Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten- Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA 's- GRAVENHAGE

Uw brief Ons kenmerk

1 augustus 2005 SV/V&V/05/69484
nr. 2040519080

Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Koomen 12 september 2005

Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de antwoorden op de vragen van het lid Koomen (CDA) over de uitspraak in de zaak Van Pommeren- Bourgondiën.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

Vragen van het lid Koomen (CDA) aan de Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de uitspraak in de zaak Van Pommeren- Bourgondiën. (Ingezonden 29 juli 2005)


1
Kent u de uitspraak van het Europese Hof van Justitie over de verstrekking van verplichte sociale verzekeringen (AOW, ANW en Kinderbijslag), in de zaak Van Pommeren- Bourgondiën, aan Nederlanders in het buitenland? 1)

Ja.


2
Bent u bereid de Tweede Kamer deze uitspraak toe te zenden, voorzien van uw reactie?

Ja. De tekst van het arrest is bijgevoegd.
Het Hof van Justitie EG heeft in de zaak van Pommeren- Bourgondiën uitspraak gedaan over de situatie waarin in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden niet verplicht verzekerd blijven voor het gehele Nederlandse socialezekerheidsstelsel, maar voor een deel ervan. Volgens het Hof is dit toegestaan, mits het deel waarvoor de verplichte verzekering is beëindigd vervangen is door een stelsel van vrijwillige verzekering, waarbij de voorwaarden voor die verzekering even gunstig zijn als de voorwaarden voor de verplichte verzekering, anders zou dit strijdig zijn met het vrij verkeer van werknemers. Volgens het Hof voldoet het Nederlandse stelsel niet aan deze voorwaarde.


3
Wat zijn de gevolgen van deze uitspraak voor het kabinetsbeleid, en kunt u weergeven wat de specifieke gevolgen zullen zijn van deze uitspraak voor de circa 350.000 residerende Nederlanders?

Op 2 september jl. heb ik het wetsvoorstel "Wijziging van enige socialeverzekeringswetten in verband met de beëindiging van de verzekeringsplicht van in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden" bij de Tweede Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel beoogt de gevolgen van de uitspraak van het Hof in de zaak Van Pommeren- Bourgondiën op te heffen voor zowel de toekomst als het verleden. Voor de toekomst, door de na de invoering van Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999, KB 746 nog resterende verzekeringsgrondslagen voor in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden te schrappen. Voor het verleden beoogt het wetsvoorstel de gevolgen van de uitspraak op te heffen door de mogelijkheid te creëren dat degenen op wie de uitspraak van het Hof van toepassing is, over een in het verleden gelegen periode alsnog kunnen deelnemen aan de vrijwillige verzekering AOW en ANW, maar dan tegen dezelfde voorwaarden als de voorwaarden voor de verplichte verzekering. De beoogde inwerkingstredingsdatum van dit wetsvoorstel is 1 januari 2006. Voor verdere toelichting verwijs ik u naar het wetsvoorstel en de bijbehorende Memorie van Toelichting.


4
Bent u bereid, indien dit gevolgen heeft voor die Nederlanders, hen actief van de gevolgen hiervan op de hoogte te stellen?

Ja. De Sociale Verzekeringsbank zal voorlichtingsmateriaal ontwikkelen voor degenen die alsnog voor een vrijwillige verzekering in aanmerking komen. Het gaat daarbij om algemene voorlichting als specifiek op de doelgroep gerichte voorlichting.

3


5
Heeft deze uitspraak ook gevolgen voor andere voorzieningen voor Nederlanders die in het buitenland verblijven, zoals ten aanzien van uw voornemen om de AWBZ- verzekering af te schaffen per 1-1-2006?

Het onder 3 genoemde wetsvoorstel bevat geen bepaling met betrekking tot de AWBZ. De beëindiging van de verplichte verzekering voor de AWBZ is voorzien bij de invoering van de Zorverzekeringswet.
Verder heeft de uitspraak geen gevolgen voor de beëindiging van de vrijwillige AWBZ- verzekering voor mensen die in het buitenland wonen per 1 januari 2006. Na inwerkingtreding van het onder 3 genoemde wetsvoorstel en de invoering van de Zorgverzekeringswet zijn betrokken personen voor geen enkele socialeverzekeringswet meer verplicht verzekerd. Dit betekent dat ze op grond van Verordening (EEG) nr. 1408/71 artikel 13, lid 2 sub f niet meer onderworpen zijn aan de Nederlandse
socialezekerheidswetgeving, maar aan die van hun woonland. Nederland is vervolgens vrij in de keuze om een vrijwillige verzekering te creëren voor de betreffende personen, of niet.


6
Kunt u, indien deze uitspraak gevolgen heeft, uiteenzetten wat de financiële effecten/ gevolgen zullen zijn van deze uitspraak voor de Nederlandse overheid?

Het is niet op voorhand te voorzien hoeveel uitkeringsgerechtigden van de mogelijkheid gebruik wensen te maken zich vrijwillig te verzekeren. Voor het overige verwijs ik u naar de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel.


1) Arrest van 7 juli 2005, nr. C-227/03