Ondernemersorganisatie voor Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten


BTW-verleggingsregeling

In de Algemene Ledenvergadering van 16 juni jl. werd gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot de zogenaamde verleggingsregeling. Deze regeling wordt toegepast als (schoonmaak)werkzaamheden bij een opdrachtgever worden uitgevoerd. Van deze regeling wordt veelal in de praktijk bij schoonmaakwerkzaamheden in opdracht van een ondernemer gebruik gemaakt. De regeling houdt in dat de verschuldigde BTW niet wordt afgedragen door degene die de dienst verricht, maar door de afnemer. Op grond van deze regeling wordt op de factuur van het schoonmaakbedrijf geen BTW vermeld, maar wordt gemeld BTW verlegd.

In 2000 heeft OSB contact gehad met de belastingdienst omdat toen van verschillende OSB-leden vernomen werd dat zij van de belastinginspecteur een brief hadden gekregen waarin vermeld stond dat de verleggings-
regeling niet meer van toepassing is op schoonmaakwerkzaamheden. De belastingdienst verwees hiervoor naar een uitspraak waarin de belasting-
rechter beslist had dat het enkel schoonmaken van een zaak niet aan te merken is als het tot stand brengen van een bepaald werk van stoffelijke aard. Om deze reden zouden de schoonmaakwerkzaamheden niet onder de verleggingsregeling voor de omzetbelasting vallen.

Na overleg met de belastingdienst werd duidelijk dat er binnen de belastingdienst verschil van mening bestond over de al dan niet toepasselijkheid van de verleggingsregeling, mede omdat de uitspraak van de Hoge Raad ruimte laat voor meerdere interpretaties. Er is in 2000 de volgende afspraak gemaakt tussen OSB en de belastingdienst én deze afspraak geldt nu nog steeds: Totdat er een definitieve beslissing genomen is, kunnen de desbetreffende ondernemers op dezelfde wijze als daarvoor de verleggingsregeling blijven toepassen.

Uiteraard wordt u, zodra er een definitieve beslissing genomen is, daarvan door OSB in kennis gesteld.