Contactpersoon
-
Datum
12 september 2005
Ons kenmerk
DGP/SPO/U.05.02094
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
1
Uw kenmerk
-
Onderwerp
Kamervraag Gerkens inzake railveiligheid
Geachte voorzitter,
Op 17 januari 2005 is door het kamerlid Gerkens onder nummer 2040506470
onder andere de volgende vraag gesteld inzake de railveiligheid:
Kunt u aangeven welke deskundigen negatief hebben geadviseerd over de
mogelijkheid van het gebruik van een Specific Transmission Module
(STM)? Zijn er ook deskundigen die u hierover wel positief geadviseerd
hebben? Bent u bereid aanvullend onderzoek hiernaar te doen? Zo neen,
waarom niet?
Op 25 januari 2005 heb ik hier als volgt op gereageerd (brief aan de Tweede
Kamer, "antwoord kamervragen Gerkens inzake railveiligheid", kenmerk
DGP/SPO/U.05.00128):
Ik veronderstel dat uw vraag betrekking heeft op de mogelijkheden om
de STM, conform de "Functional Requirements Specifications
ETCS"(versie 4.19, pagina's 43-44) ook te gebruiken om eventuele
functionele beperkingen van het ATB-systeem te ondervangen en om niet-
veiligheidsgerelateerde functies, zoals bijvoorbeeld
snelheidsadvisering, toe te voegen. Over het gebruik van deze
mogelijkheden in de Nederlandse (ATB-)context hebben zowel ProRail-
als V&W-deskundigen negatief geadviseerd. In mijn antwoord op uw
eerdere vraag hierover heb ik op 29 november jl. e.e.a. kort
toegelicht (brief kenmerk DGP/SPO/U.04.04218). Positieve adviezen
hierover hebben wij niet ontvangen. Echter, gezien uw verzoek zal ik
aanvullend onderzoek hiernaar doen en u over de uitkomsten daarvan
informeren.
Inmiddels is dit toegezegde aanvullend onderzoek afgerond. Hier bijgevoegd
ontvangt u een exemplaar van het betreffende onderzoeksrapport
"haalbaarheidsstudie extra functies STM". Dit onderzoek heeft geleid tot de
volgende conclusies, die mijn beantwoording van 25 januari 2005
onderschrijven:
1. Het is technisch mogelijk om enkele functionele beperkingen van het op
het Nederlandse spoorwegnet vrijwel overal toegepaste ATB-EG-systeem te
ondervangen door de STM te voorzien van extra functies. Enkele
voorbeelden hiervan zijn het aanpassen van de remwerking naarmate de
gewenste snelheid wijzigt, het geven van adviessnelheden aan de
machinist en het opheffen van een ATB-snelremming zogauw deze niet meer
nodig is.
2. De meeste van deze technisch mogelijke aanpassingen vergen extra
ontwikkelingen en zullen daardoor een latere beschikbaarheid van de STM
voor inbouw in het materieel (voor de Betuweroute en de HSL-Zuid) tot
gevolg hebben.
3. De positieve effecten op de veiligheid of de punctualiteit ten gevolge
van deze mogelijke aanpassingen worden sterk beperkt door zowel het
geringe aantal (van ETCS voorziene) treinen dat naar verwachting met
een dergelijke STM uitgerust zal worden als door het relatief beperkte
aantal kilometers (ATB-EG-)spoor waarover deze zullen gaan rijden. De
vervoerders zullen immers ETCS-treinen primair aanschaffen voor gebruik
op ETCS-trajecten, die slechts over een beperkt aantal kilometers nog
uitgerust zijn met ATB-EG (zogenaamde eilanden).
4. De geïnventariseerde, mogelijk zinvolle aanpassingen van de STM
vereisen bovendien aanpassingen aan zowel de infrastructuur als het
materieel, waardoor de kosten nog verder stijgen. Hierdoor is de
doelmatigheid van dergelijke maatregelen aanmerkelijk minder dan van
vergelijkbare maatregelen als bijvoorbeeld de aanpak van de STS-
problematiek en het ATB++-project. Het hiervoor vereiste budget kan dan
ook doelmatiger en effectiever elders in verbetering van veiligheid dan
wel verbetering van punctualiteit geïnvesteerd worden.
5. Geadviseerd wordt dan ook om in de Nederlandse ATB-EG-context geen
gebruik te maken van deze mogelijkheden uit de Functional Requirements
Specifications ETCS.
Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap.
Fout! De documentvariabele ontbreekt.
-----------------------
STM is uitsluitend functioneel als het gaat om ETCS-treinen die over
ATB-spoor rijden.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat