Nederlandse Politiebond
Samenvatting inhoud principe-akkoord
Gepubliceerd: maandag 19 september 2005.
Hieronder een samenvatting van het informele onderhandelaarsakkoord
met minister Remkes van BZK, dat op vrijdagavond 16 september bereikt
werd. Het resultaat een CAO met een looptijd van 1 juni 2005 tot en
met 31 december 2007 is volgens de onderhandelaars het verdedigen
waard.
Dat wil niet zeggen dat we alle gewenste afspraken hebben kunnen
maken. We zijn er echter van overtuigd dat we wel alle mogelijke
afspraken hebben gemaakt: meer zat er op dit moment gewoon niet in.
Inhoudelijk bevat het akkoord bovendien de nodige za- ken om trots
over naar huis te schrijven. Zo hebben we een betere vergoeding kunnen
afspreken voor het werken in de weekendnachten en een aanzienlijke
betere vergoe- ding voor het woon-werkverkeer. In sommige gevallen zal
die oplopen tot vele honder- den euro's per maand. De inspanningen van
de werkgever voor zieken en arbeidsonge- schikten worden versterkt ook
preventief. En de uitgangspunten van het huidige pre- pensioen in het
kader van de ombouw naar de vervroegd pensioen/ levensloopregeling
(VPL) zijn voor jong en oud goeddeels overeind gebleven. Zeker: we
hebben een kleine achteruitgang in het uitkeringsniveau moeten slikken
en er moet als tegenprestatie ge- durende 35 jaar 1 procent meer
gewerkt gaan worden. Maar dat is het dan ook. Alle andere
verslechteringen op dat terrein hebben we kunnen tegenhouden.
Bij het beoordelen van het eindresultaat is het van belang te bedenken
dat de onderhan- delingen plaatsvonden in ongekend lastige
omstandigheden. Het kabinet en het parle- ment hadden op sommige
onderdelen vooraf de financiële speelruimte al ernstig ver- kleind.
Daarnaast had Remkes de aanval geopend op belangrijke onderdelen van
de arbeidsvoorwaarden. Aan de ene kant moesten we dus zien te redden
wat er te redden viel en aan de andere kant waar mogelijk
verbeteringen proberen af te spreken. De massale vakbondsacties in
juni zijn voor het slagen van die operatie ontegenzeggelijk van groot
belang geweest. Zonder de toen opgevoerde druk hadden we het huidige
akkoord niet bereikt.
Er zijn ongetwijfeld collega's die vinden dat het resultaat niet goed
genoeg is. Dat we op geen enkel dossier hadden moeten toegeven. Dat de
loonparagraaf veel rianter had moeten zijn. Hen adviseren wij eens
goed om zich heen te kijken naar wat er in andere sectoren zoal uit de
onderhandelingen komt.
De komende weken houden de NPB, ACP en VMHP door het gehele land
informatiebij- eenkomsten over het informele onderhandelaarsakkoord.
Elders op de NPB-website vindt u de data en locaties. Nadat de
onderhandelaars van de bonden en de minister een formele CAO-tekst
hebben vastgesteld, volgt nog een formele achterbanraadpleging per
vakbond. Onze (bijna 46.000) leden hebben het laatste woord!
Hans van Duijn, NPB
Gerrit van de Kamp, ACP
Michiel Holtackers, VMHP
---
ZIEKTEKOSTENVERZEKERING
Maandenlang kon met de minister geen overeenstemming worden bereikt
over het ge- zamenlijk aanbieden van een aanvullende
ziektekostenverzekering bovenop de basis- verzekering die per 1
januari 2006 voor elke Nederlander van kracht wordt. Niet alleen ging
de werkgever niet akkoord met het door de bonden gewenste inhoud van
het aan- vullende pakket, ook bood hij te weinig compensatie voor
(oud-)collega's die er door de komst van het nieuwe zorgstelsel op
achteruit gaan. Beide problemen zijn zo goed als opgelost. Het pakket
dat de bonden verlangen zal worden aangeboden. De minister en de
bonden (werkgever en werknemers) gaan de nieuwe constructie
gezamenlijk ('pari- tair') besturen. Het aanbieden van een aanvullende
zorgverzekering zal niet gelden als een arbeidsvoorwaarde en dus
buiten de CAO blijven.
