VVD



15 sep 2005 - VVD: behalve bodem moet het beleid zelf gesaneerd

Tweede-Kamerfractie

De VVD vraagt om kosten/baten analyse. Wat levert het nu op?

Hier treft u de inbreng van VVD-woordvoerder Paul de Krom bij het Algemeen Overleg over Bodemsanering. Dit overleg vond op 15 september 2005 plaats in de Tweede Kamer.

De VVD-fractie vindt bodemsanering belangrijk. Hoewel er verbeteringen in het bodemsaneringsbeleid zijn aangebracht is nog teveel onduidelijk. We geven er met zijn allen 21 miljard (!) aan uit, het hoogste in Europa. Maar de daadwerkelijke risico's voor mens en milieu blijven vaag. Er is onvoldoende inzicht in kosten en baten. Het bestuurlijke en financiële instrumentarium lijkt op spaghetti. Het beleid is inconsistent, de uitvoering te versnipperd. De kwaliteit van saneringen laat te wensen over. De VVD stelt voor niet alleen de grond maar het beleid zelf te saneren. De VVD wil een kosten/baten-analyse uitgevoerd door het CPB.

Inleiding

Over het beleid is hier en daar goed nieuws te melden. Het multifunctionaliteitcriterium is weg. Na een reeks kritische rapporten van de Rekenkamer lijkt de Staatssecretaris - althans op papier - op weg om de kosten beter beheersbaar en inzichtelijk te maken. De onderzoeksinspanningen van gemeenten zijn verhoogd. Het aantal gesaneerde locaties neemt toe, de multiplier gaat omhoog. Het aantal bezochte saneringen gaat omhoog. Het bedrijfsleven wordt er actief bij betrokken. De Kwalibo regeling is in de maak.

Urgent, spoedeisend, of ernstig?

Ook voor de VVD is het niet aanvaardbaar als de gezondheid van mensen daadwerkelijk risico's loopt, of daadwerkelijke ecologische risico's worden gelopen. In die gevallen moet er nu worden gesaneerd en niet morgen. Maar dan moet wel duidelijk zijn dat die risico's er zijn, en hoe groot die dan zijn. Er zijn 425.000 lokaties waar de verontreiniging 'ernstig' is. Hoe kan het dan dat maar een 'klein deel' daarvan moet worden gesaneerd? Zo ernstig is het kennelijk ook weer niet. En wordt met dat kleine deel de 14.000 locaties bedoeld die urgent zijn? Dan hebben we dus 411.000 locaties die wel ernstig zijn, maar niet urgent. Hoe kan dat nu? En als die 14.000 zo urgent zijn, waarom is het dan aanvaardbaar dat het 10 jaar duurt voordat die urgente gevallen zijn opgeruimd? Volgens mij betekent urgent dat er morgen iets verschrikkelijk misgaat als ik vandaag niets doe. Tegelijkertijd beperkt de Minister zich tot 'spoedeisende' saneringsgevallen. Dat zijn er 1.200. Die zijn kennelijk super-urgent.

Risico's

Het beleid is inconsistent. Als het tempo en de saneringslocaties worden bepaald door ruimtelijke ordening of een wijziging van de bestemming, hoe weet ik dan dat de (super-) urgente gevallen ook inderdaad als eerste aan bod komen? Kan de Staatssecretaris nu eens in gewone mensentaal uitleggen hoe groot de risico's van bodemverontreiniging zijn? Volgens het Milieu- en Natuur Planbureau zijn de ecologische risico's onvoldoende onderbouwd c.q. aangetoond, en zijn er geen aantoonbare gezondheidsrisico's. Het beleid is gebaseerd op perceptie en het voorzorgbeginsel. Wat de perceptie betreft lees ik dat minder dan 1% van de mensen in Nederland zich druk maakt over de kwaliteit van de grond waar ze op wonen, dus daarvoor hoef je die 21 miljard ook al niet uit te geven. Kan de Staatssecretaris feitelijk en onderbouwd uitleggen waarom wij in Nederland veruit het meeste geld uitgeven aan bodemsanering per hoofd van de bevolking in Europa? In totaal tien miljard meer dan in Engeland, terwijl ons BNP 3 x zo klein is. De rest van de Europese landen komt niet eens in de buurt. Hoe garandeert de Staatssecretaris dat steeds de best beschikbare technieken worden ingezet? En als de saneringen afhankelijk zijn van wijziging van bestemmingen of ruimtelijke ordening, hoe is het dan mogelijk termijnen te noemen waarop de saneringsoperaties zijn afgerond? De Staatssecretaris bepaalt het tempo immers niet!

