Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
12 september 2005
Nr. 05/147
De Geus: controle op kwaliteit kinderopvang wordt verscherpt
De controles door de GGD op de kwaliteit van de kinderdagverblijven en
de handhaving daarvan door de gemeenten worden aangescherpt.
Binnenkort bespreekt minister De Geus van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid met de gemeenten en de GGD hoe die verscherpte
controle het beste vormgegeven kan worden. De minister heeft hiertoe
besloten omdat uit onderzoek is gebleken dat de kwaliteit van de
kinderopvang de laatste 10 jaar is afgenomen. `Ik vind de resultaten
van de meting verontrustend', aldus De Geus.
Dit schrijft de bewindsman in een aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer
bij het onderzoeksrapport `Kwaliteit van Nederlandse
kinderdagverblijven: Trends in kwaliteit in de jaren 1995-2005'. Een
samenwerkingsverband van de universiteiten van Leiden, Nijmegen en
Amsterdam heeft met subsidie van het ministerie onderzocht of er in
kinderdagverblijven voldoende aandacht is voor het welzijn en de
ontwikkeling van kinderen. De onderzoekers concluderen dat de
kwaliteit van de dagelijkse praktijk achteruit is gegaan ten opzichte
van eerdere peilingen. De waardering die ouders hebben voor de opvang
is hier niet onderzocht. Uit recent onderzoek blijkt dat ouders
tevreden zijn en blijven over de kwaliteit: `Ze geven gemiddeld een 8-
aan de opvang', aldus de minister.
De Geus gaat verder de komende maand met brancheorganisaties in de
kinderopvang overleggen welke acties op korte termijn mogelijk zijn om
de kwaliteit van de kindervang te verbeteren. De minister zal hen
aanspreken op hun verantwoordelijkheid om de kwaliteit te
verbeteren, maar zal daarbij wel `de vinger aan de pols houden'.
Verder wil de minister dat onderzocht wordt wat de oorzaken zijn van
de geconstateerde daling. `Om de neerwaartse trend te kunnen buigen is
het belangrijk de oorzaken te kennen', schrijft de minister, die erop
wijst dat `de kwaliteitseisen die de overheid stelt de laatste 10 jaar
vrijwel gelijk zijn gebleven'.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid