IP/05/1157
Brussel, 19 september 2005
Milieu: De Commissie trekt 71 miljoen euro uit voor 89 innovatieprojecten in
17 landen
De Europese Commissie heeft haar goedkeuring gehecht aan de
financiering van 89 milieugerichte innovatieprojecten die in het kader
van het LIFE-Milieu-programma voor 2005 in 17 landen zullen worden
uitgevoerd. Deze projecten beogen de demonstratie van nieuwe methoden
en technieken voor het aanpakken van een breed spectrum van
milieuproblemen en zullen zo bijdragen tot de verbetering van het
milieu in Europa. De leiding van de projecten berust bij de
`begunstigden' of projectpromotoren, die in België, Denemarken,
Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije,
Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Roemenië, Spanje,
Zweden en het Verenigd Koninkrijk gevestigd zijn. Samen
vertegenwoordigen zij een investering van 220 miljoen euro, waarvan de
EU 71 miljoen euro voor haar rekening neemt.
"LIFE-Milieu ondersteunt de ontwikkeling van almaar efficiëntere en
innovatievere technologieën voor het aanpakken van milieuproblemen.
Tegelijk dragen deze innovaties bij tot het bereiken van de
EU-doelstellingen inzake concurrentievermogen en groei," aldus Stavros
Dimas, lid van de Commissie bevoegd voor milieuzaken.
Dit jaar heeft de Commissie via het LIFE-Milieu-programma 534
voorstellen voor financiering ontvangen, uitgaand van een scala van
overheidsinstanties en particuliere organisaties. Van deze projecten
heeft de Commissie er 89 geselecteerd, die stuk voor stuk gebruik
maken van grensverleggende technologieën voor het oplossen van
milieuproblemen.
Het thema afvalbeheer voert dit jaar de lijst aan wat betreft het
aantal geselecteerde projecten (31) en de omvang van de toegekende
EU-financiering (27 miljoen euro, wat overeenstemt met 39 % van het
totaalbedrag). Op de tweede plaats komt de vermindering van de
milieueffecten van economische activiteiten met 22 projecten
(17 miljoen euro). Bijna eenvijfde van de EU-financiering
(14 miljoen euro) is bestemd voor 17 projecten op het gebied van
duurzaam beheer van grondwater en oppervlaktewater. Twaalf projecten
betreffen duurzame bodembestemming en ruimtelijke ordening; hiervoor
wordt ongeveer 9 miljoen euro (10 % van de door de EU beschikbaar
gestelde middelen) uitgetrokken. Zeven projecten ten slotte beogen de
vermindering van de milieueffecten van producten en diensten
(5 miljoen euro).
Het LIFE-programma
LIFE is het financieringsinstrument waarmee de EU milieu- en
natuurbehoudsprojecten ondersteunt in de hele EU, maar ook in bepaalde
kandidaat-lidstaten en toetredende en naburige landen. Doel is, bij te
dragen tot de ontwikkeling en uitvoering van het EU-milieubeleid via
de financiering van specifieke acties. Sedert 1992 heeft LIFE ongeveer
2.500 projecten medegefinancierd en zodoende 1.500 miljoen euro
geïnvesteerd in de bescherming van het milieu.
LIFE-Milieu, dat innovatieve proef- en demonstratieprojecten
financiert, is een van de drie thematische onderdelen van het
LIFE-programma. De andere twee componenten zijn LIFE-Natuur en
LIFE-Derde landen. LIFE-Natuur is toegespitst op projecten die
bijdragen tot de uitvoering van de Vogelrichtlijn en de
Habitatrichtlijn en, in het bijzonder, de totstandkoming van het
Natura 2000-netwerk van beschermde gebieden dat door laatstgenoemde
richtlijn in het leven is geroepen. LIFE-Derde landen ondersteunt de
capaciteitsopbouw inzake milieubescherming in de oeverstaten van de
Middellandse Zee en de Oostzee. In de perscommuniqués IP/05/1155 en
IP/05/1156 wordt een overzicht gegeven van de projecten die in het
kader van LIFE-Natuur en LIFE-Derde landen worden ondersteund.
