Een `bakkie Troost' voor Van Geel
15-09-2005 * SP Tweede-Kamerlid Krista van Velzen heeft vanmorgen een
bodemmonster van de Stort van Troost uit Dordrecht aangeboden aan
staatssecretaris Van Geel van Milieu. Het sterk geurende `bakkie
Troost' bevat onder andere olie, calciumhydroxide, katalysatorafval en
silicagel. Met de overhandiging zet de SP het sterk vervuilde
natuurgebied aan de rand van de Biesbosch weer op de agenda.
Van Velzen vindt dat het afschuifbeleid van de landelijke overheid
vergaande gevolgen heeft voor de bodemsanering in Nederland. De
verantwoordelijkheid voor het saneren van vervuilde bodem is bij de
provincies en gemeenten terecht gekomen, maar zonder de daarvoor
benodigde budgetten. De lagere overheden leggen de bal daarom terug
bij het Rijk en vragen meer geld. Deze gang van zaken levert een
lachende derde op: de vervuiler.
Vanaf 1965 heeft de firma Troost afval gestort in de polder Stededijk
aan de rand van Nationaal Park De Biesbosch. In de jaren zeventig
heeft Shell daar naar schatting 200.000 ton afval laten storten,
waaronder een zeer groot deel verontreinigd afval. Volgens de
vergunning was dat niet toegestaan. Door het achterblijven van
sanering vormt de vervuiling al jaren een ernstige bedreiging voor het
drinkwater. De kosten van het schoonmaken worden steeds hoger. Zowel
de firma Troost als Shell wijzen alle verantwoordelijkheid van de
hand, ondanks diverse acties van milieuorganisaties en de SP-fracties
in provinciale staten en de Tweede Kamer.
Van Velzen: "Reconstructie van de politieke gang van zaken gaat elk
voorstellingsvermogen te boven. De beantwoording van recente vragen
aan de provincie Zuid-Holland en diverse Kamervragen geven een beeld
van afschuiven van verantwoordelijkheden en onwil de daadwerkelijke
vervuiler aansprakelijk te stellen."
De feiten op een rijtje:
- De provincie heeft in 2000 besloten dat de Stort van Troost met
ernst en urgentie uiterlijk eind 2004 gesaneerd moet zijn. Voor dit
doel werd een budget van 13 miljoen gulden gereserveerd.
- Eerdergenoemde beleidswijziging van het ministerie van VROM leidde
ertoe dat de sanering van de Stort van Troost voortaan onder de
verantwoordelijkheid van de gemeente Dordrecht zou vallen. Het dossier
werd overgedragen, het geld bleef bij de provincie.
- Precies een jaar geleden volgden vragen over de trage gang van zaken
en het feit dat er nog niet gesaneerd was. Daar kwam een hoopgevend
antwoord op: de staatssecretaris zag de noodzaak tot sanering wegens
het grote verspreidingsgevaar en de ecologische risico's ook in en
bood de gemeente aan om met hem in gesprek te treden over de
financiële mogelijkheden.
- Een jaar verder is er nog niks gebeurd en was er dus reden tot
nieuwe Kamervragen. Nu blijkt dat de gemeente Dordrecht op dit moment
de verspreiding, samenstelling en gevolgen van de voormalige
stortplaats opnieuw aan het onderzoeken is. En dat na het vaststellen
van 3 saneringsvarianten in 2000, nog een onderzoek in 2001 en de
controle daarvan door een milieuadviseur in 2002.
Van Velzen: "In deze bureaucratie en met alle adviesbureaus blijft de
daadwerkelijke vervuiler, Shell, buiten beeld. Gaf Shell vorig jaar
nog aan kennis en mankracht beschikbaar te stellen, dit jaar geeft ze
aan niet in het project te participeren. Over het verhalen van kosten
horen we de staatssecretaris, de gemeente of de provincie niet. In
plaats daarvan probeert de eigenaar van de stortplaats bij de
provincie een claim in te dienen. Het is de wereld op zijn kop. Deze
onwil is vooral opmerkelijk bij een bedrijf als Shell, voor wie de
kosten van sanering niets zijn vergeleken met de kosten van het
opkrikken van haar duurzame imago."
Socialistische Partij