleid dat er MTBE is vrijgekomen. MTBE heeft namelijk een ontvettende werking en bij het vrijkomen van deze stof zouden er direct ontvettingssporen zichtbaar moeten zijn geweest. Ook zijn er bij metingen van zowel de Brandweer Arnhem, de ongevallenbestrijdingsploeg Nedtrain en het RIVM geen vrijgekomen dampen MTBE vastgesteld. Voorts zijn bij vervolgonderzoeken door de Inspectie Verkeer en Waterstaat evenmin onregelmatigheden geconstateerd ten aanzien van de wagons.

Uit het strafrechtelijk onderzoek van het Openbaar Ministerie is naar voren gekomen dat de mensen hoogst waarschijnlijk onwel zijn geworden door een hoge concentratie van de stof MTBE in hun bloed. Naast het onderzoek naar de wagons heeft het OM haar onderzoek gericht naar de aanwezigheid van de stof MTBE op het Arnhemse station en omgeving, en de omgeving waar de mensen besmet zijn geraakt. Ook in Arnhem kon geen oorzaak voor het incident vastgesteld worden.

Op de dag van het incident kwamen de eerste klachten vanuit Lent, waar de trein op dat moment passeerde. Met de klager werd een geurtest gehouden. Uit de verschillende stoffen wees hij MTBE aan. Vervolgens zijn in Lent en omgeving bedrijven bezocht en werd er een buurtonderzoek gehouden. Ook hier werd er, buiten de passerende trein, geen MTBE aangetroffen. In de loop van het strafrechtelijke onderzoek zijn vele hulpverleners, medewerkers van betrokken diensten en getuigen gehoord. Ook werd een buurtonderzoek gehouden. Bedrijven en bouwlocaties werden bezocht en de bodemsanering werd nader bekeken. Nergens werd echter MTBE van enige betekenis aangetroffen.

Het is niet duidelijk geworden waardoor de hoge concentraties van MTBE in het bloed door zijn veroorzaakt. Het Openbaar Ministerie heeft het strafrechtelijk onderzoek begin april 2005 afgesloten.

Oordeel Inspectie VenW

Het onderzoek van de Inspectie heeft uitgewezen dat de betreffende wagons conform de bouwvoorschriften zijn gebouwd.

Uit de analyse van de ladingmonsters bleek dat de wagons daadwerkelijk waren beladen met Methyl-Tert-Butyl-Ether (MTBE).

Op basis van weging van de diverse wagons kan niet worden gesteld dat lading tijdens de reis van Rotterdam naar Arnhem en vice versa verloren is gegaan. De onnauwkeurigheid van de weeginstallatie bedraagt 50 kilogram. Bij geen van de wagons is een verschil van 50 of meer kilogram vastgesteld tussen het moment van belading in Rotterdam en herweging na de reis naar Arnhem en weer terug Overigens zij opgemerkt dat met inachtneming van de omstandigheden die ten tijde van het incident aan de orde waren een veelvoud van 50 kilogram MTBE ontsnapt zou moeten zijn om de genoemde gezondheidsklachten te kunnen verklaren.

Uit het voorgaande kan met een aanzienlijke mate van zekerheid worden geconcludeerd dat het desbetreffende vervoer van MTBE veilig heeft plaatsgevonden. Deze conclusie en de eerder opgedane inspectie-ervaringen vormen voor de Inspectie VenW geen aanleiding om het toezicht op het vervoer van MTBE aan te scherpen.

Bronnen

European Commission (November 2001), Commission recommendation of 7 November 2001 on the results of the risk evaluation and the risk reduction strategies for the substances: acrylaldehyde; dimethyl sulphate; nonylphenol phenol, 4.nonyl-, branched; tert-butyl methyl ether, Official Journal of the European Communities L 319/30 4.12.2001, Brussel.

The European Fuel Oxygenates Association (April 2005), MTBE Resource Guide, Version 3, second revision, Brussel. www.efoa.org

Inspectie Verkeer en Waterstaat (April 2005), Jaarbericht 2004, Den Haag.

Inspectie Verkeer en Waterstaat (Februari 2005), Onderzoek mogelijk lekkende ketelwagen te Arnhem, Den Haag. (intern rapport)

Openbaar Ministerie (april 2005), Onderzoek naar incident station Arnhem afgesloten, Arnhem. (persbericht)

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (2004), Risicogrenzen voor MTBE (Methyl tertiair-Butyl Ether) in bodem, sediment, grondwater, oppervlaktewater, drinkwater en voor drinkwaterbereiding, RIVM rapport 711701039/2004, Bilthoven.