Het huidige LIFE-programma ("LIFE III") loopt eind 2006 ten einde. De
Commissie heeft voorgesteld om voor de periode 2007-2013 een nieuw
programma, "LIFE +" geheten, op te zetten, dat over een budget van
2,19 miljard euro zou beschikken. Dit voorstel wordt momenteel in de
Raad en het Europees Parlement besproken.
Nadere informatie
Een overzicht van de 88 via LIFE-Milieu gefinancierde projecten is
opgenomen in de bijlage bij dit persbericht. Uitvoerige informatie
over de afzonderlijke projecten is beschikbaar op:
http://europa.eu.int/comm/environment/life/project/index.htm
BIJLAGE
Overzicht per land van de LIFE-Milieu-projecten voor 2005
België - 2 projecten
Beide projecten hebben te maken met waterbeheer. In het kader van het
eerste zullen richtsnoeren voor goede beheerpraktijken inzake veilig
pesticidegebruik ten uitvoer worden gelegd om verontreiniging van het
oppervlakte- en grondwater te voorkomen.
Het tweede project moet aantonen dat een bepaalde techniek, namelijk
in situ precipitatie van metalen, een geschikte manier vormt om
grondwater dat met non-ferrometalen verontreinigd is, te zuiveren.
Denemarken - 6 projecten
Twee Deense projecten betreffen waterbeheer. Eén daarvan moet,
overeenkomstig de doelstellingen van de EU-kaderrichtlijn water , in
het stroomgebied van Odense zorgen voor een verminderde uitspoeling
van stikstof en fosfor die afkomstig zijn van landbouwactiviteiten.
Het tweede project betreft de geïntegreerde bescherming van
oppervlakte- en grondwater in drie landbouwgebieden in het centrale
deel van Oost-Jutland.
Twee projecten beogen het verminderen van de milieueffecten van
economische activiteiten. Het eerste is een proefproject dat de
bruikbaarheid zal onderzoeken van een innovatieve `biologische
afdekking' om de emissies van broeikasgassen door afvalstortplaatsen
te beperken.
Het tweede project zal aan de hand van een prototype de milieu-,
veiligheids- en commerciële voordelen demonstreren van een
koelingsysteem voor supermarkten en soortgelijke bedrijven waarbij
kooldioxide als koelmiddel wordt gebruikt.
Een eerste project op het gebied van afvalbeheer beoogt het hergebruik
van afvalwaterslib afkomstig van verbrandingsprocessen bij de
productie van beton. Het tweede zal de haalbaarheid onderzoeken van de
toepassing van afval- en rioolslib als grondstof voor de productie van
steenwol in fabrieken in Denemarken, Frankrijk, Duitsland en het
Verenigd Koninkrijk.
Estland - 1 project
Dit project past in het kader van de minimalisering van de
milieueffecten van economische activiteiten. Het wil aantonen dat
varkensmest restloos kan worden verwerkt tot een energiebron en
secundaire grondstoffen (water en meststof), dankzij een nieuwe
technologie waarbij de mest wordt vergist, het biogas voor de
productie van `groene' energie en warmte wordt benut en de
recycleerbare componenten volledig van de niet-recycleerbare worden
gescheiden.
Finland - 2 projecten
Beide projecten gaan over afvalbeheer. Het ene onderzoekt de
mogelijkheden inzake recycling van afval van elektrische en
elektronische apparaten, in overeenstemming met de EU-wetgeving ,
met bijzondere aandacht voor landelijke gebieden.
Het tweede is toegespitst op huishoudens, scholen en
kinderdagverblijven in Helsinki. Het wil de bewustwording stimuleren
en ervoor zorgen dat de hoeveelheid geproduceerd afval het niveau van
2003 niet overschrijdt.
Frankrijk - 11 projecten
Een waterbeheerproject zal de verontreiniging van water door
pesticiden verminderen door betere gewasbeschermingspraktijken, met
name door een betere regulering van de pesticidehoeveelheid die door
sproeiers wordt verspreid. De verkregen ervaring zal met partners in
Italië en Spanje worden gedeeld.