Compensatie actieven
De compensatieregeling wordt wel in de CAO opgenomen. Onder de
actieven zijn vooral de alleenverdieners de klos. Definitieve
berekeningen van het financiële nadeel moeten nog door het Centraal
Plan Bureau (CPB) worden gemaakt; de cijfers van de bonden worden daar
doorgerekend.
Studenten krijgen gemiddeld 240 als eenmalige compensatie. Anderen
krijgen afhankelijk van de uitkomst van de berekeningen in het eerste
kwartaal van 2006 tot maximaal 35 terug over een periode van 24
maanden als bedrag ineens (dus tot maximaal 24 x 35 = 840). Als de
cijfers van de bonden (ook) waar blijken te zijn, zal het
compensatiebedrag worden verhoogd en de compensatieperiode worden
verlengd. Zijn er kinderen onder de 18 jaar in het spel, dan zal de
compensatie minder zijn. Het financiële nadeel is dan immers ook
minder.
Compensatie post-actieven
Gepensioneerde politieambtenaren van 65 jaar en ouder moeten door de
introductie van het nieuwe zorgstelsel (lees: het verdwijnen van de
GVP) bijna allemaal veel meer gaan betalen voor hun
ziektekostenverzekering. In sommige gevallen kunnen de extra kosten
oplopen tot meer dan 1.100 per jaar. Of de vervroegd gepensioneerde
collega's tussen de 60 en 65 jaar ook zo zwaar getroffen zullen
worden, is op dit moment (nog) niet duidelijk. Afgesproken is dat zij
in dat geval aanspraak kunnen maken op dezelfde regeling als de
65-plussers.
Die regeling luidt als volgt: vanaf 2006 zal het financiële nadeel van
de gepensioneerde politieambtenaren zeven jaar lang gecompenseerd
worden. Het eerste jaar is de compensatie 100 procent, het tweede jaar
90 procent, het derde jaar 80 procent et cetera. In 2012 volgt de
laatste compensatie; die bedraagt dan 40 procent. Collega's die tussen
2006 en 2012 op een gegeven moment recht krijgen op de vergoeding,
beginnen op het compensatieniveau van dat jaar. (Iemand die in 2008
voor het eerst recht krijgt op de vergoeding, begint dus op het
compensatieniveau van 80 procent.)
Peildatum
De peildatum voor het vaststellen van het nadeel en de
gezinssamenstelling is 31 december 2005.
Wijzigingen in de gezinssamenstelling nadien kunnen positieve of
negatieve effecten hebben op de compensatie doordat kosten
respectievelijk stijgen of dalen.
LOON
Voor 2005 wilde het kabinet niets geven. De bonden verlangden een
structurele loonsverhoging van 1,25 procent vanaf 1 januari 2005. Het
is uiteindelijk 1 procent vanaf 1 juni 2005 geworden. Deze verhoging
bedraagt minimaal 25 per maand. Met andere woorden: de lagere inkomens
gaan in 2005 dus met meer dan 1 procent omhoog.
Voor 2006 verlangden we hetzelfde percentage als voor 2005. We zijn
uiteindelijk uitgekomen op een eenmalige uitkering van 250 in januari
2006 en een structurele loonsverhoging van 1 procent vanaf 1 juni
2006, ook dan met een minimum van 25. Voor de lagere inkomens is de
inkomensverbetering dus meer dan 2 procent. Aangezien de economische
cijfers van 2005 tegenvallen, is het zeer de vraag of andere sectoren
er meer weten uit te slepen.
Per januari 2007 krijgen politieambtenaren opnieuw een eenmalige
uitkering van 250 en met ingang van 1 juni 2007 een structurele
loonsverhoging die gelijk is aan het percentage van de prijsindex. Met
andere woorden: volledige prijscompensatie, hoe hoog de inflatie ook
is. Tenzij er in de eerste vijf maanden een inflatie optreedt van meer
dan 1 procent is er voor de meesten een inkomenstoename groter dan de
inflatie.
Voor 2006 geldt dat partijen zich het recht voorbehouden het overleg
te heropenen indien de pensioenpremies niet zakken tot het niveau van
2004.
Gratificatie ambtsjubileum
Per 1 januari 2006 wordt de berekening voor gedeeltelijk
arbeidsongeschikten gunstiger: hun gratificatie wordt voortaan
berekend over hun oorspronkelijke bezoldiging.
