Milieubeleidsmakers hebben weinig vertrouwen in de burger
Milieu centraal
Ambtenaren en politici die zich bezig houden met milieubeleid verwachten niet veel van
gedragsverandering van de burgers in Nederland. Dit blijkt uit een peiling van Milieu
Centraal onder 46 milieubeleidsmakers afkomstig uit politieke partijen, ministeries,
provincies en gemeenten. Wanneer zij mogen kiezen tussen stimulering van vrijwillig
milieuvriendelijk gedrag, of regelgeving, hebben regels vaak de voorkeur.
De beleidsmakers stellen in meerderheid dat ze niet zonder de medewerking van de burger
kunnen om het milieubeleid uit te voeren. 60% Denkt bovendien dat milieu nog steeds leeft
bij de bevolking. Ook denken de meeste beleidsmakers dat mensen best weten wat je aan het
milieu kan doen, mede dankzij de Postbus 51 spotjes.
Maar er is weinig vertrouwen in eigen initiatief van de bevolking. De grote hoofdmoot wil
niets vrijwillig doen. Mensen kijken toch eerst naar de portemonnee en het leefgenot, zo
luidt een veelvoorkomende redenering in beleidskringen. Ambtenaren en politici in Den
Haag en bij provincies denken dat er voldoende draagvlak is voor milieuregels, mits de
regels helder en goed beargumenteerd zijn, bijvoorbeeld bij de verplichting van
roetfilters van dieselauto s. Wethouders en ambtenaren van gemeenten verwachten in het
algemeen dat er minder draagvlak is voor milieudwang.
Chris Bruijnes, directeur Milieu Centraal, concludeert: Het milieubeleid heeft de
aansluiting met de bevolking verloren. Enerzijds wordt de burger belangrijk gevonden,
anderzijds verwacht men daar weer niet veel van. Bruijnes twijfelt of burgers wel zitten
te wachten op nieuwe milieuregels. Als er sprake is van regelgeving zal er meer moeten
worden gedaan aan uitleg en communicatie.
Het onderzoek werd uitgevoerd als bijdrage aan het debat dat staatssecretaris van Geel
van Milieubeheer op 14 september voert onder de noemer Toekomstagenda Milieu.
Einde persbericht