Drie projecten hebben betrekking op schone technologieën. Een eerste
betreft de demonstratie van een mechanisch - en milieuvriendelijk -
alternatief voor het chemisch frezen van panelen met een complexe vorm
ten behoeve van de lucht- en ruimtevaartindustrie.
Het tweede heeft ten doel schone technieken te ontwikkelen voor het
appreteren van textiel door middel van elektroflocculatie.
Het algemene doel van het derde project is de CO -uitstoot tijdens
het droogproces voor aardewerkproducten met 30% te verminderen.
Zes projecten hebben betrekking op afvalbeheer. Het eerste betreft het
ontwerp, de ontwikkeling en de praktijkbeproeving van innovatieve
loodvrije industriële assemblageprocédés en wil de betrouwbaarheid
onderzoeken van nieuwe loodvrije legeringen, in overeenstemming met de
Europese richtlijnen inzake afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur2 en inzake de beperking van het gebruik van gevaarlijke
stoffen in dergelijke apparatuur .
Het tweede project behelst de ontwikkeling van een proces voor het
beheer van vliegtuigwrakken. Ondanks het feit dat er steeds meer
vliegtuigen worden afgedankt (ongeveer 250 per jaar) bestaat er geen
gevalideerde methodiek voor het ontmantelen daarvan in veilige en
vanuit milieuoogpunt verantwoorde omstandigheden.
Het derde project wordt uitgevoerd in het departement van Deux-Sèvres
en wil het brede publiek en de diverse deelnemers aan het economisch
gebeuren prikkels bieden om de hoeveelheid afval in alle fasen van de
consumptiecyclus te verminderen.
Het vierde project dient de technische haalbaarheid aan te tonen van
de toepassing van ultrageluidtechnologie ter vermindering van de
slibproductie in een afvalwaterzuiveringsinstallatie.
Het vijfde zal de haalbaarheid aantonen van een innovatieve
technologie voor het recycleren van lithiumionbatterijen, die
hoofdzakelijk worden gebruikt in draagbare telefoontoestellen,
laptops, camera's, speelgoed, enz.
Het zesde behelst de vervanging van loodhoudende legeringen door
loodvrije alternatieven, teneinde "groene" elektronica beschikbaar te
maken voor militaire en luchtvaartcommunicatiesystemen. Dit moet de
naleving mogelijk maken van de "RoHS-richtlijn"3, die het gebruik van
lood in elektronische apparatuur met ingang van 1 juli 2006 verbiedt.
Het laatste Franse project betreft het beheer van de luchtkwaliteit.
Het behelst de installatie van luchtbemonsteringsapparatuur ter
implementering van een nieuwe aanpak van de monitoring van zwevend
pollen. De stuifmeelkorrels zullen daarbij niet op basis van hun
morfologie maar op basis van antigeniteits-/allergeniteitsbepalingen
"in real time" worden gekwantificeerd.
Duitsland - 6 projecten
Twee projecten betreffen waterbeheer. Het eerste hanteert een
geïntegreerde benadering ter vermindering van de diffuse
verontreiniging door landbouwactiviteiten, ter ondersteuning van de
kaderrichtlijn water1.
Het tweede focust op verbeteringen van de
afvalwaterzuiveringstechnologie door de toepassing van een innovatieve
techniek waarbij de organische componenten van rioolslib in oplosbare
vorm worden gebracht, waardoor zij geschikt worden gemaakt voor de
productie van biogas.
Twee projecten betreffen schone technologieën om de milieueffecten van
economische activiteiten te helpen beperken. Een daarvan moet de
technische en milieuvoordelen aantonen van een nieuw anorganisch
bindmiddel voor het gieten van aluminium motorblokken. Dankzij dit
proces kunnen de energiekosten met 70 % worden verminderd en kan de
afvalproductie aanzienlijk worden teruggeschroefd.
Het tweede betreft de voorbehandeling van wol bij de productie van
garen. Hoofddoel is de eliminatie van de emissies van absorbeerbare
organische haliden (AOX) en een aanzienlijke vermindering van het
gebruik van chemische stoffen bij het reinigingsproces door toepassing
van een duurzaam plasmavoorbehandelingsproces.
