Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij de
doop van een nieuw schip van de Koninklijke Nederlandse Redding maatschappij
in Ter Heijde
(alleen uitgesproken tekst geldt)
Dames en heren,
Ik vind het een hele eer dat ik de nieuwe reddingsboot van de
Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij mag dopen: de George
Dijkstra.
Het dopen van een schip is een prachtige traditie in de scheepvaart.
Een traditie die voorbehouden is aan vrouwen.
Vandaar ook, denk ik, dat er zo vaak een vrouw op Verkeer en
Waterstaat zit. Inmiddels ben ik na twee jaar ministerschap een
ervaringsdeskundige, dus heb ik regelmatig met dat bijltje gehakt, had
ik contant geld op zak, en had de fles champagne precies de juiste
snelheid.
Maar los van het feit dat ik schepen dopen leuk vind, wil ik met mijn
aanwezigheid ook de goede relatie tussen uw organisatie en mijn
ministerie bekrachtigen.
Ik wil deze gelegenheid benutten om mijn grote waardering uit te
spreken voor uw werk.
De vele vrijwilligers van uw organisatie doen echt fantastisch werk.
U kunt trots zijn op de voortreffelijke wijze waarop u nu al meer dan
180 jaar uw werk doet.
Geen zee gaat u te hoog! Letterlijk en figuurlijk.
Ondanks dat uw organisatie dus al heel lang bestaat, gaat u steeds
weer met uw tijd mee.
De KNRM heeft duidelijk de wil om te anticiperen op nieuwe
ontwikkelingen.
Op zichzelf is dat logisch, want vernieuwingen betekenen in het
algemeen meer professionaliteit en - in uw geval - scheelt dat
mensenlevens.
U investeert dus in de modernste middelen om uw missie goed uit te
oefenen.
En de overheid steunt u daarbij.
Ik ben blij te kunnen melden dat mijn departement een paar dagen
geleden uw organisatie de financiële middelen heeft toegezegd -
180.000 euro om precies te zijn - om transponders aan te schaffen.
Straks kunnen dan zowel deze nieuwe reddingsboot als de dertig andere
boten met transponders worden uitgerust.
Uw organisatie draagt de kosten voor de inbouw.
De coördinatie van de hulpverlening verloopt met transponders stukken
soepeler.
Het Kustwachtcentrum en de Reddingmaatschappij weten straks
nauwkeuriger waar de schepen in nood varen en de inzet kan beter
worden gecoördineerd.
Pure winst dus voor de beide organisaties, maar vooral voor de schepen
en drenkelingen die in nood verkeren.
En dan heb ik nog een nieuwtje.
Het streven van het kabinet is dat de overheid zo efficiënt en
transparant mogelijk opereert voor burgers en bedrijven.
Dat is de reden dat het kabinet vorige week besloten heeft tot meer
samenwerking tussen de ministeries die betrokken zijn bij de
Kustwacht.
Het voert te ver om nu alle voorstellen op te sommen, maar ik kan u
verzekeren dat door dit besluit de Kustwacht nog professioneler en
adequater kan opereren. De hervorming wordt zo omvangrijk dat sprake
zal zijn van een 'Kustwacht Nederland Nieuwe Stijl'.
In de nieuwe organisatie zal onder meer de informatiepositie van het
Kustwachtcentrum in Den Helder sterker zijn.
Samen met de transponders waar uw moderne vloot straks mee is
uitgerust, kunnen we dan weer jaren vooruit.
Dames en heren,
Ik hoop natuurlijk dat de George Dijkstra weinig hoeft uit te varen,
maar als het nodig is, dan heeft u een prima boot ter beschikking.
Ik ben ook blij dat u steeds nog voldoende gemotiveerde mensen weet te
behouden en te werven om het reddingswerk te doen.
Ongeveer 800 vrijwilligers en een aantal beroepskrachten maken het
werk mogelijk en redden jaarlijks wel drieduizend mensen.
Een prestatie om trots op te zijn.
En misschien ook wel een lichtend voorbeeld voor onze huidige
samenleving, die dringend behoefte heeft aan meer gemeenschapszin en
saamhorigheid.
Tot slot wil ik de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij
nogmaals van harte feliciteren met deze nieuwe reddingsboot.
Ik dank u voor uw aandacht.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat