TNO: Slechts 3 procent kinderen in stad beweegt voldoende
Tno
TNO: Slechts 3 procent van de kinderen in stadswijken beweegt voldoende
Beweegvriendelijk inrichten van de woonomgeving belangrijk aandachtspunt
Uit onderzoek van TNO Kwaliteit van Leven blijkt dat slechts 3 procent van de kinderen
tussen 6 en 11 jaar die in één van de tien onderzochte stadswijken wonen
voldoende beweegt. Volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen moeten kinderen jonger dan
18 jaar minimaal 60 minuten per dag tenminste matig intensief lichamelijk actief zijn.
Uit het onderzoek blijkt ook dat bijna de helft van de onderzochte kinderen 'inactief'
is. Dit betekent dat ze op vijf of meer dagen de norm van zestig minuten lichamelijk
actief zijn niet halen. Het is dan ook belangrijk kinderen te stimuleren meer te bewegen.
Eén van de maatregelen die hieraan kan bijdragen is het 'beweegvriendelijk'
(her)inrichten van stadswijken.
Woensdag 14 september om 13.30 uur neemt staatssecretaris Ross-van
Dorp het TNO-rapport 'Kinderen in prioriteitswijken: lichamelijke (in)activiteit en
overgewicht' in ontvangst.
1200 kinderen uit 10 stadswijken
Met financiering van de Ministeries van VWS en VROM onderzocht TNO Kwaliteit van Leven het
beweeggedrag van ruim 1200 kinderen uit groep 3 t/m 7 van het basisonderwijs. Het
onderzoek vond van oktober 2004 tot januari 2005 plaats in 10 stadswijken van enkele
grote steden in Nederland en richtte zich met name op de relatie tussen kenmerken van de
bebouwde omgeving en het beweeggedrag van de kinderen. Van de groep kinderen die is
onderzocht, is 33 procent van de meisjes en 28 procent van de jongens te dik, waarvan 9
procent obees is.
Beweegdagboekje en beweegmeter
De onderzochte kinderen hebben samen met hun ouders gedurende zeven dagen een
beweegdagboekje bijgehouden. Een aantal kinderen heeft daarnaast ook een week een
beweegmeter gedragen. Deze meter registreert de duur en intensiteit van de bewegingen en
berekent daaruit de verbruikte hoeveelheid energie.
Invloed van de woonomgeving op het beweeggedrag
Met behulp van een checklist zijn de kenmerken van de tien stadswijken in kaart gebracht.
Uit het onderzoek bleek dat kinderen meer lichamelijk actief zijn als er in de wijk meer
sportvelden, laagbouw, woonerven, autoluwe zones, groen en water en gegroepeerde
parkeerplaatsen aanwezig zijn. Hondenpoep, leegstaande gebouwen, kruispunten en zwaar
bus- en vrachtverkeer in de wijk lijken een negatieve samenhang te hebben met de
hoeveelheid lichamelijke activiteit van de kinderen.
Aanbevelingen
Vijf van de 10 wijken worden de komende periode/jaren heringericht. Een nameting zal
antwoord moeten geven op de vraag of het beweegvriendelijker herinrichten van een
stadswijk het beweeggedrag van basisscholieren verbetert en/ of het aantal te dikke
kinderen vermindert.
Meer informatie:
TNO Persvoorlichting
Maarten Lörtzer
015 269 49 75 / 06 204 207 32
Aanmelden om bij het aanbieden van het rapport te zijn:
Persvoorlichting ministerie van VWS
Karin IJzendoorn per e-mail k.ijzendoorn@minvws.nl of tel.
070-3405012/ 06-15035342.