Een project beoogt afvalbeheer en preventie via het opzetten van een
opleidingsprogramma "loodvrij solderen" voor de Europese
elektronica-industrie.
Het zesde project wil de milieueffecten in de staalindustrie beperken,
waar thans nog gevaarlijke zuren worden gebruikt voor het afbijten van
koudgewalste staalplaten. Er zal een nieuw chemicaliënvrij proces op
basis van hogedruk-vacuümtechnologie worden toegepast.
Griekenland - 4 projecten
Een eerste project betreft bodembestemming en ruimtelijke ordening.
Het wil een participatieve benadering introduceren in een ambitieus
plan voor sociale en ecologische stadsvernieuwing in het stedelijk
gebied aan de baai van Elefsina tegen 2020.
Een tweede project gaat over beheer van de luchtkwaliteit en behelst
de ontwikkeling van een geïntegreerd systeem voor de beoordeling, de
bewaking en het beheer van de luchtverontreiniging in de prefectuur
Kozani (West-Macedonië), waar zich 's lands grootste lignietgestookte
krachtcentrale bevindt.
Het derde betreft de milieueffecten van producten en diensten en
beoogt de invoering van een duurzaam bouwconcept via een geïntegreerde
benadering van het productbeleid met participatie van alle betrokken
partijen.
Het laatste project wil een bijdrage leveren tot het waterbeheer door
de ontwikkeling van een instrumentarium van milieuvriendelijke
technieken ter minimalisering van diffuse waterverontreiniging vanuit
landbouwgebieden. Deze technieken zullen worden geïntegreerd in het
beheerplan voor het stroomgebied van de Evrotas en het aanpalende
kustgebied.
Hongarije - 1 project
Dit project op het gebied van waterbeheer moet een duidelijk beeld
opleveren van de omvang van de arseenverontreiniging van het
grondwater in het zuidelijk deel van Hongarije. Het omvat de
ontwikkeling van een experimenteel beheersplan inclusief de toepassing
van nieuwe technologie voor de verwijdering van arseen.
Ierland - 2 projecten
Beide projecten gaan over afvalbeheer. Het eerste behelst de
ontwikkeling van een demonstratie-instrument voor het ontwerpen van
componenten en subeenheden in de automobielsector in overeenstemming
met alle milieuvoorschriften en met name de bepalingen van de
autowrakkenrichtlijn .
Het tweede zal de economische en milieuvoordelen demonstreren van
laadborden vervaardigd van hergebruikt afvalmateriaal van autobanden
gecombineerd met afval van zagerijen en spaanders van afgedankte
palletten.
Italië - 15 projecten
Vijf projecten beogen de minimalisering van de milieueffecten van
economische activiteiten door vermindering van de broeikasgasuitstoot
of de ontwikkeling van de beste beschikbare technieken (BBT's). Eén
behelst de bouw van een demonstratie-installatie voor de opwekking van
energie met behulp van een nieuwe techniek voor de productie van
koolstof uit biomassa.
Het tweede behelst de beproeving van technieken voor het afvangen van
het kooldioxide dat door een stedelijke stortplaats voor vast afval
wordt uitgestoten. Daarbij zullen ook de mogelijkheden worden
onderzocht om deze technieken op bredere schaal toe te passen.
Het derde project zal demonstreren hoe het vochtgehalte van lucht bij
atmosferische druk kan worden gereguleerd zonder koeling. Hierdoor kan
het energieverbruik van de koelingsapparatuur in een brede scala van
sectoren aanzienlijk worden verlaagd.
Het vierde behelst de terugwinning en het hergebruik van afval van
leerlooierijen door zuivering en hergebruik van het afvalwater en
extractie van de bruikbare stoffen.
Het vijfde zal in een nieuw te bouwen demonstratie-installatie de
toepasbaarheid van standaard-BBT's in kleine en middelgrote
textielondernemingen onderzoeken.
Twee andere projecten beogen het verminderen van de milieueffecten van
producten en diensten. Het eerste wil de toepassing van gevaarlijke
stoffen bij het aanbrengen van versieringen en patronen op keramiek
overbodig maken.
