Ministerie van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Ross-van Dorp, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op vragen van het lid Van der Laan (D66) over de bestrijding van alle vormen van discriminatie door de OVSE.

Vraag 1
Bent u ermee bekend dat de OVSE in de recente Verklaring van Cordoba, geweld tegen en discriminatie van christenen wel veroordeelt, maar geweld en discriminatie op grond van leeftijd, handicap en seksuele geaardheid niet? Wat vindt u hiervan?

Vraag 2
Bent u van oordeel dat geweld tegen en discriminatie van christenen (ook wel aangeduid als christianophobia) in de OVSE-lidstaten een groot c.q. groter probleem vormt dan geweld tegen en discriminatie van moslims c.q. discriminatie op grond van seksuele geaardheid?

Antwoord
De strijd tegen antisemitisme en andere vormen van discriminatie op basis van ras en/of religie staat sinds het Nederlandse OVSE-voorzitterschap in 2003 hoog op de politieke agenda van de OVSE. De OVSE heeft ministeriële conferenties georganiseerd over verschillende deelaspecten van deze problematiek. In zijn algemeenheid staat Nederland op het standpunt dat alle uitingen van antisemitisme, racisme, vreemdelingenhaat, discriminatie en andere vormen van intolerantie ontoelaatbaar zijn. Nederland zet zich actief in alle vormen van intolerantie te bestrijden. De Nederlandse regering acht het ongewenst om onderscheid te maken tussen verschillende vormen van intolerantie: alle vormen van intolerantie, ongeacht de discriminatiegrond, moeten worden bestreden. Ik acht een uitspraak over welke vorm van discriminatie het grootste probleem vormt daarom ongewenst.

Vraag 3
Waarom is in de Verklaring geen afkeuring van geweld en discriminatie op grond van seksuele gerichtheid, leeftijd en handicap opgenomen? Waarom corresponderen de in de Verklaring genoemde discriminatiegronden niet met de gronden uit het Europees anti-discriminatiebeleid (sekse, ras en etnische afkomst, religie en levensovertuiging, handicap, leeftijd en seksuele geaardheid)? Heeft de Nederlandse delegatie in EU-verband gepleit voor het expliciet opnemen van leeftijd, handicap en seksuele geaardheid in de Verklaring van Cordoba? Heeft de Nederlandse delegatie vóór de Verklaring gestemd?

Antwoord
De Verklaring van Corboda is opgesteld door het OVSE-voorzitterschap, dit jaar bekleed door Slovenië, op basis van consultaties met de deelnemende staten. Gegeven de thematiek en gegeven het feit dat een aantal landen, zoals de Verenigde Staten en de Heilige Stoel, tegen een uitputtende opsomming van de discriminatiegronden waren, heeft de voorzitter zijn verklaring, die niet in stemming gebracht is, beperkt gehouden.

Vraag 4
Is het waar dat de OVSE, door aanhoudend verzet van een aantal OVSE-lidstaten, nauwelijks activiteiten kan ontplooien die gericht zijn op de bestrijding van geweld en discriminatie op grond van seksuele geaardheid? Welke lidstaten verzetten zich? Op welke wijze kunt u, bijvoorbeeld samen met andere EU-lidstaten, in deze situatie verandering brengen?

Antwoord
Zoals ik ook in mijn antwoord op vraag 3 al aangaf, is binnen de OVSE, evenals binnen de VN, het internationale krachtenveld zodanig, dat de benodigde consensus voor het expliciet opnemen van seksuele gerichtheid als discriminatiegrond vooralsnog ontbreekt. Op verzoek van Nederland zal de EU binnen deze gremia het thema seksuele gerichtheid wel prominent naar voren brengen, bijvoorbeeld tijdens diverse EU interventies. Tijdens de komende Human Dimension Implementation Meeting van de OVSE, die gehouden wordt van 19 tot 30 september in Warschau, zal de EU aandacht vragen voor discriminatie op basis van seksuele gerichtheid in de EU verklaring over discriminatie en intolerantie.