VVD
19 sep 2005 - Reactie op 'Verschil Maken', van staatssecretaris Van der Laan
Tweede-Kamerfractie
'Verschil maken' toont lef maar Van der Laan had nog verder moeten doorpakken.
De ambitie van staatssecretaris Van der Laan om 'verschil te maken' in de cultuursector met zijn diepgewortelde belangen van veel kunstenaars, toneel- en operagezelschappen, orkesten, musea etc. getuigt van lef. De staatssecretaris is de goede weg ingeslagen. Op een aantal zaken had de staatssecretaris nog kunnen doorpakken. De rol van de rijksoverheid bij cultuursubsidies kan nog veel bescheidener. Dat vindt Annette Nijs, woordvoerder Cultuur voor de VVD in de Tweede Kamer.
De plannen zullen de wijze waarop de cultuursubsidies in de toekomst worden verdeeld ongetwijfeld verbeteren door de versterkte rol van kunstfondsen, productiehuizen en het inzetten van visitaties. Het losmaken van de cultuurnota en de subsidiebesluiten is een zeer belangrijke stap om cultuurbeleid meer te maken dan het verdelen van een subsidiepot. De consequenties van deze stap zijn echter nog niet voldoende doorgetrokken.
Het is jammer dat de staatssecretaris de vernieuwing van de verdelingssystematiek niet heeft aangegrepen enerzijds om de rol van de Rijksoverheid niet nog veel bescheidener te maken. De VVD zal het debat met de staatssecretaris aangaan om na te gaan waar non-beleid niet beter zal uitpakken dan beleid en om na te gaan of er niet een verschuiving van de rijksrol naar provincies en/of gemeenten moet plaatsvinden.
Het is ook jammer dat de staatssecretaris de vernieuwing van de verdelingssystematiek niet heeft aangegrepen om minder aanbodgericht en meer vraaggericht te handelen door een expliciete rol te geven aan mensen die wel belang hebben bij het aanbod van kunst maar niet zelf de aanbieders zijn. De veranderingen in de Raad van Cultuur zijn weliswaar dapper, maar gaan de VVD niet ver genoeg. Het zou beter zijn deze Raad op te heffen en - in plaats daarvan - wanneer gewenst, advies te vragen niet alleen aan aanbieders en experts uit de cultuur sector maar ook aan mensen uit de kringen die cultuur genieten óf nodig hebben. Dat kunnen bijvoorbeeld zijn scholen, die leerlingen al vroeg kennis laten maken met cultuur; ondernemers uit de creatieve industrie, die zich graag vestigen in een cultureel rijke omgeving; toneel- , musea, opera en concertgangers zelf en beleidsmakers uit gemeenten en provincies. Zo ontstaat er ook een betere aansluiting met de andere cultuurbeleidsnota's van deze staatssecretaris namelijk 'cultuur en economie', 'cultuur en ruimte' en 'cultuur en school'.