De Pont stichting
Robert Zandvliet
Beyond the Horizon
schilderijen 1994-2005
ism Kunstmuseum Bonn
10 september 2005 tm 8 januari 2006
collectie | beeldbank
Robert Zandvliet (Terband 1970) oogstte al op jonge leeftijd
waardering met zijn schilderijen. In 1996 maakte hij gebruik van een
gastatelier van De Pont en nam het museum werk van hem op in de
collectie. In de afgelopen jaren heeft hij zich met succes in het
buitenland gepresenteerd. Het grote overzicht dat deze zomer in Bonn
te zien is geweest, met schilderijen uit openbare en particuliere
collecties uit Europa en de Verenigde Staten, wordt nu ook bij De Pont
getoond. Op overtuigende wijze blijkt hieruit dat Zandvliet een
volstrekt eigen handschrift en beeldtaal heeft ontwikkeld.
Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie met artikelen van
Volker Adolphs en Max Wechsler en een interview door Hans den Hartog
Jager.
Robert Zandvliet werd halverwege de jaren negentig bekend met
schilderijen van alledaagse voorwerpen als een televisie, een
fototoestel, een chocoladereep of een haarspeld, die hij in breed
geschilderde kleurvlakken en contourlijnen weergaf. De dunne
temperaverf (een mengsel van eigeel, water, lijnolie en pigment) geeft
de voorstellingen een helder en transparant karakter. Tijdens een reis
naar Italië was Zandvliet gefascineerd geraakt door de oude
frescotechniek, waarbij de verf snel en zonder corrigeren moest worden
aangebracht. Dezelfde trefzekerheid is terug te vinden in de
lijnvoering van Zandvliets schilderijen. Zijn vroege werken kenmerken
zich door de monumentale vormen en de intense kleurvlakken. Met
beperkte middelen wordt een suggestie van grote ruimtelijkheid
opgeroepen. Met name de geschilderde filmdoeken en vensters zijn weids
en panoramisch. Zandvliet schildert op de grens van figuratie en
abstractie. De vormen zijn herkenbaar maar lijken slechts een
aanleiding om tot een eigen beeldende taal te komen.
Eind jaren negentig worden de voorstellingen losser en de beweging van
het schilderen dynamischer. De tentoonstelling Brushwood in het
Stedelijk Museum Amsterdam (2001) liet voornamelijk werk zien met een
landschappelijk karakter. Zandvliet gebruikt het thema van het
landschap als een metafoor voor de schilderkunstige ruimte, die hij
met brede kleurbanen en een zwierig handschrift weet op te roepen.
Kunstenaars die hem tot voorbeeld dienen, zijn de 17de-eeuwers
Hercules Segers met zijn grillige landschappen en Philips Koninck met
zijn magistraal geschilderde vergezichten. Vooral hun experimentele
werkwijze heeft tot het uitdiepen van de eigen beeldtaal geïnspireerd.
Hierbij controleert Zandvliet de voorstelling en maakt hij
weloverwogen gebruik van de beeldende middelen.
Zandvliet is geboeid door licht en kleur van het landschap. In de
veelgeprezen documentaire Hollands Licht vertelde hij over het
opvallende verschil tussen het droge licht in Italië en het romige
licht in Nederland. De kleuren zijn hier vetter en geven de vormen
meer volume. Hij noemt de wolkenluchten bij schilders als Van Goyen en
Weissenbruch, die onvergelijkbaar zijn met die van bijvoorbeeld Piero
della Francesca.
Na de landschappen met hun lange horizon en lage perspectief
schilderde Zandvliet een serie bovenaanzichten van autosnelwegen,
weergegeven als kronkelende lussen en kleurrijke verfbanen. De
voorstellingen zijn platter en bestaan uit een beweeglijk patroon van
kwaststreken. Op veel plaatsen is de verf transparant, waardoor de
gelaagdheid in kleur zichtbaar is. Met het oog kan de beweging van het
schilderen worden gevolgd in de banen die over het doek getrokken
zijn.
Deze ontwikkeling zet zich door in het meest recente werk, waarin de
bewegingen korter en feller lijken. Het zijn landschappen waaruit de
horizon is verdwenen. Na de lichte landschappen uit de
Brushwood-tentoonstelling en de geschilderde autosnelwegen is
Zandvliet aan een serie nachtschilderijen begonnen. Een aantal grote
doeken toont verticaliteit, waarin de verf als in een cascade in een
kolkende beweging is gekomen. Hiervoor heeft Zandvliet de
lichtreflectie op een wateroppervlak als uitgangspunt genomen. De
schittering van het licht in de duisternis is weergegeven in korte,
kronkelige kwaststreken. Ook in een recente reeks werken op papier is
de verf in een turbulentie van vegen, spatten en vervloeiingen
gekomen. Het zijn studies van lichtreflecties die doen denken aan de
vroegere serie monotypes die hij tijdens een verblijf in New York
maakte (The Varick Series 1999), landschappen met grillig gevormde
bomen, stronken en struikgewas. Maar de werkelijke onderwerpen van de
recente serie zijn de ruimte en het licht die in de prachtige
zwart-witdrukken tot uitdrukking komen.
Uiteindelijk is het de schilderkunst zelf die door Zandvliet centraal
wordt gesteld in een voortdurende herdefiniëring van haar
mogelijkheden. In vorm en voorstelling, in expressie en compositie en
in vlak en ruimte. Het is het constante zoeken naar de mogelijkheden
achter de horizon van het bekende.
Beeldmateriaal voor pers en publiciteit is te downloaden vanaf de
beeldbank.
Meer informatie is verkrijgbaar bij het secretariaat van De Pont