Het tweede beoogt de ontwikkeling van technieken voor de bepaling en
bewaking van GGO-verontreiniging in landbouwproducten en de
vaststelling van normen voor de afscheiding en de gescheiden bewaring
van niet genetisch gemodificeerde producten in de hele toeleverings-
en voedselproductieketen.
Drie projecten gaan over duurzame bodembestemming en ruimtelijke
ordening. Een ervan combineert het Europese milieubeheer- en
milieuauditsysteem (EMAS) met andere groene boekhoudingsystemen om in
vier steden bij wijze van proef een geïntegreerde benadering van het
milieubeheer tot stand te brengen.
Twee projecten zijn gericht op de ontwikkeling van milieuvriendelijke
vervoersystemen - het ene door de oprichting van een centrum voor
milieuvriendelijke stedelijk goederendistributie in het historische
centrum van Lucca, het tweede door de ontwikkeling van instrumenten
voor geïntegreerde planning en beheer van het goederenvervoer in
stedelijke gebieden.
Twee projecten moeten het waterbeheer helpen verbeteren door de
ontwikkeling van nieuwe waterzuiveringstechnieken. Het eerste behelst
de ontwikkeling van een prototype voor de demonstratie van een nieuwe
milieuvriendelijke behandelingsmethode voor afvalwater.
Het tweede betreft de behandeling van afgevoerd stormwater alvorens
dit terechtkomt in afvoerkanalen, rivieren en havens.
De laatste drie projecten focussen op afvalbeheer. Twee ervan gaan
over de behandeling van slib afkomstig van de keramiek- en
marmerindustrie.
Het derde is gericht op het verfijnen en uitbreiden van de resultaten
van een eerder LIFE-Milieu-project dat betrekking had op het
recycleren van de effluenten van oliefabrieken.
Luxemburg - 1 project
Het project betreft de toepassing van een nieuw systeem voor het
drogen van bepaalde houtproducten (panelen) waarmee een aanzienlijke
verlaging van de uitstoot van vluchtige organische verbindingen, CO
en koolmonoxide tijdens de productie- en gebruiksfase kan worden
bereikt.
Nederland - 7 projecten
Drie Nederlandse projecten gaan over afvalbeheer. Een daarvan behelst
de beproeving van een kringloopsysteem voor het blancheren dat
milieuvriendelijker is dan de courant voor aardappelproducten
toegepaste techniek van het blancheren in heet water.
Het tweede betreft de omzetting van bodemas uit
afvalverbrandingsinstallaties in een hoogwaardige secundaire grondstof
waarvoor een ruime afzetmarkt bestaat in de beton-, chamottesteen- en
metaalindustrie.
Het derde moet de haalbaarheid demonstreren van de recycling van oud
asfalthoudend dakleer.
Een vierde project betreft duurzame stadsontwikkeling en wil het
geluidsniveau en de daarmee samenhangende hinder in de omgeving van
industriële haveninstallaties met ten minste 25 % verminderen door
gebruikmaking van een geluidskartering- en beheersysteem en een
bijbehorende handleiding voor goede praktijken, conform de richtlijn
omgevingslawaai .
Het vijfde project wil de milieueffecten verminderen van
hoogspanningsleidingen. Er zal gebruik worden gemaakt van een nieuw
type hoogspanningsleiding dat een minder sterk magnetisch veld
veroorzaakt.
Het zesde project streeft naar een vermindering van de uitstoot van
broeikasgassen, in dit geval fluorkoolwaterstoffen (HFK's) uit
koelkasten, door gebruikmaking van een koelsysteem op basis van CO .
Het laatste project gaat over duurzaam waterbeheer, met name in de
tuinbouwsector. De toepassing van een systeem van gewasbewaking zal de
behoefte aan pesticiden sterk doen afnemen.
Portugal - 2 projecten
Beide projecten hebben betrekking op afvalbeheer. Het eerste beoogt
een verhoging van de recycling-intensiteit van mengsels van
kunststoffen, rubber en drankverpakkingen door de ontwikkeling van
nieuwe producten die kunnen worden toegepast bij de aanleg van wegen.
Het tweede focust op hergebruik van frituurolie voor de productie van
biodiesel ten behoeve van het gemeentelijk wagenpark van Oeiras.
