Vrije Universiteit Amsterdam

M.L. Rurup
15.09.2005
VU medisch centrum
aula
Setting the stage for death. New themes in the euthanasia debate 13:45

Promotor: prof.dr. G. van der Wal, prof.dr. P.J. van der Maas

Sterven op verzoek
Waar ligt de grens als het gaat om euthanasie in afwezigheid van een ernstige ziekte, voor mensen die 'klaar zijn met leven'? Wat te doen in geval van vergevorderde dementie bij een patiënt die een euthanasieverklaring bezit? Mette Rurup geeft inzicht in de dagelijkse praktijk achter deze vragen. Van alle verzoeken om euthanasie of hulp bij zelfdoding die Rurup onderzocht, kwam ongeveer vijf procent voort uit het zogeheten lijden aan het leven onder voornamelijk alleenstaande ouderen van 80 jaar of ouder. De meeste artsen weigerden aan deze verzoeken te voldoen. Soms kon de huisarts een behandeling aanbieden, waarna de patiënt het verzoek matigde of introk. Rurup stelt dat de in 2002 door de Hoge Raad gestelde eis van een medisch classificeerbare aandoening, niet goed aansluit bij de medische praktijk. Zo hadden de oudere mensen zonder ernstige ziekte wel vaak ernstige symptomen, en speelt ook bij ernstig zieke patiënten soms levensmoeheid een belangrijke rol. In geval van demente patiënten met een euthanasieverklaring, bespraken artsen het al dan niet opvolgen daarvan in de meeste gevallen met de naasten; maar euthanasie volgde daarop zelden. Die naasten hechtten echter meer waarde aan het opvolgen van wilsverklaringen: zij hadden een tolerantere houding ten opzichte van bespoediging van de dood dan artsen. Artsen die wel een euthanasieverklaring van een demente patiënt opvolgden, meldden dit niet, hoewel het legaal kan plaatsvinden, mits de euthanasiewet wordt gevolgd. Tien procent van de zestigplussers uit de onderzoeksgroep had een wilsverklaring; bij mensen onder 60 jaar was dat drie procent. Meestal ging het hier om een euthanasieverklaring.

Voor meer informatie over activiteiten aan de VU:

dienst Communicatie, afdeling wetenschapsvoorlichting

T 020 59 85666
E communicatie@dienst.vu.nl

Voor meer informatie over activiteiten aan VUmc

T 020 44 43444
E communicatie@vumc.nl