Utrecht, 13 september 2005
Visie op landschap mist in kabinetsvisie 'Kiezen voor landbouw'
Reactie van Natuur en Milieu op kabinetsvisie Kiezen voor landbouw
Duidelijk, weinig nieuws en te weinig concreets over landschap. Dat
vindt Natuur en Milieu van de visie van minister Veerman op de
toekomst van de agrarische sector. Vandaag presenteerde de minister
zijn visie met de titel Kiezen voor landbouw. Positief is dat Veerman
duidelijkheid schept voor boeren. Echter de overheid kiest niet voor
landbouw, maar laat de landbouw, agro-industrie en supermarkten zelf
kiezen. Dat kan, volgens de milieuorganisatie, alleen onder scherpe
randvoorwaarden die de overheid moet stellen. De landbouw heeft in
Nederland veelal nog een negatief effect op het Nederlandse landschap
en de milieukwaliteit van het landelijk gebied. En de overheid is wel
verantwoordelijk voor het oplossen van deze problemen.
Voor de milieukwaliteit van het landelijk gebied heeft de overheid de
meeste instrumenten in handen. Vooral de Europese richtlijnen, zoals
de Habitatrichtlijn, Nitraatrichtlijn en Kaderrichtlijn Water, zorgen
ervoor dat boeren wel minder gaan vervuilen. Nederland heeft die
richtlijnen immers onderschreven. Voortvarende implementatie van die
richtlijnen, waar minister Veerman deels voor verantwoordelijk is, is
hard nodig. De visie signaleert dit terecht.
Wat echt mist in de visie zijn duidelijke ideeën over de rol van de
landbouw in het beheer van het Nederlandse landschap. Want dat
landschap staat, zo was ook in de Natuurbalans 2005 te lezen, onder
grote druk. Het is nodig om concrete doelen voor behoud en
ontwikkeling van het landschap te stellen, voorstellen te formuleren
waar de overheid boeren een belangrijke rol wil geven bij beheer van
het landschap en een concrete inzet van geld hiervoor. Dat is een
gemiste kans.
Een derde randvoorwaarde is een eerlijke markt. Meer duurzame
producten moeten voordeel krijgen in de markt. Bijvoorbeeld door
scherpere mondiale afspraken op gebied van milieu en dierenwelzijn.
Daar kan alleen de overheid voor zorgen. De visie is op dit punt lang
niet ambitieus genoeg.
Natuur en Milieu roept minister Veerman op de kansen die zich komende
maanden voordoen om een impuls aan de kwaliteit van het Nederlandse
landschap te geven, met beide handen aan te grijpen. De minister moet
in de begroting van het ministerie voor 2006 extra geld reserveren
voor investeringen en beheer van het landschap. Uiteindelijk is
jaarlijks een bedrag van 700 miljoen nodig, waarvan rond de 450
miljoen toch echt van de rijksoverheid moet komen. In de komende
besprekingen over de financiële meerjarenstrategie van de Europese
Unie zou de minister moeten pleiten voor een verdere verschuiving van
de Europese inkomstenlandbouwsubsidies naar plattelandssubsidies. Deze
gelden kunnen gericht ingezet worden voor het ondersteunen van boeren
bij het beheer van het landschap. Doet Veerman dat niet, dan krijgt
het landschap het voor de kiezen.
Voor nadere informatie:
Gijs Kuneman, 030 2348263, 06543 42 832
Stichting Natuur en Milieu