Roemenië - 1 project
Een project inzake beheer van de luchtkwaliteit in Roemenië zal de
bronnen van luchtverontreiniging in en om Boekarest in kaart brengen
en de autoriteiten en het publiek informeren over de mate van
luchtverontreiniging.
Spanje - 16 projecten
Drie projecten gaan over waterbeheer. Een ervan beoogt de ontwikkeling
van een geïntegreerd beheermodel voor het vloeibare afval dat ontstaat
bij metallisatieprocessen.
Het tweede beoogt de ontwikkeling van gecombineerde bevloeiings- en
bemestingstechnieken om de verontreiniging van bodem en grondwater te
verminderen en de productiviteit te verhogen.
Het derde behelst de demonstratie van een geautomatiseerd
irrigatiesysteem in de coöperatie "El Vicario" (Guadiana).
Drie projecten gaan over bodembestemming en ruimtelijke ordening. Het
eerste wil duurzame mobiliteit bevorderen in zes industrieparken door
de invoering van beheermechanismen en het stimuleren van openbaar
vervoer, fietsgebruik en carpooling.
Het tweede is gericht op bodembescherming in mediterrane gebieden die
aan sterke erosie onderhevig zijn. Het zal de voordelen demonstreren
van de aanplant van nieuwe amandelboomrassen die bestand zijn tegen
deze barre omstandigheden.
Het derde wil een ontwerp van duurzaam beheersysteem uittekenen voor
de wijnbouw in berggebieden teneinde de milieueffecten van deze
activiteit op landschap, bodem en waterreserves te verminderen.
Vier projecten houden verband met schone technologieën. Het eerste zal
het milieueffect van schoonmaakactiviteiten in levensmiddelenbedrijven
- waarbij gewoonlijk grote hoeveelheden water worden gebruikt en sterk
verontreinigd afvalwater ontstaat - verminderen door de toepassing van
ozon in plaats van de traditionele chemische ontsmettingsmiddelen.
Het tweede zal de technische, economische en ecologische haalbaarheid
demonstreren van de terugwinning van energie uit stortgas ("biogas")
door het gebruik van microturbines en de biologische verwijdering van
waterstofsulfide en siloxanen.
In het kader van het derde project zal een proefinstallatie worden
gebouwd voor de vermindering van de uitstoot van vluchtige organische
stoffen (VOS) in de lucht. Het systeem is bestemd voor fabrieken waar
oplosmiddelen worden gebruikt voor oppervlaktebehandeling; het maakt
het mogelijk de uitstoot van VOS te verminderen tot eenvijfde van de
in de VOS-richtlijn vastgestelde grenswaarde^ .
Het vierde project moet aantonen dat energie uit zonnecellen
doeltreffend kan worden opgeslagen in de vorm van waterstof met het
oog op later gebruik in brandstofcellen voor motoren of voor
verlichting of koeling.
Zes projecten betreffen afvalbeheer. Het eerste moet de milieueffecten
verminderen van de mest die wordt geproduceerd door varkenskwekerijen
in de regio van Los Serranos in het autonome gebied Valencia. Met
behulp van insecten zal het afval worden afgebroken en omgezet in
organische meststof.
Het tweede project streeft naar een vermindering van de hoeveelheid
afval in de textielindustrie middels een gemeenschappelijke procedure
voor afvalbeheer.
Een derde project behelst de inrichting van een proefinstallatie in de
stad Baena (Andalusië) om het vloeibare afval van de
olijfolieproductie om te zetten in nevenproducten met een toegevoegde
waarde.
Het vierde project zal de milieueffecten van het door
rioolwaterzuiveringsinstallaties geproduceerde slib verminderen door
de toepassing van aangepaste beheer- en recyclingtechnieken.
Het vijfde streeft ernaar, de negatieve milieueffecten van het afval
dat door de visserij-industrie wordt geproduceerd zoveel mogelijk te
beperken door middel van aanbevelingen inzake doeltreffend en
geïntegreerd afvalbeheer en op afvalrecycling en -vermindering
gerichte verwerkingspraktijken.