CAO à la carte
De CAO à la carte-regeling wordt aangepast met een aantal 'bronnen' en
'doelen'. De bronnen 'functioneringstoelage' en 'regeling koop en
behoud' worden geschrapt (voldoen niet aan het fiscaal criterium).
Daarvoor in de plaats komen de vakantie-uitkering, eindejaarsuitkering
en salaris. Daarnaast wordt de vakbondscontributie van CGOP-bonden als
doel opgenomen.
VERGOEDINGEN EN TOELAGEN
Verbetering reiskostenvergoeding
Op dit moment hebben we een woud aan reisregelingen. Met ingang van 1
januari 2007 zullen deze vervangen worden door één landelijke
reisregeling voor de politie, die meer rekening houdt met de
toenemende flexibiliteit die van de medewerkers gevraagd wordt. Op
deze regeling zullen geen regionale afwijkingen mogelijk zijn. Over
het woon-werkverkeer zijn de volgende afspraken gemaakt:
* Reizen met het openbaar vervoer wordt 100 procent vergoed.
* Voor reizen met openbaar vervoer en/of eigen vervoer wordt 0,18 per
km betaald. Het maximum aantal kilometers waarop deze vergoeding van
toepassing is, wordt verhoogd tot 200 km (heen en terug). De eigen
bijdrage wordt verlaagd tot 2,50 per dienst. Dus woon je 100 km van je
werk? Dan wordt de vergoeding daarvoor 737 per maand bij 22 diensten.
(De berekening: 200 x 0,18 = 36 x 22 = 792 minus de eigen bijdrage van
55 (22 x 2,50) = 737.) Daarvan is 643,33 onbelast en de rest belast.
Hondengeleiders
Hondengeleiders die voor woon- werkverkeer met de diensthond
gebruikmaken van eigen vervoer krijgen vanaf januari 2006 een bedrag
van 0,28 per km. Daarvan is 0,10 per km belast. Ze hoeven geen eigen
bijdrage te betalen. Dit is een tijdelijke voorziening in afwachting
van een landelijke regeling voor het aanschaffen, trainen en
onderhouden van de diensthond.
Verbetering operationele toelage
De operationele toelage wordt met ingang van 1 januari 2006 met 50
procent verhoogd naar 5,73 per uur. Deze verhoging is alleen van
toepassing op de weekendnachten (vrijdag, zaterdag en zondag) van
22.00 tot 07.00 uur.
LOONDOORBETALING EERSTE EN TWEEDE ZIEKTEJAAR
Op dit onderdeel hebben werkgever en werknemers allebei water in de
wijn gedaan.
Na de eerste zes maanden ziekte krijgt een politieambtenaar voortaan
een korting op zijn loon van 10 procent als hij dan nog steeds
helemaal niet werkt. Is hij alweer tussen de 0 en 35 procent van de
tijd aan de slag, dan krijgt hij een loonkorting van 6,5 procent. Is
hij alweer tussen de 35 en 80 procent van de tijd aan het werk, dan
krijgt hij een loonkorting van 2 procent. Is hij alweer voor 80
procent of meer terug op de werkvloer, dan krijgt hij helemaal geen
loonkorting. Zijn bezigheden hoeven niet zijn 'eigen' werk te zijn;
reïntegratie-activiteiten leiden ook tot verminderde loonkorting.
Na 12 maanden ziekte krijgt een politieambtenaar voortaan een korting
op zijn loon van 20 procent als hij dan nog steeds helemaal niet
werkt. Is hij alweer tussen de 0 en 35 procent van de tijd aan de
slag, dan krijgt hij een loonkorting van 13 procent. Is hij alweer
tussen de 35 en 80 procent van de tijd aan het werk, dan krijgt hij
een loonkorting van 4 procent. Is hij alweer voor 80 procent of meer
terug op de werkvloer, dan krijgt hij helemaal geen loonkorting.
Na 18 maanden ziekte krijgt een politieambtenaar voortaan een korting
op zijn loon van 30 procent als hij dan nog steeds helemaal niet
werkt. Is hij alweer tussen de 0 en 35 procent van de tijd aan de
slag, dan krijgt hij een loonkorting van 19,5 procent. (Dat is net
iets beter dan de huidige situatie.) Is hij alweer tussen de 35 en 80
procent van de tijd aan het werk, dan krijgt hij een loonkorting van 6
procent. Is hij alweer voor 80 procent of meer actief, dan krijgt hij
helemaal geen loonkorting.
