Pleidooi voor nieuwe behandelconsensus niet-ingedaalde testikels
Er moet een nieuwe nationale behandelconsensus komen voor jongetjes
met niet- ingedaalde testikels (zaadballen). Dat bepleit Robert
Meijer, chirurg van het Medisch Centrum Alkmaar. Meijer promoveerde op
16 september aan het VU medisch centrum.
Chirurg Meijer pleit voor een consensus waarin in het eerste
levensjaar stelselmatig wordt gecontroleerd of de beide testikels zijn
ingedaald. Wanneer dit niet het geval is, moet er operatief worden
ingegrepen vóór de tweede verjaardag.
Het beleid dat Meijer voorstaat maakt onderscheid in de
behandelingsvorm van de verworven en de aangeboren vorm van NST
(niet-scrotale testis, niet-ingedaalde zaadballen). In Nederland
worden per jaar 800 tot 1000 jongetjes geboren bij wie de testikels
niet zijn ingedaald. Dit wordt een aangeboren indalingsstoornis
genoemd. Andere jongetjes hebben een verworven vorm van NST. Bij hen
stijgen de testikels op latere leeftijd op. Het is belangrijk dat de
testikels alsnog of opnieuw indalen om de vruchtbaarheidskansen en de
kans op ontdekking van zaadbalkanker op latere leeftijd te vergroten.
NST wordt nu op verschillende manieren behandeld: operatief,
afwachtend of hormonaal. Meijers onderzoek wijst uit dat jongetjes met
een verworven NST baat hebben bij een afwachtend beleid. In 84 procent
van de gevallen blijken de testikels in het begin van de puberteit
alsnog spontaan in te dalen in het scrotum. De promovendus vond
bovendien aanwijzingen dat operatie bij deze groep jongens schadelijk
kan zijn voor de testis. Nu worden deze jongens meestal rond het
tiende levensjaar geopereerd.
VU Medisch Centrum