Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid


Landelijke Vereniging van Artsen in Dienstverband Postbus 90801 2509 LV Den Haag T.a.v. dhr. Bais Anna van Hannoverstraat 4 Postbus 20058 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 3502 LB UTRECHT

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer 1644a/05/jc/504.1.1. AV/IR/2005/43030

Onderwerp Datum Contactpersoon Europese Arbeidstijdenrichtlijn 93/104 12 september 2005

Geachte heer Bais,

In uw brief van 6 juni vraagt u aandacht voor uw standpunt ten aanzien van de Arbeidstijdenrichtlijn (2003/88/EG). De Commissie heeft op 31 mei een gewijzigd voorstel tot wijziging van de Arbeidstijdenrichtlijn ingediend waarin zij een aantal amendementen van het Europees Parlement heeft overgenomen.

Graag wil ik van de gelegenheid gebruik maken om het Nederlandse standpunt ten aanzien van het voorstel van de Commissie te verduidelijken. De uitspraak van het Europese Hof in het Jaegerarrest in 2003 heeft voor Nederland een aantal aanzienlijke problemen opgeleverd rondom de regels voor aanwezigheidsdiensten. Bij de Europese Commissie is daarom aangedrongen op een structurele oplossing die de mogelijkheid biedt om `on-call time' niet op één lijn te stellen met tijd waarin daadwerkelijk werkzaamheden worden verricht. In het Arbeidstijdenbesluit is dit, zoals u weet, ook nu zo geregeld. Er is nog steeds geen overeenstemming bereikt over het wijzigen van de richtlijn. Het meest in het oog springende discussiepunt is de opt-out. Nederland is in principe geen voorstander van de opt-out regeling. Verschillende andere Europese lidstaten menen deze opt-out echter nodig te hebben. Nederland is daarom bereid de te accepteren dat de opt-out in de richtlijn blijft bestaan, zij het onder strenge voorwaarden.

Omdat het er naar uit ziet dat een structurele oplossing nog geruime tijd op zich zal laten wachten, ben ik van plan om, zoals vermeld in mijn brief aan de Tweede Kamer van 12 augustus 2005, de Nederlandse regelgeving voor aanwezigheidsdiensten in overeenstemming te brengen met het gemeenschapsrecht (Kamerstukken II 2004/05, 29 376, nr. 6). Het Arbeidstijdenbesluit zal daartoe worden gewijzigd met invoering van de opt- out voor werknemers die aanwezigheidsdiensten draaien.

2

Van uw opmerkingen over de wenselijkheid van de opt-out heb ik kennis genomen en deze zullen worden betrokken bij de uiteindelijke besluitvorming.

Met vriendelijke groet,
de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

c.c.: Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 1a
2513 AA `s-GRAVENHAGE