Is het ziekteverzuim het gevolg van een dienstongeval, dan wordt er
geen loonkorting toegepast.
Deze situatie geldt conform wettelijke bepalingen voor ziekte ontstaan
op of na 1 januari 2004 en treedt in werking op 1 januari 2006. Er
worden geen loonkortingen toegepast met terugwerkende kracht.
KINDEROPVANG
Overeengekomen is de Regeling spaarloon politie met terugwerkende
kracht te voorzien van een deblokkeringsregeling in verband met
kinderopvang. Daarmee kunnen de kosten van kinderopvang met toepassing
van artikel 16c, vierde lid van de Wet op de Loonbelasting een fiscaal
gunstig effect hebben.
Daarnaast wijzen de bonden erop dat politieambtenaren die
gastouderschap 'in de buurt of in de familie' onder de
vergoedingsregeling van de werkgever (ook fiscaal) willen brengen op
www.gastouderservice.nl. Weinig gedoe en geheel op maat!
CAPACITEIT EN WERKTIJDEN
Keuze voor 38-urige werkweek
De mogelijkheid om te kiezen voor een 38-urige werkweek wordt per 1
juli 2011 met 10 jaar verlengd. Indien niet wordt gekozen voor deze
arbeidstijdverlenging, is 36 uur de standaard. Ook de extra
pensioenopbouw bij 38 uur werken blijft van kracht.
Verlenging arbeidstijd ten bate van vervroegde uittreding
Alle politiewerknemers gaan vanaf 1 januari 2006 structureel 1 procent
meer werken ten opzichte van het aantal te werken uren in 2005. De
arbeidswaarde van deze uren is een collectieve en solidaire bijdrage
van de werknemers aan de 'financiering' van de nieuwe regeling voor
vervroegde uittreding.
Begeeftijd
Van de reistijd van de ME bij calamiteiten en grootschalig optreden
wordt maximaal 2 uur gezien als 'begeeftijd'. Die uren tellen niet mee
in de maximale dienstijd conform de Arbeidstijdenwet (ATW). Ze gelden
echter wel als arbeidstijd en worden dus gewoon uitbetaald.
Arbeidsmodaliteiten
Zowel de vakbonden als de minister vinden dat de toekenning van
uiteenlopende werkweekpatronen de afgelopen jaren niet van de grond is
gekomen zoals bedoeld in de CAO 1997-1998. Omdat de mogelijkheid van
maatwerk op dat gebied voor de werknemers steeds belangrijker wordt,
zijn hierover aanvullende afspraken gemaakt. Afwijzing van een
bepaalde modaliteit (vier werkdagen van negen uur bijvoorbeeld) kan
voortaan alleen nog maar vanwege een 'zwaarwegend' dienstbelang. Mocht
er een geschil ontstaan tussen de medewerker en de werkgever, dan kan
dat voorgelegd worden aan een landelijke commissie waarin zowel de
minister als de bonden zitting hebben.
Roosterafspraken en Arbeidstijdenwet (ATW)
Er is een aantal afspraken gemaakt met als doel het aantal
overtredingen van de ATW fors terug te dringen. Ook afspraken over de
aanvang van een dienst na een vrije dag en het einde van een dienst
voorafgaand aan een vrije dag. Daarnaast zal er een indicatief
dienstrooster van 26 weken worden ingevoerd en moeten voortaan per
regio doelen worden geformuleerd en permanent metingen worden gedaan.
De afspraken worden opgenomen in het Besluit algemene rechtspositie
politie (BARP).
Indien nodig worden voor specifieke functies maatregelen genomen
(aanpassing normering en/of organisatie). Die zullen in het overleg
tussen de minister en de politiebonden (CGOP) tot stand komen.
Verschuivingstoelage
Met ingang van 1 januari 2008 wordt een verschuivingstoelage
ingevoerd. Het gaat om de uren die verschoven worden in het dagrooster
en de roostervrije dagen in het dienstrooster. Om goed te kunnen
bepalen hoe er tot een werkbare en effectieve regeling gekomen kan
worden, zal een pilot uitgevoerd worden. Op basis daarvan zal ook
bepaald worden hoe hoog de verschuivingstoelage moet zijn.