Het laatste project moet de technische en economische haalbaarheid
aantonen van een nieuw hogedoorvoerprocédé voor de afscheiding van
zeer zuivere (> 90 %) metaallegeringen. Dit procédé, dat zal worden
toegepast bij de extractie van ijzer, aluminium en zware metalen uit
autowrakken, zal het hergebruik van deze metalen in nieuwe automotoren
mogelijk maken.
Zweden - 2 projecten
Beide projecten zijn erop gericht de milieueffecten van economische
activiteiten te verzachten. Het eerste behelst de demonstratie van een
innovatieve continue-reactortechnologie, gebaseerd op ART® (Advanced
Reactor Technology), voor duurzame productieprocessen in de chemische
sector.
Het tweede zal leiden tot verminderde broeikasgasemissies; het behelst
de beproeving en demonstratie van door dimethylether (DME) aangedreven
zware bedrijfsvoertuigen. De productie van DME is vrijwel
CO -neutraal en deze stof vormt dus een veelbelovend alternatief
voor uit aardolie verkregen brandstoffen.
Verenigd Koninkrijk - 10 projecten
Vier projecten in het VK betreffen afvalbeheer. Het eerste behelst de
demonstratie van een geavanceerd procédé om met behulp van water onder
ultrahoge druk materialen terug te winnen uit afgedankte autobanden.
Het tweede project zal innovatieve technologieën demonstreren voor de
recycling van bepaalde types glasafval die thans nog op stortplaatsen
worden gedumpt omdat zij bij de meeste momenteel toegepaste
fabricageprocédés ongeschikt zijn om in de grondstofstroom te worden
teruggevoerd.
Een afvalpreventieproject moet demonstreren dat enzymatische hydrolyse
een veilige en milieuvriendelijke manier is om rioolslib geschikt te
maken voor hergebruik.
Een vierde project beoogt de vermindering van de hoeveelheid op
stortplaatsen gedumpt niet-steriel ziekenhuisafval en de bevordering
van het gebruik daarvan als grondstof voor gerecycleerde producten.
Twee projecten willen de milieueffecten van economische activiteiten
verzachten. Het ene zal de doeltreffendheid aantonen van
waterrecycling met behulp van een nieuwe reactor voor de aërobe
vergisting van afvalwater.
Het andere beoogt het gebruik van historisch verontreinigde locaties
voor de teelt van energiegewassen (biomassaproductie), de sanering van
vervuilde terreinen en de productie van warmte en energie uit duurzame
bronnen.
Twee projecten pakken problemen aan op het gebied van waterbeheer. Het
ene wil een nieuwe verwerkingstechniek onder de aandacht brengen
waarbij formaldehyd, dat wordt gebruikt bij de fabricage van lijm,
houtproducten, conserveermiddelen, enz., wordt omgezet in niet-giftige
suikers. Streefdoel is, de hoeveelheid formaldehyd die in het
estuarium van de Severn wordt geloosd, tot nul te reduceren.
Het tweede beoogt de bestrijding van de landbouwgerelateerde
nitraatverontreiniging van oppervlaktewateren via een kosteneffectieve
vermindering van de hoeveelheid uitgespoeld nitraat met ten minste
85 %.
Eén project betreft de ontwikkeling en het beheer van een stedelijke
omgeving van goede kwaliteit voor de gebruikers en "stakeholders" van
riviercorridors.
Het laatste project gaat over de milieueffecten van producten en
diensten en focust op de mogelijkheid om kweekkassen te integreren in
andere gebouwen, bijvoorbeeld kantoorgebouwen. Het wil de voordelen
aantonen van het ontwerpen, bouwen en exploiteren van
milieuvriendelijke, d.w.z. duurzame kassen en constructiesystemen, en
de mogelijkheden demonstreren om de milieueffecten van de daarin
plaatsvindende tuinbouwactiviteiten te beperken.
---
Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van
23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire
maatregelen betreffende het waterbeleid.
Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van
27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur.
Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van
27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde
gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur.
Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van
18 september 2000 betreffende autowrakken.
Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van
25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai.
Richtlijn 1999/13/EG van de Raad van 11 maart 1999 inzake de
beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge
van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde
werkzaamheden en in installaties.
European Union