Brussel, 12 september 2005 - Al geruime tijd is er belangstelling
voor de resultaten van biomonitoring-studies (ook biologische
monitoring genaamd) rond de aanwezigheid van synthetische chemische
stoffen in het menselijk lichaam, ook door acties van sommige sociale
drukkingsgroepen. Fedichem en haar Europese koepelorganisatie Cefic
dragen door deze stellingname bij tot het debat. Zij herinneren eraan
dat de chemische industrie zich zeer bewust is van de bezorgdheden
van het publiek voor de volksgezondheid, dat zij haar
verantwoordelijkheid neemt en ernstige en adequate antwoorden
formuleert.
De industrie heeft duidelijke verbintenissen aangaande gezondheid en
veiligheid
Chemie verrijkt het leven van onze burgers. Haar producten schenken
ons een langer en gezonder leven dat veiliger is dan ooit. De
chemische industrie heeft er dus ook alle belang bij om producten te
fabriceren die zowel voor de mens als het leefmilieu volstrekt veilig
zijn. Zij heeft dan ook al een lange ervaring met het risicoloos
gebruik van chemische producten.
De stoffen worden aan tal van tests onderworpen en zijn aan heel wat
reglementeringen onderhevig, steeds met de bedoeling om de veiligheid
van de gebruikers te waarborgen. In het kader van de bestaande
wetgeving op chemische stoffen worden heel wat risico-evaluaties
uitgevoerd, die op hun beurt vervolledigd worden door vrijwillige
programma's vanuit de industrie zelf. .Deze evaluaties spelen een
sleutelrol bij het bepalen van de mogelijke blootstellingslimieten en
de veiligheidsgrenzen. Bovendien ondersteunt de chemische industrie
de politieke doelstellingen van de nieuwe Europese regelgeving op
chemische stoffen, die bekend staat als REACH (Registratie, Evaluatie
en Autorisatie van Chemische stoffen). Deze wil, onder andere, een
systematische en geharmoniseerde manier vastleggen om chemische
stoffen te testen en te classificeren in functie van hun
risicoprofiel.
Chemische stoffen in ons lichaam?
Alle levende organismen komen in hun omgeving in contact met
natuurlijke en synthetische chemische stoffen. Vaak worden die
opgenomen met de voeding, via de ademhaling of drinken of door direct
contact; Deze stoffen worden ontbonden of omgezet in nevenproducten
en doorgaans uitgescheiden via de bekende fysiologische mechanismen.
Onder de benaming "metabolisme" verstaan wij immers alle chemische
reacties die in een organisme moleculen opbouwen of afbreken, en de
daarmee gepaard gaande omzettingen van energie. Het spreekt dus
vanzelf dat de aanwezigheid van een chemische stof op zich geen
risico hoeft in te houden voor de gezondheid en zeker niet als
alarmerend moet bestempeld worden.
Wat is biomonitoring?
Dank zij de snelle vooruitgang van de analytische chemie kunnen wij
vandaag in menselijk weefsel en lichaamsvloeistoffen onvoorstelbaar
kleine hoeveelheden van een reeks stoffen meten. Deze metingen kunnen
bijdragen tot een beter inzicht in de mate waarin mensen aan een
aantal stoffen blootgesteld worden. De chemische industrie benut deze
analytische technieken, ook gekend onder de naam "biomonitoring" of
biologisch toezicht (in de arbeidsgeneeskunde), al lang. Bijvoorbeeld
voor het toezicht op de gezondheid van haar medewerkers.
Routine-analysen van bloed en urinestalen bij sporters zijn een ander
bekend voorbeeld van deze analysen.
Biomonitoring kan beslissingen in de gezondheidszorg onderbouwen door
een geïntegreerde analyse-strategie. Een dergelijke strategie moet
rekening houden met een geheel aan relavante gegevens op het vlak van
gezondheid en toxicologie, om mogelijke gezondheidsrisico's af te
wegen in functie van de blootstelling. Biomonitoring op zich geeft
maar een momentopname van de stoffen die in het lichaam aanwezig zijn
op het moment van de staalname. Het geeft geen enkele informatie over
de bron van de stoffen, noch over haar evolutie, noch over de
relevantie van de betrokken stoffen voor de gezondheid.
Onze kennis van de problematiek verdiepen en delen
Al vele jaren wordt er nauwkeurig onderzoek gewijd aan het
interpreteren van de biologische reactie op chemische stoffen. In het
kader van het Responsible Care®-programma, al jarenlang een
vrijwillig initiatief van de chemische industrie dat een constante
verbetering beoogt van de prestaties op het vlak van veiligheid,
gezondheid en milieubescherming, heeft Fedichem en haar Europese
koepelorganisatie Cefic zich ertoe verbonden antwoorden te vinden
indien er vragen zijn en om bij te dragen tot de noodzakelijke
wetenschappelijke vooruitgang, om binnen een context van veiligheid
de gegevens van biomonitoring correct te kunnen interpreteren.
Daartoe heeft zij onderzoeksprogramma's opgestart om de veiligheid en
de gezondheid van haar medewerkers en de verbruikers steeds verder te
verhogen. Eén van deze programma's is het LRI-programma (Long-range
Research Initiative of Onderzoeksinitiatief op lange termijn) dat
Fedichem en Cefic voeren en dat belangrijke werkzaamheden omvat: het
draagt bij tot een correcte interpretatie van de resultaten van
biomonitoring en levert zeer nuttige kennis die bijdraagt tot een
doeltreffend volksgezonheidsbeleid.
De resultaten van biomonitoring moeten correct geïnterpreteerd
worden.
Fedichem en Cefic ondersteunen het gebruik van biomonitoring als
instrument om bijkomende informatie te verkrijgen inzake
blootstelling aan stoffen. Het gebruik van deze techniek moet altijd
steunen op gevestigde wetenschappelijke methodieken, kaderen in een
samenhangend beleid van volksgezondheid en gebruik maken van erkende
analytische technieken. De informatie die wij met biomonitoring
verkrijgen is erg nuttig om bijkomende onderzoekspistes te bepalen of
om gegevens over blootstellingen over een langere periode te
verkrijgen. Maar biomonitoring-programma's hoeven niet automatisch
uit te monden in nieuwe regelgeving of in het verbod op het gebruik
van sommige stoffen. Bovendien moeten wij rekening houden met de
gevaar op verkeerde interpretaties van de verkregen resultaten, in
het bijzonder als deze zullen gebruikt worden voor politieke
besluitvorming.
Indien zij niet in het juiste perspectief geplaatst zijn, kunnen de
resultaten van biomonitoring fout geïnterpreteerd worden en daardoor
leiden tot perfect onnodige ongerustheid. Fedichem en Cefic menen dus
dat de resultaten van biomonitoring - en ook hun interpretatie -
moeten geplaatst worden en besproken binnen een algemene context van
volksgezondheid.
Contacts :
Erwin Annys, tel. 02 238 97 55, eannys@fedichem.be
Dirk Clotman, tel. 02 238 97 51, dclotman@fedichem.be
Daniel Verbist, tel. 02 238 99 91, dverbist@fedichem.be
Link to Press Release - NL
Biomonitoring en volksgezondheid