Vereniging Nederlandse Gemeenten

Verdeelmodel wmo nog in steigers

In het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen op 14 september j.l. is met de beheerders van het Gemeentefonds gesproken over het door Cebeon opgestelde objectieve verdeelmodel voor de WMO. Dit model betreft de verdeling van het budget voor de nieuwe taken in de WMO na het eerste overgangsjaar, waarin de middelen nog op grond van historische kosten verdeeld.

Hoewel het model op basis van gemiddelden per klasse van gemeentegrootte goed lijkt aan te sluiten op de huidige kosten van de huishoudelijke verzorging, ontbreken nog de uitkomsten per gemeente. Wanneer per gemeente bekend is wat de huidige kosten zijn en deze afgezet kunnen worden tegen de uitkomsten van het verdeelmodel, houden wij een ledenraadpleging, alvorens een oordeel over het verdeelmodel te geven.

De verdeling voor de huishoudelijke verzorging wordt in het model vooral bepaald door inkomen, leeftijdsopbouw en huishoudenssamenstelling (één of meerpersoons huishoudens).

In het overleg is de wijze van indexering van het toekomstige budget vastgelegd. Voor de reële indexering wordt de ontwikkeling van het aantal thuiswonende 75-plussers gebruikt; voor de prijsindex wordt een combinatie gebruikt van 90% loonkosten (OVA) en 10% prijs particuliere consumptie. In de septembercirculaire wordt een passage over het verdeelmodel opgenomen.

Voor de invoeringskosten van de Wmo komt 45 miljoen beschikbaar. De verdeling gaat via een vast bedrag van 28.000,- per gemeente en 2,- per inwoner.

Over de eigenbijdrageregeling is nauwelijks gesproken. Het rijk hecht eraan, dat de eigen bijdragen voor de Wmo worden geheven in samenhang met die voor de AWBZ, waarbij er geen cumulatie mag optreden. Dit gaat naar onze mening veel bureaucratie veroorzaken. Daarom pleit de VNG voor overheveling van het Wmo-budget zonder korting voor de opbrengst van de te heffen eigen bijdragen. De eigen bijdragen dienen uit efficiency overwegingen te worden geheven door het CAK. Dit onderwerp zal verder verkend moeten worden.

Ook de trage afwikkeling van de ontvlechtingkosten van de overgang van Rio naar CIZ is ter sprake gekomen. Nu een (onvolledige) lijst van claims ter grootte van ruim 7 miljoen op tafel is gekomen, wordt het probleem door de regeringsdelegatie onderkend. Besloten is dat hierover ambtelijk overleg komt en dat in het voorjaar van 2006 een definitieve beslissing wordt genomen in het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen.