Arrest van het Hof van Justitie in zaak C-145/03
Erfgenamen Annette Keller / Instituto Nacional de la Seguridad Social
(INSS), Instituto Nacional de Gestión Sanitaria (Ingesa), voorheen
Instituto Nacional de Salud (Insalud).
De ziektekosten van iemand die in het bezit is van de formulieren E
111 en E 112 en die om spoedeisende medische redenen in een derde land
in het ziekenhuis moet worden opgenomen, moeten door het
socialezekerheidsorgaan van de lidstaat van verblijf volgens zijn
voorschriften worden vergoed voor rekening van de lidstaat van
verzekering
Annette Keller, die de Duitse nationaliteit had en in Spanje woonde,
verzocht het Spaanse bevoegd orgaan (Insalud) om een formulier E
111^ voor een periode van een maand voor een reis naar Duitsland.
Tijdens haar verblijf in dat land werd een kwaadaardige tumor
gediagnosticeerd, die elk moment haar overlijden kon veroorzaken. Zij
verzocht Insalud om afgifte van een formulier
E 112^ om voor behandeling in Duitsland te kunnen blijven. De
geldigheid van dat formulier werd enkele malen verlengd.
Na een diepgaande analyse van de behandelingsmogelijkheden besloten de
Duitse artsen Keller over te brengen naar de universiteitskliniek te
Zürich (Zwitserland). Dit was de enige kliniek waar de operatie die
Keller moest ondergaan, met een reële kans van slagen kon worden
uitgevoerd.
Keller betaalde zelf de kosten van de behandeling in Zürich en vroeg
vervolgens terugbetaling daarvan aan bij Insalud.
Toen haar verzoek werd afgewezen legde zij de zaak voor aan de
rechter. De nationale rechter heeft het Hof van Justitie van de
Europese Gemeenschappen verzocht om uitlegging van de verordening van
1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op
migrerende werknemers , ten aanzien van de mogelijkheid van
terugbetaling van de kosten verbonden aan een ziekenhuisbehandeling in
een derde land.
Het Hof wijst er allereerst op dat een van de doelstellingen van de
verordening van 1971 is het vrije verkeer te bevorderen van
sociaalverzekerden die een medische behandeling nodig hebben tijdens
een verblijf in een andere lidstaat, of die toestemming hebben om in
een andere lidstaat een behandeling te ondergaan.
De bedoeling van de formulieren E 111 en E 112 is, het orgaan van de
verblijfstaat en de erkende artsen te garanderen dat de patiënt het
recht heeft om in die lidstaat - in de in het formulier aangegeven
periode en onder dezelfde voorwaarden als de eigen verzekerden - een
behandeling te ondergaan waarvan de kosten zullen worden gedragen door
de lidstaat van verzekering.
Vervolgens stelt het Hof vast dat de artsen in de verblijfstaat het
best in staat zijn om te beoordelen welke behandeling de patiënt nodig
heeft en dat het orgaan van de lidstaat van verzekering tijdens de
geldigheidsduur van het formulier dient te vertrouwen op het orgaan
van de verblijfstaat en de door dit orgaan erkende artsen, daar zij
moeten worden geacht gelijkwaardige waarborgen te bieden als artsen
die op het nationale grondgebied zijn gevestigd.
Het orgaan van de lidstaat van verzekering is dan ook gebonden aan de
beoordeling van de door het orgaan van de verblijfstaat erkende artsen
betreffende de noodzaak van spoedhulp om het leven van de patiënt te
redden, en aan de beslissing van die artsen om de patiënt naar een
ander land over te brengen om hem een urgente behandeling te geven die
de artsen van de verblijfstaat hem niet kunnen bieden.
Het is daarbij niet van belang dat het land waarheen de artsen
besloten hebben de patiënt over te brengen, geen lid is van de
Europese Unie.
Het orgaan van de lidstaat van verzekering kan niet eisen dat de
betrokkene naar de woonstaat terugkeert voor medische controle, en hem
evenmin laten controleren in de verblijfstaat, noch de constateringen
en beslissingen van de artsen aan zijn goedkeuring onderwerpen.
Wat betreft de vergoeding van de medische kosten die in het derde land
zijn gemaakt na een medische beslissing tot overbrenging, wijst het
Hof erop dat het toepasselijke beginsel is dat die behandeling wordt
vergoed door het orgaan van de verblijfstaat volgens de door dit
orgaan toegepaste wettelijke bepalingen, waarbij het orgaan van de
lidstaat van verzekering deze kosten vervolgens aan het orgaan van de
verblijfstaat moet terugbetalen.
Daar in deze zaak de in Zwitserland aan Keller gegeven behandeling
destijds niet door het Duitse ziekenfonds is vergoed, maar vaststaat
dat Keller recht had op die vergoeding en de behandeling behoort tot
die waarin de Spaanse socialezekerheidswetgeving voorziet, heeft het
Hof geoordeeld dat Spaanse socialezekerheidsorgaan de kosten van de
behandeling rechtstreeks aan de erfgenamen van Keller moet vergoeden.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie
niet bindt.
Beschikbare talen: EN, FR, DE, ES, IT, NL, PL, GR
De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te
vinden op de internetpagina van het Hof
http://curia.eu.int/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=nl
vanaf ongeveer 12.00 uur.
Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der
Jeught.
Tel: 00 352 4303 2170 Fax: 00 352 4303 3656
---
Formulier E 111 geeft de verzekerde wiens gezondheidstoestand
onmiddellijke behandeling behoeft tijdens een verblijf in een andere
lidstaat, het recht op verstrekkingen in die lidstaat.
Via formulier E 112 krijgt een verzekerde toestemming om naar een
andere lidstaat te reizen om daar een passende medische behandeling te
ondergaan.
Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971
betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op
werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich
binnen de Gemeenschap verplaatsen.
European Union