Discriminatie van vrouwen en jongeren bij zorgtoeslag
Alleenstaande jongeren en parttimers krijgen onvoldoende compensatie
voor de hoge kosten van het nieuwe zorgstelsel dat op 1 januari 2006
ingaat. Daarvoor waarschuwt FNV Bondgenoten in een brief aan de Tweede
Kamer.
Volgens de vakbond is daardoor sprake van discriminatie. Jongeren
werken immers volgens jeugdschalen en vrouwen werken vaker dan mannen
in deeltijd. "Dit is onverdedigbaar en dus onacceptabel", vindt
vakbondsvoorzitter Henk van der Kolk.
Bij de berekening van de zorgtoeslag wordt uitgegaan van minimaal het
minimumloon voor een 23-jarige bij een voltijdbaan. Wie minder
verdient is daarmee slecht af. Dat treft bijvoorbeeld ook studenten
met een bijbaan. Het kan bijna tweehonderd euro schelen, een
koopkrachtverlies van bijna 2 procent.
"In onze bond gaat het om jongeren en vrouwen die bijvoorbeeld in de
schoonmaak, in een winkel of als uitzendkracht werken", zegt Van der
Kolk. "Het gaat om vele duizenden werknemers."
De FNV steunt de hoofdlijnen van het nieuwe zorgstelsel maar vindt de
sterke stijging van de vaste (nominale) premie ongewenst. Die was
alleen acceptabel met een robuuste inkomensafhankelijke compensatie,
de zorgtoeslag. Maar veel jongeren en vrouwen komen daar niet mee uit.
In de brief aan de Tweede Kamer wijst Van der Kolk fijntjes op
uitlatingen van minister Zalm als zou volgend jaar vrijwel niemand er
in koopkracht op achteruit gaan. FNV Bondgenoten doet nu een beroep op
de Tweede Kamer om het nadelige inkomenseffect voor jongeren en
vrouwen te herstellen.
Dat kan door het `drempelinkomen' vast te stellen op 70 procent van
het sociaal minimum. "Door relatief lage lonen in sectoren waar veel
jongeren en vrouwen - vaak in deeltijd - werken, komen ze al snel
onder het niveau van het volledige wettelijk minimumloon", waarschuwt
Van der Kolk. "Dan is een hogere zorgtoeslag dan het maximum van 421
euro nodig."
Hieronder is de brief aan de Tweede Kamer op te halen.
Attachments:
brief Zorgtoeslag.DOC
FNV