---
Brieven aan de Kamer
---
Project Singerplatforms
9-9-2005 10:27:00
Inleiding
In mijn brief van 8 maart 2004 (Kamerstuk 29 466, nr. 1) heb ik u
geïnformeerd over het voornemen 36 mobiele Stingerplatforms voor de
Koninklijke landmacht te verwerven. Het project Stingerplatforms omvat
de plaatsing van moderne lanceerinrichtingen voor
Stinger-luchtverdedigingsraketten op 18 Fennek-pantservoertuigen en 18
ongepantserde Mercedes Benz terreinwagens (MB). Deze platforms worden
aangesloten op het nieuwe vuurleidings- en commandovoeringssysteem
BMC4I, onderdeel van het project Future Ground Based Air Defence
System. Hiermee beschikt Nederland over een kwalitatief hoogwaardige
luchtverdedigingscapaciteit ter bestrijding van (zeer) laagvliegende
en plotseling opduikende luchtdoelen op korte afstand. Overeenkomstig
de Prinsjesdagbrief (Kamerstuk 29 200 X, nr .4) wordt het hierdoor
mogelijk de Pantser Rups Tegen Luchtdoelen (PRTL) af te stoten en het
aantal Stingerploegen (met de draagbare Stingerraket) terug te
brengen. Op 27 mei 2004 heeft de Kamer ingestemd met de mandatering
van de uitvoering van het project aan de Bevelhebber der
Landstrijdkrachten met een budget van 36 miljoen (inclusief BTW,
prijspeil 2003).
Uit de resultaten van de verwervingsvoorbereidingsfase is gebleken dat
het project niet binnen het budget kan worden uitgevoerd. Met name de
kosten voor het moderne sensorsysteem op het platform, de geavanceerde
mechaniek van de lanceerinrichting en de constructie op de voertuigen,
blijken hoger uit te vallen dan in de behoeftestellingsfase was
voorzien.
Met deze brief informeer ik u over de wijze waarop ik het project zal
voortzetten.
Om de financiële overschrijding te beperken, heb ik besloten tot een
aanpassing van de kwalitatieve behoeftestelling die acceptabel is
vanuit operationeel oogpunt. Een neerwaartse bijstelling van het
totaal aantal benodigde platforms is niet aanvaardbaar.
Aanpassing behoeftestelling
In het project is de verwerving van twee platformversies voorzien. De
versie op de Fennek-pantservoertuigen komt niet in aanmerking voor een
kwalitatieve bijstelling van de eisen, gezien de operationele inzet
van het systeem. Deze systemen zullen voornamelijk worden ingezet ter
bescherming van de mobiel optredende, gepantserde eenheden in de
voorste lijn.
De Stingerplatforms op Mercedes Benz terreinwagens treden veelal op
ter bescherming van minder mobiele objecten in meer achtergelegen
gebieden. Deze wijze van inzet maakt het mogelijk de gestelde
kwalitatieve eisen van het platform neerwaarts bij te stellen,
gebruikmakend van een tijdige voorwaarschuwing door het
BMC4I-systeem.
Teneinde de budgetoverschrijding te beperken en de operationele
behoefte aan 36 vuureenheden te handhaven, wordt voor de Mercedes Benz
terreinwagens gekozen voor een minder geavanceerd platform met
beperkte sensoriek. Dit type platform beschikt over een handmatige
bediening voor twee Stinger raketten, die relatief kort achter elkaar
afgevuurd kunnen worden. Met de verwerving van dit alternatief is nog
steeds sprake van een aanzienlijke operationele verbetering ten
opzichte van het huidige, draagbare Stingersysteem.
Tot besluit
Het voor de 18 ongepantserde Mercedes Benz terreinwagens voorgestelde
minder geavanceerde platform is een acceptabel alternatief. Volgens
planning zullen de eerste systemen in 2006 beschikbaar komen.
Ik zal het project Stingerplatforms voorzetten waarbij 18 platforms op
Fennek pantservoertuigen conform de oorspronkelijke eisen en 18
platforms op Mercedes Benz terreinwagens in een minder geavanceerde
uitvoering worden verworven. Het taakstellend budget wordt verhoogd
van 36 miljoen naar 44 miljoen (inclusief BTW, prijspeil 2005). Deze
verhoging wordt binnen de begroting geaccommodeerd.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Ministerie van Defensie