Gemeente Waterland
Op 23 augustus heeft het college van gedeputeerde staten van de
provincie Noord-Holland het nieuwe bestemmingsplan Marken volledig
goedgekeurd. Dit is in de wereld van de bestemmingsplannen in
Nederland vrij uniek. In de meeste gevallen wordt een bestemmingsplan
op onderdelen altijd wel goedkeuring onthouden, bijvoorbeeld naar
aanleiding van bezwaren, het provinciale Streekplan of juridische
foutjes.
Maar dus niet bij het bestemmingsplan Marken. Dit komt enerzijds omdat
de provincie de bestemmingsplannen wat meer strategisch en op
hoofdlijnen toetst en met name binnen het stedelijk gebied (de
bebouwde kom) meer verantwoordelijkheid geeft aan de gemeenten.
Anderzijds is het een uitstekend product geworden door de inbreng en
de betrokkenheid van velen bij de totstandkoming van het
bestemmingsplan, zoals alle mensen die hebben ingesproken op het plan,
de instanties en adviescommissies die de gemeente hebben geadviseerd,
de Eilandraad Marken, de wethouder Ruimtelijke Ordening, de leden van
de raadscommissie ROM, de gemeenteraadsleden en de betrokken
medewerkers. Zij hebben samen gezorgd voor kwaliteit en een
zorgvuldige en professionele besluitvorming. Het gemeentebestuur wil
alle betrokkenen daarvoor hartelijk bedanken.
De verdere procedure
Het goedgekeurde bestemmingsplan en het goedkeuringsbesluit van de
provincie zijn met ingang van 12 september 2005 opnieuw ter inzage
gelegd in het gemeentehuis, gedurende 6 weken. Tijdens deze termijn
kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de
Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Meer informatie staat
op de website van de Raad van State: www.raadvanstate.nl.
Mensen die eerder bedenkingen hebben ingediend bij de provincie tegen
het bestemmingsplan krijgen overigens rechtstreeks per post hierover
bericht van de provincie. Beroep kan worden ingesteld door die mensen
die eerder tijdig bij de provincie bedenkingen hebben ingediend
(artikel 27 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening) en degenen die
kunnen aantonen dat zij daartoe redelijkerwijs niet in staat zijn
geweest.