Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kabinet in Operatie Jong samen sterk voor de jeugd

Persbericht, 12-9-2005

Op de conferentie van Operatie Jong op 12 september in Utrecht maken zes bewindspersonen duidelijk dat het kabinet ernst is met het Jeugdbeleid. Tijdens de opening heeft staatssecretaris Clemence Ross-van Dorp (VWS) aangegeven welke resultaten het kabinet nog in deze periode wil bereiken in het Jeugdbeleid. Minister Sybilla Dekker (VROM) is in de deelsessie Jeugd en fysieke ruimte ingegaan op de behoefte van kinderen en jongeren aan openbare ruimte. In de deelsessie Jeugdcriminaliteit heeft minister Piet Hein Donner in een rondetafelgesprek gesproken over de zorg voor resocialisatie van jongeren na een verblijf in een Justitiële inrichting. Minister Aart Jan de Geus (SZW) heeft in de deelsessie Samenhang voorzieningen 0-12 gesproken over het regisseren van opvang, onderwijs, overblijf en sport. Minister Rita Verdonk is in gesprek gegaan met jongeren over hoe de jeugd betrokken kan worden bij beleid en het bedenken van oplossingen in de deelsessie jongerenparticipatie. De afsluiting van de conferentie is gedaan door Maria van der Hoeven (OCW). Zij is ingegaan op het belang van het hebben van een zorgadviesteam voor scholen. Daarnaast heeft zij aangekondigd dat er met Prinsjesdag extra geld komt voor de brede school.

Hieronder staan een aantal nieuwsfeiten van de conferentie.

VWS: 25 Miljoen extra voor snellere invoering EKD
Staatssecretaris Clémence Ross-van Dorp (VWS) trekt 25 miljoen euro extra uit om zo snel mogelijk het Elektronisch Kinddossier in te voeren. Op 1 januari 2007 zal van elk nieuwgeboren Nederlands kind een elektronisch dossier worden gemaakt. Daarna zullen ook bestaande papieren dossiers omgezet worden in digitale dossiers. In het dossiers zal informatie over het kind, de gezinssituatie en de omgeving worden bijgehouden door jeugdarts en verpleegkundige van de jeugdgezondheidszorg. Later kunnen ook andere sectoren (zoals school, maatschappelijk werk en politie) signalen aan het dossier koppelen. Ross ziet meerdere voordelen in de invoering van het elektronische kinddossier. 'Heel belangrijk is dat je kinderen door verhuizing niet meer kwijt raakt. Omdat het dossier gekoppeld wordt aan een burgerservicenummer kan de jgz het dossier van het verhuisde kind inzien en op de ingeslagen weg verder gaan. Verder is het natuurlijk ook mooi dat meerdere partners signalen aan het dossier toevoegen, zonder dat ze het dossier ook kunnen inzien. Zo heb je sneller inzicht in problemen en kan je dus sneller hulp bieden. Dat verkleint de kans op rampen met kinderen, Bovendien bewaak je de privacy.' aldus Ross. Veiligheid, begeleiding, onderwijs en toezicht zijn ontzettend belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Als dat gedurende de dag ontbreekt, is er kans op ontsporing. Door samenhang in voorzieningen aan te brengen, anders gezegd door dagarrangementen aan te bieden, kan worden voorkomen dat kinderen/jongeren ontsporen. Een ander voordeel van dagarrangementen is dat ouders arbeid en zorg beter kunnen combineren. Als zij weten dat hun kinderen goed en veilig onder dak zijn, dan kunnen ze met een gerust hart gaan werken.

OCW: Zorgadviesteams op alle scholen
In 2007 maken alle scholen in het primair en voortgezet gebruik van een zorgadviesteam. Nu beschikken ongeveer 550 van de 650 scholen in het voortgezet onderwijs over deze teams. Minister Van der Hoeven stelt hiervoor extra geld beschikbaar. Door het extra geld kan de kwaliteit van de zorgadviesteams in het primair-, voortgezet- en beroepsonderwijs omhoog. De teams kunnen dan sneller signaleren en betere hulp bieden aan jongeren met problemen. De hulp wordt aangeboden dicht bij de school. In het zorgadviesteam werkt de school samen met de leerplichtambtenaar, het (school)maatschappelijk werk, bureau Jeugdzorg, de Jeugdgezondheidszorg en de politie.

OCW en SZW: 100 miljoen voor dagarrangementen in brede scholen Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister van der Hoeven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen OCW zijn samen verantwoordelijk voor de bevordering van dagarrangementen. Via het ESF-3 programma Dagarrangementen en Combinatiefuncties is 100 miljoen euro beschikbaar voor gemeenten die projecten op dit terrein willen ondernemen. Deze projecten worden voor de helft betaald door ESF-3. De gemeenten moeten de andere ¤ 100 miljoen voor hun rekening nemen. Het doel van het programma is om het aantal brede scholen te verdubbelen naar 1200 in 2010 en 1000 combinatiefuncties te creëren. Het geld is beschikbaar voor projecten die zorgen voor een doorlopend aanbod van opvang, onderwijs, overblijven en vrijetijdsactiviteiten voor kinderen van 0-16 jaar, bijvoorbeeld sport, (Deel)gemeenten en provincies kunnen tot 15 november projectplannen indienen (zie voor meer info www.dagarrangementenencombinatiefuncties.nl). Als de plannen worden goedgekeurd dan kunnen de projecten naar verwachting van april 2006 tot en met juli 2007 worden uitgevoerd. Daar bovenop trekt minister Van der Hoeven in 2006 extra geld uit voor de totstandkoming van brede scholen.

VROM: Meer jongeren in de openbare ruimte
Minister Dekker heeft in haar bijdrage duidelijk gemaakt dat VROM werkt aan een integrale omgevingstoets en in het kader van jeugdbeleid zal daar ook het thema buitenspeelruimte opgenomen worden. VROM vindt het wenselijk om het aandeel jongeren in de openbare ruimte te vergroten. Met als doel verbetering van de leefkwaliteit in de dorpen en steden. Enerzijds door bestaande overlastsituaties te beperken, anderzijds door nieuwe te voorkómen. Het scheppen van meer speelruimte voor kinderen en jongeren is een dure plicht, die is vastgelegd in het internationaal vastgestelde recht van kinderen (Unicef) om te spelen.

Daarnaast heeft VROM nu een prijsvraag voor kindvriendelijke initiatieven. De minister zal zelf samen met de kinderjury de meest kindvriendelijke projecten van Nederland uitkiezen. Gemeenten kunnen tot 15 oktober projecten indienen. Ook zal VROM binnenkort een publicatie uitbrengen met goede voorbeelden van kindvriendelijke initiatieven waarin veel ruimte voor sport- en speelmogelijkheden is ingeruimd. Verder komt begin volgend jaar het handboek 'Speelruimtebeleid' voor gemeenten uit. Het handboek bevat richtlijnen voor de openbare ruimte en voor de aansluiting daarvan op de behoeften van kinderen in de buurt. Het handboek zal ook aandacht besteden aan mogelijke richtlijnen voor speelruimte in bestemmingsplannen. Dit zal geen verplichting zijn, maar gemeenten die dat nodig hebben, vinden er wel houvast. Het handboek zal bijzondere aandacht schenken aan een multifunctioneel gebruik van de openbare ruimte.