Gemeente Amsterdam

D66 verliest, SP wint

12 september 2005
---
O+S Als er verkiezingen voor de Gemeenteraad gehouden zouden worden, zou D66 en in iets mindere mate het CDA stemmen verliezen. De derde landelijke coalitiepartij, de VVD, zou in Amsterdam stabiel blijven. Dit blijkt uit een representatieve enquête onder 485 Amsterdammers, uitgevoerd in opdracht van AT5 door O+S.

De SP zou aanzienlijk groeien: van 7,7% bij de laatste verkiezingen tot 11,9% nu. GroenLinks en PvdA profiteren niet of nauwelijks van het verlies van de landelijke coalitiepartijen.

Amsterdamse PvdA-kiezers is de vraag voorgelegd welke coalitie zij na de verkiezingen prefereren: een linkse coalitie of een coalitie waarin partijen uit het hele politieke spectrum kunnen deelnemen. Dan blijkt dat 45% de voorkeur geeft aan een linkse coalitie; 31% is voor een brede coalitie en 24% heeft geen voorkeur of weet het niet.

De zogenoemde bonnetjesaffaire die de gemoederen in de Amsterdamse politiek voor het reces bezighield heeft het imago van de Amsterdamse politiek negatief beïnvloed, zoals uit eerder onderzoek bleek. In dit onderzoek is gevraagd in hoeverre Amsterdammers anders zijn gaan denken over de vier grootste partijen in de Raad:

De tabel laat zien dat Amsterdammers over alle partijen eerder negatiever dan positiever zijn gaan denken. Wel blijkt dat bij de VVD en het CDA, waar de affaire ook personele gevolgen had, de balans aanmerkelijk negatiever uitvalt dan bij de PvdA en GroenLinks. De peiling laat zien dat Amsterdammers geen electorale gevolgen verbinden aan de affaire.

De partijen die in de affaire het meest in opspraak kwamen, Mokum Mobiel en LA 92 laten een bijzonder beeld zien. Uit de peilingen sinds de laatste verkiezingen in 2002 blijkt dat zeer onzeker is of deze partijen zullen terugkeren in de Gemeenteraad. Des te opmerkelijker is het dat voor beide partijen geldt dat het kiezerspotentieel na de bonnetjesaffaire is gegroeid en niet is afgenomen. Gaf voor het reces maximaal 5% van de Amsterdammers aan deze partijen in hun afweging te betrekken, nu is dat 5 tot 10%. Kennelijk zijn deze partijen, onder invloed van de vele publiciteit, voor een grotere groep (perifere) kiezers relevant geworden. Onzeker is of dit toegenomen potentieel ook daadwerkelijk leidt tot stemmen bij de verkiezingen op 7 maart 2006. Duidelijk is echter wel dat de partijen door de bonnetjesaffaire niet zonder meer kansloos zijn geworden bij de volgende verkiezingen.

Peiling verkiezingen Gemeenteraad Amsterdam, september 2005