RPB: Stop met praten over het Groene Hart
Ruimtelijk planbureau
http://www.ruimtelijkplanbureau.nl
Den Haag, 16 september 2005
Over het Groene Hart wordt al jaren gepraat, terwijl de ontwikkelingen en met name de
verstening in het gebied gewoon doorgaan. Misschien is het beter om het begrip Groene
Hart in het beleid los te laten. Alleen dan kan recht worden gedaan aan de diversiteit
van en de dynamiek in het Groene Hart. En alleen dan kunnen in enkele interessante
deelgebieden de waardevolle karakteristieken worden behouden. Anders zal het gehele
gebied steeds verder versnipperen en verstenen.
Dat is de boodschap die RPB-directeur Derksen meegaf aan minister Veerman, de
programmaminister voor het Groene Hart, tijdens de presentatie van de studie 'Het
gedeelde land van de Randstad. Ontwikkeling en toekomst van het Groene Hart' op 16
september in Nieuwspoort.
Al sinds 1958 wordt gesignaleerd dat de maatschappelijke dynamiek de specifieke
karakteristieken van het Groene Hart dreigt aan te tasten. Het leidt tot voortdurende
discussies over de kwaliteiten van het gebied en over de effectiviteit van het
beschermingsbeleid van de overheid. Deze discussies ontaarden vaak in normatieve
kwesties, zoals de schoonheid en de cultuurhistorische waarde van het landschap. Ook
bestaat er geen consensus over het gewenste gebruik van het gebied. Al deze discussies
maken één ding duidelijk: er bestaat behoefte aan een meer objectieve
analyse. Met deze studie wil het Ruimtelijk Planbureau in deze behoefte voorzien.
Diversiteit
De analyse laat zien dat het Groene Hart weliswaar voor bijna tachtig procent uit
landbouwgrond bestaat, maar zeker geen uniform gebied vormt. Het contrast tussen de
randen en het midden van het gebied is groot: aan de zuidzijde, de westzijde en de
noordzijde is het Groene Hart dicht bebouwd; alleen aan de oostzijde gaat het open
weidelandschap naadloos over in het rivierenlandschap. Het Groene Hart is dan ook veel
meer een verzameling van gebieden met uiteenlopende kwaliteiten. Vergelijk bijvoorbeeld
de Weipoort - in de westelijke open gebieden nabij de steden van de Randstad -, de
Loosdrechtse plassen - natuur en water in het noordoosten -, en de Millingerwaard - in
het zuidwesten, met haar historische verkavelingpatronen en cultuurhistorische
monumenten.
De enige samenhang die de deelgebieden in het Groene Hart vertonen, wordt bepaald door hun
locatie ten opzichte van de Randstad: nabije open ruimte.
Verstening
Uit de analyse van het Ruimtelijk Planbureau blijkt dat de stedelijke omgeving de
afgelopen decennia is opgerukt in het Groene Hart. Kortom: het Groene Hart versteent.
Kenmerkend gevolg van die verstening is de voortgaande versnippering van het gebied door
de aanleg van infrastructuur, die op zijn beurt weer leidt tot de aanleg van nieuwe
bedrijventerreinen en nieuwbouwlocaties.
Inmiddels is 25 procent van het oorspronkelijke areaal open ruimte ruimte bebouwd,
geasfalteerd of van functie veranderd en om die reden buiten de grenzen van het Groene
Hart geplaatst. De ontwikkelingen in het (resterende) Groene Hart zijn bovendien
vergelijkbaar met die in de rest van Nederland. Kende het gebied in de periode voor 1980
nog een bovengemiddelde groei voor bijvoorbeeld woningbouw en bedrijventerreinen, na 1980
gaan die ontwikkelingen gelijk op met de rest van Nederland.
De verkenning laat zien dat deze verstedelijking ook in de toekomst voortgaat. Vooral de
Oude-Rijnzone (de as Leiden-Utrecht) en het ooit voorgestelde A3-tracé (de as
Amsterdam-Rotterdam) zullen de grootste veranderingen kunnen ondergaan van landelijk
gebied naar stedelijk gebied of agrobusiness-park. Bovendien zal het gebied naar
verwachting nog verder versnipperen. Niet alleen breidt de woningbouw zich uit, zowel aan
de stadsranden als in het landelijke gebied zelf, ook is het Groene Hart een
aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven. Met de uitbreiding van de woningbouw en
de bedrijvigheid zal ook de intensiteit van de infrastructuur in het gebied verder
toenemen. Het gevolg is een nog grotere versnippering, ook van stiltegebieden.
Beleid
Het is de vraag of het huidige, hoofdzakelijk generieke, beleid recht kan doen aan de
diversiteit van en dynamiek in het Groene Hart, en dus de voortgaande versnippering kan
tegen gaan. Om de belangrijke cultuurhistorische kwaliteiten van het Groene Hart - in
bepaalde gebieden - te behouden en daar de nabije open ruimte daadwerkelijk open te
houden, is het zaak het gebied niet langer als een eenheid te beschouwen. Het beleid zou
juist moeten aansluiten op het lagere schaalniveau van de deelgebieden, die zo van elkaar
verschillen. Het beleid moet rekening houden met de mogelijke toekomstige ontwikkelingen
in het gebied en met de uitbreiding van de huidige functies. Het Groene Hart is immers
niet alleen een landschap met cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten maar ook
een gebied met een belangrijke economische en een woonfunctie.
Het gedeelde land van de Randstad. Ontwikkeling en toekomst van het Groene Hart, Nico
Pieterse, Marijn van der Wagt, Femke Daalhuizen, Maarten Piek en Restlan Aykaç,
Rotterdam/Den Haag: NAi Uitgevers/RPB. ISBN 90 5662 442 3. Prijs 22,50 Euro. Te bestellen
bij de boekhandel of via NAi Boekverkopers, telefoon 010 4401203
-0-0-0-
Voor een recensie-exemplaar (uitsluitend voor pers) of meer informatie:
Ruimtelijk Planbureau, Bureau Communicatie, Ilse Heemskerk, telefoon 070 3288 746 of 06
5267 1626; heemskerk@rpb.nl.