Nachtdienstontheffing
De regeling nachtdienstontheffing voor 55-plussers zoals
overeengekomen in de CAO 2001-2003 (ontheffing zonder dokterbriefje en
met compensatie voor het gemis van de operationele toelage) wordt met
vijf jaar verlengd. Voortaan zal het ook mogelijk zijn om een
gedeeltelijke nachtdienstontheffing aan te vragen. De nieuwe afspraak
is tevens van toepassing op de piketregeling.
POLITIE SPECIFIEK
Reorganisatie politieapparaat
Het kabinet zal naar verwachting spoedig besluiten dat de bestaande
politieorganisatie drastisch gaat veranderen. In dat proces is behoud
van werk belangrijker dan een uitkering en werkgever en werknemer zijn
daarvoor allebei verantwoordelijk. Om bij een reorganisatie de kans op
behoud van passend werk zo groot mogelijk te maken, wordt een
landelijke bemiddelingsorganisatie in het leven geroepen. Bij het
vervallen van het werk moet de werkgever binnen 12 maanden minimaal
twee keer een passende functie aanbieden. Afwijzing kan leiden tot
ontslag. Salarisgarantie wordt gegeven voor een periode van 5 jaar.
Ben je 25 jaar in dienst dat wordt het 6 jaar, bij 30 jaar 7 jaar en
bij 35 jaar 8 jaar.
Datzelfde geldt voor een ontslagbescherming indien geen passend werk
kan worden gevonden.
Overleg en medezeggenschap
In verband met de reorganisatie van het politieapparaat wordt het
regionale overleg tussen de korpsen en de vakbonden over de
arbeidsvoorwaarden het RGO met ingang van 1 januari 2007 buiten
werking gesteld. De regionale aanspraken zullen daarom
geïnventariseerd worden en op landelijk niveau tot harmonisatie van de
arbeidsvoorwaarden voor de gehele Nederlandse politie leiden. Ook
zullen de gevolgen van het kabinetsstandpunt over de commissie
Leemhuis leiden tot aanpassing van de medezeggenschap. De werkgever
zal daarvoor te zijner tijd een voorstel doen aan de CGOP.
Dienstongevallen
De uitkomst van dit zeer belangrijke dossier is dat de huidige
regeling materieel geheel in stand blijft.
Opbouw verlof bij beroepsziekte
De opbouw van verlof bij een beroepsziekte wordt hetzelfde als de
opbouw van verlof na een dienstongeval.
Waarborgfonds
Politieambtenaren kunnen in de toekomst een beroep doen op een
zogenaamd 'waarborgfonds'. Het gaat om schade waarvoor de werkgever
geen juridische verantwoordelijkheid draagt maar die toch een relatie
heeft met het werk: het ingooien van ramen door voetbalhooligans
bijvoorbeeld of het vernielen van auto's die bij het bureau geparkeerd
staan.
Vergoeding rechtsbijstand
De tegemoetkoming in de rechtsbijstandskosten conform artikel 69a
wordt zowel aan de ongeorganiseerde als de georganiseerde
politiewerknemer toegekend.
PERSONEELSBELEID
De CAO is gericht op een duurzame loopbaan. Naast de bevordering van
'fit en gezond' krijgt ook ontwikkelingsgericht personeelsbeleid een
nieuwe impuls, wordt preventie en ziekteverzuim beter aangepakt, wordt
het voorkomen van ontslag bij een reorganisatie belangrijker, wordt de
reïntegratie van zieken en arbeidsongeschikten van grotere betekenis
en worden ook de gevolgen van het nieuwe schattingsbesluit van de UWV
met een positieve insteek in de CAO meegenomen.
Fit en gezond
Iedereen bij de politie krijgt met dit onderwerp te maken. Het is de
bedoeling de algemene fit- en gezondheid te verbeteren. Om te beginnen
zal een norm worden vastgesteld waaraan iedereen moet voldoen.
Daarnaast zal een basisnorm voor de executieve medewerkers worden
vastgesteld, dat weer een niveau hoger ligt. Tot slot zal per groep
van functies worden bekeken welke gezond- en fitheidseisen moeten
gelden om die functie(s) goed te kunnen uitoefenen.
In 2012 moet iedereen aan de voor hem of haar geldende eisen voldoen.
