Veel moet en kan beter bij toelating vreemdelingen
De algemene rekenkamer
Tijdigheid zoek bij reguliere verblijfsvergunningen en bij bezwaarschriften
Veel moet en kan beter bij toelating vreemdelingen
Vreemdelingen die een aanvraag doen voor een reguliere verblijfsvergunning lopen het
risico niet tijdig een beslissing te krijgen op hun aanvraag.
De gemiddelde behandeltijd voor een reguliere verblijfsvergunning was in 2004 tenminste
negen maanden, terwijl er zes maanden voor staat.
Oorzaken hiervan liggen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst zelf, maar ook in het
functioneren van de keten van organisaties die samenwerken bij de toelating van
vreemdelingen (de vreemdelingenketen). Hierbinnen zijn sinds 2003 taken overgegaan van
Vreemdelingendienst (nu Vreemdelingenpolitie) naar de IND en gemeenten, waartoe in 2002
was besloten. De regie op dit overdrachtsproces was gebrekkig, de benodigde personele
capaciteit was niet goed ingeschat, kengetallen ontbreken en de invoering van nieuwe
ICT-systemen werd onderschat. De IND moet beter op tijdigheid sturen. Betere samenwerking
en communicatie tussen de ketenpartners is nodig.
Dit staat in het rapport Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), dat de Algemene
Rekenkamer vandaag uitbrengt.
Op verzoek van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (V&I) heeft de
Algemene Rekenkamer een onderzoek uitgevoerd naar de IND in de vreemdelingenketen.
Aanleiding hiervoor waren grote achterstanden bij de uitgifte van verblijfsdocumenten in
2004. Het onderzoek bestrijkt de periode van 2001 tot begin 2005 en is toegespitst op de
hoofdmoot van het werk van de IND, namelijk de reguliere toelating van vreemdelingen voor
werk, studie of gezinshereniging (in 2004 ruim 286.000 aanvragen). Het onderzoek richt
zich vooral op de criteria tijdigheid en zorgvuldigheid bij het beoordelen van aanvragen
voor Machtigingen Voorlopig Verblijf (MVV), reguliere verblijfsvergunningen (VVR) en bij
bezwaarschriften.
Tot slot is naar aanleiding van de motie-Van Fessem een onderzoek uitgevoerd waaruit
blijkt dat de legeskosten onvoldoende zijn onderbouwd.
Complicaties bij taakoverdracht en aansturing keten
De voormalige Vreemdelingendienst (nu Vreemdelingenpolitie) heeft sinds 2003 taken op het
gebied van de toelating van vreemdelingen aan de IND en de gemeenten overgedragen. Op dit
overdrachtsproces was te weinig regie.
Diplomatieke posten en vooral gemeenten doen baliewerkzaamheden: de inname en afgifte van
documenten van aanvragers. De Vreemdelingenpolitie kan op verzoek van de IND nader
onderzoek doen bij vermoeden van fraude, maar in de praktijk zijn hierover geen heldere
afspraken. Er zijn veel schakels in de vreemdelingenketen. Doordat goede afstemming
ontbreekt, voelt niemand zich voor het geheel verantwoordelijk, kost de overdracht van
aanvragen veel tijd en is er een grote kans op fouten. Er zijn geen heldere afspraken
over hoeveel tijd ieder mag besteden aan het behandelen van een aanvraag en deze tijd
wordt deels niet geregistreerd. De Algemene Rekenkamer wijst erop dat ook binnen de
gedecentraliseerde eenheidsstaat Nederland, de vreemdeling moet kunnen rekenen op een
zorgvuldige overheid die organiseert dat hij of zij de correcte beslissing over verblijf
tijdig ontvangt.
Verantwoordelijkheid voor functioneren van de keten als geheel niet duidelijk geregeld
De minister voor V&I onderschrijft de meeste conclusies en aanbevelingen. Op enkele
aanbevelingen reageert zij in de kabinetsreactie die zij aankondigt naar de Tweede Kamer
te sturen zo snel mogelijk na publicatie van dit rapport.
De partners in de vreemdelingenketen zijn onderling van elkaar afhankelijk en zouden
moeten samenwerken in plaats van hun eigen doelen nastreven. Uit de reacties op het
rapport blijkt dat de ketenpartners verschillende oplossingen zien. De minister van BZK
verwijst naar de eigenstandige rol van politiekorpsen en gemeenten. De ministers van
Buitenlandse Zaken en van Defensie zien de oplossing in meer samenwerking. De VNG wil
beter overleg met gemeenten, en het Korpsbeheerdersberaad stelt voor gezamenlijke
ketendoelen vooraf te definiëren.
De Algemene Rekenkamer wijst er in het nawoord op dat er geen eenheid van opvatting is
over de regie, sturing en organisatie van de keten en wacht de kabinetsreactie af.
IND gaat twinning aan met de Sociale Verzekeringsbank (SVB)
De IND heeft naast de overdracht van taken de laatste jaren veel veranderingen doorgemaakt
door reorganisaties en wijzigingen in de regelgeving. De werkprocessen zijn nog
onvoldoende uniform. Veel gegevensbestanden en managementinformatie zijn van lage
kwaliteit. Ook is er weinig lerend vermogen: klachten worden bijvoorbeeld niet gebruikt
als bron voor mogelijke verbeteringen.
Minister Verdonk heeft de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer overgenomen, om de SVB te
vragen als twinningpartner voor een periode van 2 à 3 jaar. Als kernactiviteit
voert de SVB vergelijkbare processen uit als IND en de IND kan in de ogen van de Algemene
Rekenkamer leren van de wijze waarop de SVB op tijdigheid stuurt.
Enkele cijfers
In 2004 werden bij IND in totaal 286.976 aanvragen gedaan voor visa, Machtigingen
Voorlopig Verblijf (MVV) en reguliere verblijfsvergunningen (VVR). Het gaat om 20.384
visa, 55.644 MVV's en 210.948 VVR's.
Hiernaast beslissen ook het Ministerie van Buitenlandse Zaken over visumaanvragen (in
2004: 20.878) en de ambassades in het buitenland: 311.410 in 2004.
De IND kreeg in 2004 11.770 klachten over de aanvraag van een visum, MVV of VVR.