FNV Bouw
Duitse en Nederlandse bouw: eerst kennismaking
Vóór de Noord-Nederlandse en Noord-Duitse bouw met gezamenlijke actiepunten kunnen beginnen, moeten ze elkaar eerst leren kennen. Niet eenvoudig! Want hoe vertaal je 'bouwfraude' in het Duits, laat staan wat deze voor het imago van de bouw heeft betekend?! Een eerste impressie van de conferentie op 16 september in Moormerland.
FNV Bouw, Hout- en Bouwbond CNV en HZC hebben samen met IG BAU regio Noord de bouwwerkgevers uitgenodigd. Werkgelegenheid, veiligheid en bestrijding van illegaal en zwartwerk, aan beide zijden van de grens. Daar gaat het om. Vroeger trokken Nederlandse bouwvakkers naar Duitsland, tegenwoordig komen Duitse bouwvakkers en bouwondernemers naar Nederland. "We hebben niets tegen onze Duitse collega's", zegt regiobestuurder Aafje Farigu van FNV Bouw tegen Radio Jade uit Wilhemshaven, "als er maar geen valse concurrentie optreedt. Dus moet iedereen tegen gelijk loon werken."
Tijdens het ochtendgedeelte van de gezamenlijke conferentie worden over en weer zo nu en dan de wenkbrauwen gefronst. Zo gaan de Duitse bouwvakkers met ingang van 1 januari 2006 een uur langer werken; ze krijgen daar niet meer loon voor. In de dichtstbijzijnde stad Emden staan echter 600 huizen leeg. De Nederlandse bouw heeft veel werkgelegenheid verloren, maar ziet als geheel weer wat licht aan het einde van de tunnel. Geldt dat ook in het Noorden? Nee, vindt Aafje Farigu. Bouwend Nederland klaagt in het Noorden over 'oneerlijke concurrentie' van Duitse bouwondernemingen. Met name bij de veiligheid zou veel rammelen. Daarom worden in het middaggedeelte de veiligheidsvoorschriften aan beide zijden van de grens vergeleken.
Veiligheid kent geen grenzen
Van de dodelijke arbeidsongevallen in Nederland neemt de bouw 26 procent voor z'n rekening. En ook bij de ernstige ongevallen springt de bouw er nog steeds negatief uit. Maar, vindt de Arbeidsinspectie in het Noorden, veiligheid kent geen grenzen. Klopt, vindt de collega van de Duitse Berufsgenossenschaft: "De meeste regels zijn Europees." Maar waar de een over boetes en stillegging praat, geeft de ander vooral advies.
De Berufsgenossenschaft is een verzekeraar zonder winstoogmerk. Werkgevers zijn er verplicht bij aangesloten. Ze betalen een premie die vooral van de loonsom afhangt, "maar ook van het aantal ongevallen dat in hun bedrijf plaatsvindt", aldus Peter Kapels, die in Oldenburg bij deze instelling voor de bouw werkt. Wie op z'n werk een paar vingers kwijtraakt, kan voor vele dure operaties kiezen waarmee de hand behouden blijft. Hij mag daar ook vrijwillig van afzien, "maar hij is in feite beter af dan in de ziektekostenverzekering." Maar anders moet deze verzekering vanwege de arbeidsongeschiktheid levenslang de uitkering betalen. En daarom geeft ze voortdurend advies en scholing over veiligheid. En ze kán ook een werk stilleggen. En worden er regels met voeten getreden? Dan kan ook een Duitse inspectie nog optreden.
Maar de Nederlandse Arbeidsinspectie vindt de pakkans in Duitsland nul. Dus de schok is groot als in Nederland een inspecteur langskomt. Dan is de reactie: 'Zo werken we al 25 jaar.'
Welke actiepunten komen hieruit? Vooral: we blijven praten. En we moeten nog veel meer van elkaar weten. Over de veiligheid niet alleen, maar zeker ook over de structuur van de CAO's en over de manieren om illegale arbeid te bestrijden. "Daarvoor hebben we vandaag een goede aanzet gegeven", zegt regiobestuurder Aafje Farigu van FNV Bouw Noord.