Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
7 juli 2005 AM/AMI/05/52896
nr. 2040517780
Onderwerp Datum
Kamervragen van de leden Weekers, Visser 12 september 2005
(VVD) en Bruls(CDA)

Hierbij zend ik u mede namens de minister van Verkeer en Waterstaat de antwoorden op de vragen van de leden Weekers en Visser (beiden VVD) en Bruls (CDA) over de verdringing van Nederlandse internationale vrachtwagenchauffeurs door Poolse internationale vrachtwagenchauffeurs in Nederland.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

Bijlage 1


2

Nr. 2040517780

Vraag: 1
Zijn er in Nederland uitzendbureau's die via illegale constructies Oost-Europeanen laten rijden bij Nederlandse bedrijven? 1)

Antwoord: 1

Het is onbekend in hoeverre Nederlandse uitzendbureaus betrokken zijn bij illegale constructies die Oost-Europese chauffeurs laten rijden bij Nederlandse bedrijven. Wel is de SIOD gestart met een thematisch opsoringsproject in het (internationaal) beroepsgoederenvervoer over de weg. Dit heeft reeds geresulteerd in een aantal onderzoeken bij transportbedrijven. Tot op heden zijn bij deze onderzoeken geen uitzendbureaus met illegale constructies betrokken.

Vraag: 2
Deelt u de opvatting dat oneerlijke concurrentie bij het internationaal beroepsgoederenvervoer over de weg door middel van oneigenlijke constructies moet worden tegengegaan? Welke oneigenlijke constructies bestaan er? Wat valt daartegen in nationaal en/of Europees verband te doen?

Antwoord: 2
Ik deel de opvatting dat oneerlijke concurrentie, die plaats vindt door illegale praktijken, moet worden tegengegaan. Hiertoe dient het handhavingsbeleid van zowel SZW als V&W. Het kan dan gaan om bijvoorbeeld zwart of grijs werk, om het niet naleven van de regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden, arbeidstijden en het wettelijk minimumloon, en om illegale tewerkstelling. Het bij de grens wisselen van chauffeur kan gezien worden als een oneigenlijk gebruik, maar is niet illegaal en derhalve ook niet strafbaar.

De meeste concurrentie binnen de internationale transportwereld vindt evenwel legaal plaats en is het gevolg van de open grenzen binnen de Europese Unie. Zo is er de tendens dat grote Nederlandse transportondernemingen een deel van de werkzaamheden naar landen als Polen en Hongarije verplaatsen. Vanuit bijvoorbeeld een Hongaarse vestiging wordt met Hongaars personeel tegen Hongaarse arbeidsvoorwaarden op een in Hongarije geregistreerde vrachtwagen internationaal goederen vervoerd. Vanwege de lagere arbeidskosten is dit vervoer aanzienlijk goedkoper dan wanneer het vanuit een Nederlandse vestiging met Nederlands personeel zou worden verricht.

Wat de Europese samenwerking betreft is de introductie van het bestuurdersattest in 2003 van belang. Voor de tewerkstelling van alle bestuurders die niet beschikken over de nationaliteit van een van de EU-lidstaten is een bestuurdersattest vereist. Het attest toont aan dat de tewerkstelling in de lidstaat van afgifte legaal is en dat de arbeidsvoorwaarden marktconform zijn. Alleen als men in het bezit is van een bestuurdersattest mag een niet-EU chauffeur werkzaam zijn in het


3

internationaal transport. Het niet beschikken over een bestuurdersattest wordt strafrechtelijk gehandhaafd door IVW. Dit attest is evenwel sinds de toetreding niet meer vereist voor chauffeurs uit de nieuwe lidstaten van de EU.

Voor wat betreft de handhaving van de binnen de EU geharmoniseerde arbeidstijden en rij- en rusttijden vindt binnen de EU een proces van geleidelijke harmonisatie plaats. Euro Control Route vormt voor de handhavingsdiensten van diverse lidstaten een platform om ervaring en kennis uit te wisselen.
Vraag 3
Op welke manier wordt in Nederland gecontroleerd of op een Nederlandse vrachtwagen ook daadwerkelijk een chauffeur zit die in Nederland in loondienst werkt? Wordt deze controle behoorlijk uitgevoerd en zijn de controlemogelijkheden voldoende? In hoeverre doet de Arbeidsinspectie onderzoek in deze sector?

Antwoord: 3
De IVW controleert bij wegcontroles of chauffeurs van buiten de Europese Unie beschikken over een bestuurdersattest (zie ook antwoord 2). In de Wet Goederenvervoer over de Weg is voorts bepaald dat alle chauffeurs op Nederlandse vrachtwagens een verklaring van dienstbetrekking of een verklaring van ter beschikkingstelling (in geval van uitzendarbeid) bij zich moeten hebben. In dit document verklaren werkgever en chauffeur dat er een loon- en gezagsverhouding is. De Arbeidsinspectie doet geen onderzoek of de chauffeur in Nederland in loondienst is, maar controleert op de naleving van de Wet arbeid vreemdelingen (veelal op basis van signalen van de IVW), de Wet op het minimumloon (reactief) en in het zogenoemde "eigen vervoer" op de Arbeidstijdenwet Vervoer.

