Nederland positief over Nederlandse land- en tuinbouw
13 september 2005 - Veel Nederlanders hebben een positief beeld van de agrarische ondernemer, zowel van de persoon als van de bedrijfstak. Wel is het zo dat burgers een beperkte kennis hebben van de land- en tuinbouw. Het beeld dat de Nederlander heeft is vrij traditioneel, met kleine agrarische bedrijven die her en der verspreid liggen door het landschap. Dat blijkt uit een imago-onderzoek dat de Rijksvoorlichtingsdienst op verzoek van minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft laten uitvoeren. Het onderzoek is uitgevoerd door TNS NIPO voor de toekomstvisie van de minister. Deze toekomstvisie: 'Kiezen voor Landbouw' is vandaag in Amsterdam gepresenteerd.
De agrarische sector heeft een negatiever beeld van zichzelf heeft dan de burger. Een groot gedeelte van de boeren en tuinders meent dat de samenleving geen goed beeld heeft van de sector. Ze denken dat de sector bij de burgers een 'Ot en Sien' gevoel oproept, terwijl de boer zichzelf ziet als een moderne ondernemer.
Het programma 'Boer zoekt Vrouw' (3,1 miljoen kijkers) heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het imago van de boer. Twee op de vijf mensen die het programma hebben gezien blijken boeren meer te zijn gaan zien als ondernemers en niet meer als traditionele boer. Een op de zes kijkers heeft door het programma een positiever beeld van de bedrijfstak gekregen.
Het imago van de boer als mens is positief. De boer is eerlijker, diervriendelijker en milieuvriendelijker dan de gemiddelde Nederlander. Hij werkt hard, is geen grootverdiener en zeker niet arrogant. Boeren zijn even optimistisch, zelfstandig, gevoelig, modern, ruimdenkend, klagerig en werelds als de andere Nederlanders.
Het imago van de diverse sectoren verschilt. De intensieve veehouderij wordt gezien als grootschalig, exportgericht en modern, terwijl de melkveehouders een romantischer beeld oproepen. Burgers hebben een emotionele band met koeien en in mindere mate met varkens. Met de kip heeft niemand een band. De glastuinbouw wordt geassocieerd met grootschalig, exportgericht en modern. De burger geeft ook de voorkeur aan Nederlandse producten.
De groente- en sierteelt scoren hoog op milieuvriendelijkheid. Beide sectoren worden gezien als grootschalig, exportgericht en modern. De akkerbouw is grootschalig, traditioneel en gericht op landschapsbeheer. De visserij wordt omschreven als een sector met veel concurrentie, traditioneel, grootschalig en modern.
Vooral de biologische landbouwbedrijven hebben een heel positief imago: natuurvriendelijk, milieuvriendelijk, kleinschalig en modern.
Ouderen zijn meer betrokken bij de boer dan jongeren. Vrouwen hebben over het algemeen een positiever beeld van de boer dan mannen. Stedelingen zijn minder betrokken bij het platteland. Een meerderheid van de Nederlanders is van mening dat er over tien jaar nog genoeg ruimte zal zijn voor de landbouw. Een grote meerderheid van 94% is van mening dat boerenbedrijven in Nederland moeten blijven.
Informatie over de toekomstvisie is te vinden via www.minlnv.nl/kiezenvoorlandbouw
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit