Tafelspeech minister Dekker bij dinervergadering Raden van Toezicht en
Advies EPN, Rijswijk 5 september 2005
Dames en heren,
Ik dank u aan te mogen zitten bij deze dinervergadering van de Raden
van Toezicht en Advies van EPN, platform voor de
informatiesamenleving. Als kabinet zetten wij in op de versterking van
de internationale concurrentiepositie van Nederland. Daarin is een
belangrijke rol weggelegd voor innovatie in het algemeen en ICT in het
bijzonder. Dat is voor u geen nieuws. Aan dat doel en die vaststelling
dankt EPN immers het bestaan.
Ook op het gebied van de volkshuisvesting speelt ICT een steeds
belangrijker rol. Denk aan veiligheid voor bewoners en
energiebesparing, maar ook aan woonhuistechnologie, de zogenoemde
'domotica', waarmee ouderen en zorgbehoevenden in staat zijn langer
zelfstandig te blijven wonen. VROM heeft daarvoor samen met VWS veel
geld beschikbaar gesteld.
Met toepassing van breedbandtechnologie stimuleren we innovatie in het
bedrijfsleven. Ook komen meer wooncomfort, zuiniger verwarming en
koeling en zorg-op-maat breder beschikbaar voor bewoners in de
volkshuisvesting.
Ik ondersteun daarom van harte het streven van collega Brinkhorst om
Nederland in 2010 een koploper te laten zijn in Europa en de wereld
als het gaat om breedband.
In een binnenkort aan de Tweede Kamer te zenden brief zal de minister
van EZ zijn vorderingen melden rond de acties uit de
breedbandnota van het kabinet uit 2004. Een van die acties betreft het
stimuleren van breedband bij (semi-) publieke diensten en
woningcorporaties. Dit gebeurt vooral door voorlichting. Onderdeel van
die voorlichting is binnenkort een 'handreiking breedband' die door EZ
wordt opgesteld. Het zal daarin gaan over de Europese en nationale
kaders die voor breedbandontwikkeling van belang zijn en hoe daar in
praktijk mee te werken is.
Woningcorporaties kunnen een stimulans vormen voor
breedbandontwikkeling. Vanwege de omvang van hun woningbezit en de
vraagbundeling die ze daarbinnen kunnen realiseren. Om die reden is
nog eens zorgvuldig gekeken naar de mogelijkheden die zij hebben bij
de aanleg van breedbandinfrastructuren. Wat kan - als we kijken naar
de Europese en nationale kaders rond staatssteun en aanbesteding - nog
worden beschouwd als kerntaak van de corporaties? Waar ontstaan
risico's t.a.v. oneigenlijke concurrentie en marktverstoring?
Met EZ ben ik vooralsnog tot de conclusie gekomen dat het zogenoemde
'aansluitmodel' voor de corporaties het maximaal toelaatbare is. Dat
betekent enige verruiming, want tot nu toe gold de erfafscheiding van
de woning als grens. In het 'aansluitmodel' is dat het
dichtstbijzijnde aansluitpunt in de wijk. Dit betekent wellicht een
bescheiden extra stimulans voor breedband.
In de komende heroverweging van het corporatiestelsel - 'het nieuwe
arrangement'- zal worden bezien of, en zo ja onder welke voorwaarden,
een verdergaande rol via een dochterconstructie toelaatbaar is. Ik zal
daar met het veld en de Tweede Kamer over spreken en hoop nog dit jaar
de hoofdlijnen voor dat nieuwe arrangement bekend te kunnen maken.
Ik zie dus grote mogelijkheden voor de combinatie volkshuisvesting en
ICT, ik zie ook grote mogelijkheden voor breedband. Wat betreft de
corporaties en gemeenten blijven er echter wel restricties. Voor
corporaties schetste ik die zojuist al. Investeringen in het
hoofdnetwerk zijn géén kernactiviteit. En voor gemeenten geldt dat zij
zich terdege rekenschap moeten geven van de Europese kaders die hier
van toepassing zijn.
En dan tot slot nog even terug naar de mensen die van al die
ICT-zegeningen moeten gaan genieten: de burgers. Voor mij staat de
keuzevrijheid voorop. Er mag geen gedwongen winkelnering zijn voor wat
betreft infrastructuur en dienstenaanbieders. En wie niet mee wil
doen, hoeft ook niet mee te betalen. Geen doorberekening dus van
kosten aan niet-gebruikers. Dat laatste is met name voor corporaties
en hun huurders van belang.
U heeft met deze laatste opmerkingen al meteen kennis kunnen nemen van
mijn mening over uw eerste discussiepunt. Ik ben benieuwd naar uw
bijdragen en wens u smakelijk eten en een interessante
gedachtewisseling.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer