Schiedamse parkmoord: zelfreflecties rechtbank en hof afgerond
Den Haag/Rotterdam, 12 september 2005 â De Rechtbank Rotterdam en het
Gerechtshof âs-Gravenhage hebben ieder onderzoek gedaan naar de
rechterlijke dwalingen in de Schiedamse parkmoord. Deze onderzoeken
zijn inmiddels afgerond. Zelfreflectie naar een rechterlijke dwaling
in de vorm waarin deze nu heeft plaatsgevonden is een novum in de
Rechtspraak. In Trema, tijdschrift voor de Rechterlijke Macht, doen de
president van de rechtbank mr. F.W.H. van den Emster en de president
van het hof mr. J.J.I. Verburg hiervan verslag. Trema verschijnt op 17
september voor abonnees. In het licht van de huidige actualiteit over
de Schiedamse parkmoord hebben rechtbank en gerechtshof besloten tot
een voorpublicatie van het artikel. Beide artikelen zijn als bijlage
bij dit persbericht gevoegd.
Onderzoek
Rechtbank en hof hebben afzonderlijk van elkaar onderzoek gedaan
vanwege de gescheiden posities in het rechtssysteem (eerste aanleg en
hoger beroep). In verband met de omvang van het dossier zijn de beide
onderzoeken wél door dezelfde personen begeleid, maar aanpak en
uitwerking verschillen. De externe adviseurs waren mr. P.P. Lampe
(oud-president van de Rechtbank Maastricht) en mr. G. Mannoury
(vice-president in het Gerechtshof Arnhem).
Buiten bevindingen van algemene aard kan over de inhoud van de
onderzoeken niets openbaar worden gemaakt. Het geheim van de
raadkamer, waaraan rechters wettelijk gebonden zijn, belet
openbaarmaking . Het geheim van de raadkamer wil zeggen dat de
interne beraadslagingen van rechters die een zaak behandelen nooit
daarbuiten besproken worden. In Nederland spreekt de rechter immers
door zijn vonnis of arrest. Om de externe adviseurs (zelf rechter) in
staat te stellen de zelfreflectie te begeleiden, is bij de
zelfreflectie op de Schiedamse parkmoord voor hen een uitzondering
gemaakt.
Zelfreflectie Rechtbank Rotterdam
Het bestuur van de Rotterdamse rechtbank heeft de rechters, die
destijds als rechter-commissaris of als lid van de strafkamer
betrokken waren bij de behandeling van deze zaak gevraagd mee te
werken aan een zelfreflectie omdat de samenleving vertrouwen moet
kunnen blijven hebben in de Rechtspraak. Dat de Rechtspraak zich
rekenschap geeft van mogelijke fouten kan daartoe bijdragen. Om die
reden heeft het bestuur van de Rechtbank Rotterdam met toestemming van
de betrokken rechters besloten de algemene conclusies van het door de
adviseurs uitgebrachte interne advies openbaar te maken.
De Rechtbank Rotterdam trekt twee lessen uit de zelfreflectie. De
eerste les is dat bekentenissen met grote behoedzaamheid moeten worden
gebruikt bij het bewijs. Dat geldt in het bijzonder voor bekentenissen
die naderhand zijn ingetrokken. De tweede les is dat rechters steeds
zelf verantwoordelijk zijn voor de waarheidsvinding ten opzichte van
alle procespartijen ongeacht of die procespartijen het over de
noodzaak van die onderzoekshandelingen eens zijn. Tegen eventuele druk
van procespartijen moet de rechter bestand zijn. Verder moet het
mogelijk zijn bij ernstige zaken waarbij de bekentenis van de
verdachte vaak het belangrijkste bewijsmiddel is, die bekentenis op
video vast te leggen.
Zelfreflectie Gerechtshof âs-Gravenhage
Op initiatief van de president van het hof hebben ook de drie
betrokken raadsheren van het hof zelfreflectie naar aanleiding van de
Schiedamse parkmoord-zaak uitgevoerd. Deze zelfreflectie vond deze
zomer plaats. Het bestuur van het hof sprak met de strafkamer af dat
de kamer zelf zou bepalen of zij zou rapporteren en wat zij dan zou
rapporteren aan het bestuur.
Alleen algemene bevindingen hadden kunnen worden voorgelegd aan het
bestuur van het hof. Het besprokene valt immers, net als de
besprekingen tijdens de behandeling van de zaak in 2003, onder het
wettelijk voorschrift van het geheim van de raadkamer. Wat het hof
betreft zijn er geen algemene bevindingen en valt daarover dus geen
uitspraak te doen. Omdat de zaak en de zelfreflectie als uniek binnen
de Rechtspraak kunnen worden aangemerkt, besloot het bestuur van het
hof wel het proces van de zelfreflectie te verantwoorden met een
verslag daarover van de president in Trema.
Schiedamse parkmoord - achtergrond
In 2000 werden de kinderen Nienke en Maikel in het Schiedamse
Beatrixpark belaagd door een man. Rechtbank en hof veroordeelden
respectievelijk in 2001 en 2002 Kees B. voor deze misdaad. In augustus
2004 bekende een andere man, Wik H., dat hij de dader was. De
gevangenisstraf van Kees B. werd door de Hoge Raad in december 2004
onderbroken. Zijn zaak wordt in november 2005 door het Gerechtshof
Amsterdam behandeld. Wik H. werd door de Rotterdamse rechtbank in
april 2005 veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf en TBS.
Hiertegen is hij in beroep gegaan. Zijn hoger beroep komt in het
najaar van 2005 voor bij het hof in Den Haag.
Art. 7 lid 3 Wet op de Rechterlijke Organisatie: De rechterlijke
ambtenaren met rechtspraak belast, de gerechtsauditeurs, de
rechterlijke ambtenaren in opleiding, de griffier,
substituut-griffiers en waarnemend griffiers van de Hoge Raad,
gerechtsambtenaren en buitengriffiers, bedoeld in artikel 14, vierde
lid, zijn tot geheimhouding verplicht van hetgeen in de raadkamer over
aanhangige zaken is geuit.
Bron: Gerechtshof 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 12 september 2005 Naar boven
Gerechtelijke organisatie