Persbericht ISPO: ISPO geen voorstander van opslag internetgegevens in CIOT
Op 5 september 2005 heeft Minster Donner (Justitie) de Tweede Kamer een reactie gegeven op het rapport "Wie wat bewaart die heeft wat" van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De Internetaanbieders, verenigd in ISPO, hebben verschillende bezwaren tegen de bewaarplicht in het algemeen en de opslag van verkeersgegevens in het Centraal Informatiepunt Opsporing Telecommunicatie (CIOT) in het bijzonder.
Minister Donner is voornemens de verkeersgegevens van Nederlanders centraal op te slaan en te beheren in het CIOT. Dit plan stuitte tijdens het debat van dinsdag terecht op verzet bij leden van de Tweede Kamer. ISPO maakt zich grote zorgen over de beveiliging, toegang en verwerking van de bestanden van het CIOT. Het adequaat beveiligen van grote hoeveelheden data is ingewikkeld en kostbaar. Daarnaast is er geen controle op wie toegang heeft tot welke bestanden en wat er daarna met de geselecteerde informatie gebeurt. De analyse van databestanden is technisch zeer complex en ISP's behoeden politie en justitie nu al regelmatig voor het trekken van verkeerde conclusies. Dit controlemechanisme valt weg door opslag in het CIOT. Ook zijn ISP's verantwoordelijk voor de juistheid van hun abonneegegevens terwijl die zich na externe opslag niet meer in hun macht bevinden waardoor fouten niet geconstateerd of gecorrigeerd kunnen worden. Ten slotte is de bewaarplicht en daarmee de opslag in het beheer van het CIOT in strijd met de Privacyrichtlijn.
Voor wat betreft het Ersasmusrapport heeft ISPO al eerder aangegeven dat het ten aanzien van nut en noodzaak van de bewaarplicht voor Internet Providers (ISP's) magere conclusies oplevert. Niet voor niets vermeldt het rapport:
"Op basis van het verrichte dossieronderzoek kunnen geen conclusies worden getrokken ten aanzien van de vraag of de praktijk van het vorderen historische verkeersgegevens met betrekking tot het internetverkeer noopt tot de vastlegging van een verplichte bewaartermijn voor bepaalde duur." Toch meent Minster Donner hieruit de conclusie te kunnen trekken dat het Erasmusrapport leidt tot de aanbeveling een bewaarplicht te scheppen voor verkeersgegevens van onder andere het internetverkeer.
Daarnaast blijft ISPO uitermate bezorgd over het kostenaspect. De Minister lijkt te suggereren dat het met de kosten voor de providers wel mee zal vallen, omdat minder gegevens zouden hoeven te worden bewaard dan aanvankelijk in het kaderbesluit werd weergegeven. Dit stelt de providers echter allerminst gerust, te meer daar de Minister in dit verband wederom verwijst naar het verouderde en achterhaalde rapport van KPMG uit 2004. Door de aanpassing van het ontwerp Kaderbesluit en de opslag van gegevens van het CIOT meent Minister Donner dat dit een aanzienlijk minder zware last oplevert voor de ISP's. Daargelaten de onwenselijkheid van opslag van gegevens via het CIOT, levert de opslag van gegevens via die weg hooguit een kleine besparing op. Internetaanbieders zullen nog steeds met hoge kosten (implementatie, ontsluiting van gegevens etc.) worden geconfronteerd zonder dat daarvoor enige vergoeding van de Nederlandse Staat tegenover zal staan.
Het richtlijnvoorstel voorziet wel in een vergoeding van kosten, al zal moeten worden afgewacht wat dat in de praktijk voor de providers betekent. De ervaringen tot dusverre (vergelijk de kosten voor het aftapbaar maken van de netwerken die nooit zijn vergoed) zijn in dat verband niet hoopgevend. En uiteindelijk betaalt de burger, via belasting of internetabonnement, de inbreuk op de eigen privacy, zonder dat dit aantoonbaar leidt tot meer veiligheid.
Meer informatie hierover kan worden gevonden op www.ispo.nl
---
Noot voor de reactie,