Vrije Universiteit Amsterdam

R.W. Meijer
16.09.2005
VU medisch centrum
aula
Acquired undescended testis
13:45

Promotor: prof.dr. H.A. Delemarre-van de Waal, prof.dr. H.A. Heij

Overbodige operaties voorkomen
Twee- tot drieduizend onnodige operaties vinden er jaarlijks plaats ter behandeling van jongens die zijn geboren met een niet-ingedaalde testikel. Door naar de onstaansvorm te kijken zijn die behandelingen te voorkomen, aldus Robert Meijer. De promovendus pleit voor een nieuwe nationale behandelconsensus voor de indalingsstoornis. Achthonderd tot duizend jongetjes per jaar komen op de wereld met een niet-ingedaalde testikel (niet-scrotale testis, NST). Jaarlijks worden 3500 tot 4000 operaties (een orchidopexie, ORP) uitgevoerd ter behandeling. Sinds 1986 is een nationale behandelconsensus van kracht om dat aantal terug te dringen, maar met weinig resultaat. Robert Meijer voerde daarom een retro- en prospectief onderzoek uit naar diverse facetten van de NST, in samenwerking met de Jeugdgezondheidszorg. Hij bestudeerde de literatuur, het verwijzingspatroon van NST op de polikliniek, analyseerde de uitvoering en resultaten van de verrichte ORP's, en kwam uiteindelijk tot een nieuwe indeling van de aandoening. Enerzijds is er een aangeboren en anderzijds een verworven vorm van NST. De verworven vorm blijkt verantwoordelijk voor het hoge aantal operaties. Prospectief onderzoek naar de diverse behandelmogelijkheden en een follow-upstudie bij jongens die een ORP ondergingen, lieten zien dat een afwachtend beleid bij de verworven vorm de beste behandeling is. Bij 84 procent van de verworven NST's daalt de testis namelijk spontaan af in het scrotum aan het begin van de puberteit. Volgens Meijer zijn er bovendien aanwijzingen dat de operatie een schadelijk effect kan hebben op de testis. Door de duidelijker definitie is de verworven NST beter te herkennen en zijn twee- tot drieduizend operaties te voorkomen. Voldoende aanleiding, vindt Meijer, om tot een nieuwe nationale consensus te komen.

Voor meer informatie over activiteiten aan de VU:

dienst Communicatie, afdeling wetenschapsvoorlichting

T 020 59 85666
E communicatie@dienst.vu.nl

Voor meer informatie over activiteiten aan VUmc

T 020 44 43444
E communicatie@vumc.nl