Vraag: 4
Is het waar dat als gevolg van de hevige concurrentiestrijd tussen internationale vrachtwagenchauffeurs de wettelijke normen door chauffeurs worden ontdoken? Wat zijn de gevolgen hiervan voor de (verkeers)veiligheid?

Antwoord: 4
Hevige concurrentiestrijd kan ertoe leiden dat werkgevers en hun chauffeurs meer onder druk komen te staan.

Voor de verkeersveiligheid is met name de naleving van de Arbeidstijdenwet Vervoer van belang. Het toezicht op de naleving van deze wet in het beroepsgoederenvervoer over de weg wordt uitgevoerd door IVW.
Overigens is in de aanloop naar de toetreding van 10 nieuwe landen aan de EU over de periode van 2002 tot en met 2004 onderzoek gedaan naar het nalevingniveau van het Arbeidstijdenbesluit Vervoer door chauffeurs in het internationaal vervoer. In het algemeen kan worden gesteld worden dat het gemiddeld overtredingpercentage van chauffeurs uit de MOE-landen niet significant afwijkt van dat van de West-Europese chauffeurs.

Vraag: 5


4

Welke mogelijkheden ziet u om, al dan niet samen met de sector, in de Europese Unie een gelijk speelveld te krijgen als het gaat om het internationaal beroepsgoederenvervoer over de weg?

Antwoord: 5
Vanuit de overheid wordt zoveel mogelijk getracht gelijke concurrentievoorwaarden in de EU te bewerkstelligen en te bewaken. Binnen de EU wordt ingezet op harmonisatie van de arbeidstijden en de rij- en rusttijden in het internationaal vervoer. Wat betreft de handhaving daarvan vindt eveneens een proces plaats van geleidelijke harmonisatie.
Ook is bijvoorbeeld in Brussel besloten dat in 2008 voor alle EU chauffeurs dezelfde opleidingseisen gaan gelden. Onder andere de Nederlandse vakbekwaamheidsopleiding voor beroepschauffeurs heeft daarbij als voorbeeld gediend.

In Nederland wordt de Wet goederenvervoer over de weg zodanig herzien dat aan het Nederlandse beroepsgoederenvervoer niet meer eisen gesteld worden dan door Brussel voorgeschreven worden. Hiermee zal de nationale wetgeving beter aansluiten bij de omstandigheden voor het gelijke speelveld.
Bij constatering van structurele belemmeringen of ongelijke behandeling van Nederlandse wegvervoerondernemingen wordt het probleem bilateraal met andere Transportministeries besproken om tot oplossingen te komen en/of aan de orde gesteld bij de Europese Commissie.

De belangrijkste bron van concurrentie zijn de arbeidskosten. Het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden en de hoogte van sociale premies en belastingen is een nationale aangelegenheid. Met name op dit punt van de arbeidskosten vindt de internationale concurrentie plaats. Afgezien van de vraag of het wenselijk is de EU bevoegdheden op deze terreinen te geven, bestaan er binnen de Europese Unie op dit moment geen mogelijkheden voor harmonisatie op het gebied van arbeidsvoorwaarden, en de hoogte van sociale premies en loonbelasting.

Vraag: 6
Hebt u kennisgenomen van het feit dat er klaarblijkelijk geknoeid werd en wordt met de plicht om eerst daadwerkelijk prioriteitsgenietend arbeidsaanbod te zoeken alvorens een tewerkstellingsvergunning aan te kunnen vragen voor Oost-Europese werknemers? Welke maatregelen gaat u nemen om dit tegen te gaan?

Antwoord: 6
Vanaf 1 mei 2004 heeft CWI de functie van internationaal chauffeur in het beroepsgoederenvervoer aangewezen als tekort-functie op grond van paragraaf 19a van de Uitvoeringsregels Wav. Dat betekent dat een werkgever bij een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning ten behoeve van een vreemdeling uit één van de MOE-landen zijn vacature niet hoeft te melden bij CWI en hoeft ook geen eigen wervingsinspanningen hoeft te verrichten. Van knoeien met de plicht om eerst prioriteitgenietend arbeidsaanbod te zoeken, kan met betrekking tot deze categorie werknemers dan ook geen sprake zijn.

In dit verband teken ik nog het volgende aan. Naar aanleiding van de aangenomen motie Bruls van 30 juni 2005 met betrekking tot de vrijstelling van de individuele arbeidsmarkttoets voor internationale chauffeurs in het internationaal wegtransport, heb ik contact opgenomen met CWI.


5

CWI heeft besloten om per 1 augustus 2005 deze functie niet meer vrij te stellen, zodat vanaf die datum werkgevers die een MOE-werknemer als internationaal chauffeur te werk willen stellen, moeten beschikken over een tewerkstellingsvergunning die volledig aan de arbeidsmarkt wordt getoetst. De werkgever zal dan ook bewijsstukken van de geplaatste personeelsadvertenties dienen te overleggen evenals de facturen voor het plaatsen. CWI beoordeelt de inhoud van de advertentie en of de daartoe meest geëigende middelen zijn gebruikt, met andere woorden, is geworven in de daarvoor in aanmerking komende bekende media.


1) PREMtime, 28 juni jl.

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerder vragen terzake van het lid De Wit (SP), ingezonden 30 juni 2005, (vraagnummer 2040517480).