Overigens hebben we, zo lees ik, weer wat nieuws: de bodemprestatie-eenheid. Dat is 'de verhouding tussen het saneren van het m2 oppervlak, het saneren van een m3 grond en het saneren van een m3 grondwater, waardoor het mogelijk is de uitvoering van saneringswerkzaamheden uit te drukken in 1 eenheid'. Zijn we hier nu bezig met het verplaatsen van lucht, van grond of van papier? Wie begrijpt dit nu?

Wat levert het op?

Ik blijf bij het lezen van al het papier steeds met een ongemakkelijk gevoel zitten. Wordt er een rookgordijn opgetrokken door de talloze partijen die er belang bij hebben dat de golf van saneringen ongehinderd doorrolt, surfend op een bak met geld? Duizenden ambtenaren, adviesbureau's, saneringsbedrijven enzovoort eten er lekker van. Tot nu toe hebben we er met z'n allen 8 miljard aan uitgegeven. Het aantal uitgevoerde saneringen wordt keurig geteld, maar wat levert dat nu voor gezondheids- of milieuwinst op? Kan de Staatssecretaris dat nu eindelijk eens helder aantonen? Is de Staatssecretaris bereid het CPB te vragen de maatschappelijke kosten en baten in kaart te brengen?

Bestuurlijke spaghetti

Het bestuurlijke en financiële instrumentarium is een spaghetti. Bij de regeling BSB (150 mln.) zijn het Rijk - VROM en EZ - betrokken, met VNO en MKB. Het ILG (400 mln.) wordt door de provincies uitgevoerd. Het ISV (450 mln.) ligt bij de gemeenten. Hoe bepalen die onderling de prioriteiten? En al die ambtenaren werken lekker langs elkaar heen, zo bleek mij ook uit een werkbezoek dat ik een paar maanden terug bracht aan een bedrijf met een flink saneringsprobleem. Aan bedrijven de taak de communicatie tussen de overheden te faciliteren. De overheid als hindermacht in optima forma. Kan de Staatssecretaris hier een einde aan maken? Kunnen we bijvoorbeeld alsjeblieft voorkomen dat de bodem tot 1 meter wordt afgegraven, terwijl dieperliggende verontreiniging met risico voor grondwater blijft zitten dat later alsnog tegen onnodig hoge meerkosten wordt gesaneerd? De integratie van en de afstemming met aanpalende terreinen zoals grondwater, waterbodems, bagger moet beter.

Verder hebben we de Uitvoeringsorganisatie Bodem+, de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodem, het Bodemcentrum, de Stichting Bodemsanering en gebruik zijnde Bedrijfsterreinen, de Stichting kennisontwikkeling en kennisoverdracht Bodem. Welke ontbreken er nog in dit rijtje? Moet hier ook niet grondig de bezem door? Ten aanzien van gemeentelijke bedrijven: die concurreren met private saneerders. Mag dat? Is er sprake van oneerlijke concurrentie?

Hoe verder?

Wie de reeks aan rapporten van de Rekenkamer, het RIVM, VROM Inspectie onderzoeken van de afgelopen jaren doorleest wordt niet vrolijk. Het beleid is niet bepaald 'SMART' proof (Rekenkamer). Maar we hebben nog wel tijd om het beleid te saneren en het voor na 2010 wel behoorlijk op de rails te zetten. Dat moet zijn gebaseerd op onder andere de volgende uitgangspunten:


- Duidelijke prioritering gebaseerd op aantoonbare risico's. Alleen dan wordt er gesaneerd


- Kosteneffectiviteit en de inzet van best beschikbare technieken


- Duidelijke en uniforme normen en dus afrekenbaarheid


- 1 overheid voor bedrijven als aanspreekpunt


- Certificering van intermediairs, volledige scheiding tussen uitvoerders van werk en controleurs


- Adequate handhaving en controle


- Een hoge pakkans voor degenen die voor snel geld bereid zijn te rommelen met de kwaliteit van het geleverde werk


- Decentralisatie is prima, maar als er een groot - grensoverschrijdend - probleem is moet het Rijk kunnen optreden, los van Ruimtelijke ordening.


- Geen valse concurrentie op de markt door overheidsorganisaties


- Op basis van het subsidiariteitsbeginsel: geen Europees bodembeleid


- Saneren van de hoeveelheid organisaties die zich met bodemsanering bezighouden.

Kan de staatssecretaris dit toezeggen?