Hierbij geldt 'willen en kunnen'. Iemand die niet kan voldoen aan de
eisen (bijvoorbeeld door een mankement) zal niet te maken kunnen
krijgen met een ongeschiktheidsontslag. Iemand die simpelweg niet wil
meewerken loopt het risico van ontslag. Uiteraard wordt bij die
beoordeling ook rekening gehouden met leeftijden.
De weg naar 2012 is voor velen eenvoudig, maar voor anderen een hele
inspanning. Er komen stimuleringprogramma's. De bonden zullen inzetten
op bijvoorbeeld gratis persoonlijk voedingsadvies, een bijdrage in de
kosten voor trainingen of de sportschool, een bonus voor degenen die
eerder dan noodzakelijk aan de gestelde eisen voldoen et cetera. Het
geheel zal in een project worden uitgewerkt. De werkgever zal een
bijdrage moeten blijven geven om het onderhoud van de verplichte fit-
en gezondheid te stimuleren. De te ontwikkelen tests zijn tot 2009
niet verplicht, daarna wel.
Ontwikkelingsgericht personeelsbeleid
De eerdere afspraken worden tot nu toe in de korpsen niet goed
uitgevoerd. De minister en de bonden gaan dat nu verplicht stellen en
hulpmiddelen aanbieden voor de korpsen. Er zal een gespreksleidraad en
bijbehorend formulier worden ontwikkeld. Door de minister zal in de
korpsen worden gecontroleerd of de gemaakte afspraken worden
uitgevoerd.
Erkenning Verworven Competenties (EVC)
In de CAO 2001-2003 is afgesproken de zittende collega's geen nadeel
te laten ondervinden van de invoering van het PO2002-diploma. In de
regio's zouden hierover afspraken gemaakt moeten worden. Dat is de
afgelopen jaren onvoldoende is gebeurd. In 2006 zal dan ook op
landelijk niveau een competentie-conversietabel opgesteld worden die
voor alle regio's gaat gelden.
ZIEKTEVERZUIM
Ziekteverzuim en de uitstroom van arbeidsongeschikten verdienen nog
meer preventieve aandacht. Korpsleidingen krijgen de opdracht ervoor
te zorgen dat ziekteverzuim en Arbobeleid voldoende worden
gecoördineerd. Geestelijke verzorging moet geprofessionaliseerd
worden. Er worden landelijke normen vastgesteld waaraan Arbodiensten
en reïntegratiebedrijven moeten voldoen. Korpsen moeten zichtbaar
maken hoe ze hun preventiebeleid in de organisatie hebben verankerd.
Nader vast te stellen instrumenten zullen de korpsen verplicht moeten
toepassen.
Reïntegratie van zieken en arbeidsongeschikten
Worden werknemers in hun inkomen bedreigd door ziekte en
arbeidsongeschiktheid, dan heeft de werkgever een toenemende
verantwoordelijkheid om aan het voorkomen van dat nadeel maximaal bij
te dragen. Indien de verzekering de kosten van de reïntegratie niet
(geheel) dekt, komen deze voor rekening van de werkgever. Elk verzuim
wordt eventueel vanaf de eerste dag beoordeeld op het nemen van
maatregelen, begeleiding et cetera. De werkgever stelt voor de zieke
politieambtenaar passende werkzaamheden beschikbaar. Als er daarbij
werkplek- of vervoerproblemen zijn, worden die voor rekening van de
werkgever opgelost.
Is er een dispuut tussen bijvoorbeeld de huisarts en bedrijfsarts over
de vraag of en in welke mate een zieke politieambtenaar kan werken,
dan wordt een onafhankelijke medische commissie ingeschakeld. De
kosten daarvan zijn voor rekening van de werkgever. De leidinggevende
blijft altijd verantwoordelijk voor de begeleiding van de zieke, maar
kan daarbij ook andere collega's inschakelen.
Gevolgen schattingsbesluit UWV
Afgekeurde collega's die worden getroffen door het zogenaamde
schattingsbesluit kunnen rekenen op een maximale
inspanningsverplichting van de werkgever om de nadelige gevolgen te
compenseren. Afhankelijk van de omstandigheden biedt de werkgever in
verband met de plotseling verhoogde verdiencapaciteit werk aan, zo
nodig op een hoger loonniveau. Dat kan ook werk zijn buiten de
politieorganisatie, zonder dat het dienstverband wijzigt. Alleen
zwaarwegend dienstbelang kan de werkgever van deze verplichting
ontslaan. Als het allemaal niet lukt, krijgt de werknemer 5 jaar
financiële compensatie.
Een bijzondere categorie vormen de voormalige collega's die ooit door
een dienstongeval arbeidsongeschikt zijn geworden en de politie hebben
(moeten) verlaten. Ook zij worden geholpen als ze zich melden nadat ze
door het schattingsbesluit ineens te maken krijgen met een terugval in
inkomen. De voormalige werkgever zal zich inspannen om ook voor deze
ex-collega's de nieuwe verdiencapaciteit te helpen invullen.
VERVROEGD PENSIOEN EN LEVENSLOOP
Het huidige prepensioensysteem van de politie zal worden omgezet in
een nieuw systeem.
De belangrijkste afspraken in dat systeem zijn:
* Executieve politieambtenaren tot en met schaal 11 kunnen sparen voor
uittreden op 60-jarige leeftijd met 76 procent van het middelloon (nu
80 procent).
* De overige politieambtenaren kunnen sparen voor uittreden op 61-
jarige leeftijd met 66,5 procent van het middelloon (nu 70 procent).
De overige onderdelen van de regeling blijven ongewijzigd. Voor de
werknemer zullen de kosten voor het sparen hetzelfde blijven als onder
de huidige AFUP-regeling.
Het nieuwe systeem kent twee onderdelen. Ten eerste wordt jaarlijks
verplicht de maximale fiscale vrijstelling voor 'vroegpensioen'
gespaard. Ten tweede wordt gespaard via het levensloopfonds. De
levensloopbijdrage van de werkgever zal als toelage worden gestort bij
het salaris. Iedereen zal zelf de keuze moeten maken of en in hoeverre
dat bedrag wordt 'doorgestort' naar het levensloopfonds.
Overgangsrecht is afgesproken voor iedereen met uitzicht op het
gebruik van de Tijdelijke Ouderen Regeling (TOR) en vervroegde
pensionering onder de zogenaamde Polisvoorwaarden FLO ook voor degenen
die op 1 januari 2005 nog geen 55 jaar oud waren. Zij behouden voor
100 procent de huidige aanspraken. Voor degenen die bij
indiensttreding 35 jaar of ouder waren, de vliegers en schaal 12 en
hoger wordt apart overgangsrecht gemaakt.
Conclusie: de grote aanval van Remkes is afgeslagen. De solidariteit
tussen jong en oud blijft overeind. Er is, afgedwongen door het
fiscaal regiem, wel ingeleverd op het uitkeringsniveau en er wordt een
extra bijdrage verlangd in de vorm van 1 procent meer werken. Degenen
die dat laatste niet willen, kunnen arbeidsduurverkorting aanvragen.
Dat kost ze dan 1 procent van het loon.
WGA-WIA
Per 1 januari 2006 wordt de WAO vervangen door de WGA/WIA. Omdat alle
regelingen die aan de huidige WAO hangen gewijzigd worden, is het
nodig nieuwe afspraken te maken. In de nieuwe situatie komen er 3
'cohorten' van arbeidsongeschiktheid, te weten: 0-35%, 36-80% en
80-100%. Alleen mensen die in de laatste categorie vallen hebben nog
recht op een 'WAO-uitkering'. Voor de andere twee cohorten moeten
afspraken gemaakt worden in de CAO. Het voorliggende principe-akkoord
bevat afspraken over het eerste cohort. Medewerkers die voor 0-35%
arbeidsongeschikt worden, krijgen gedurende 5 jaar 70 procent van hun
inkomensverlies gecompenseerd. Eventuele salarisstijgingen of
periodieken worden niet gekort op de compensatie. Voor het tweede
cohort zijn we afhankelijk van afspraken op centraal niveau. Op het
moment dat die zijn afgerond zal door de vakbonden beoordeeld worden
in hoeverre er nadere afspraken nodig zijn voor de sector politie.
WW
Mocht het zo zijn dat de WW per 1 januari 2006 wijzigt, dan zullen de
vakbonden overleg plegen over de gevolgen daarvan voor de sector
politie. De wijzigingen in de rechtpositie zullen dan per 1 januari
2007 ingevoerd worden.
Overname van deze informatie is toegestaan mits met bronvermelding. ©
19 09 2005 NPB