8 sep 2005 - Paul de Krom (VVD) wil ander energiebeleid: Nederland Energieland
Tweede-Kamerfractie
In de Tweede Kamer had vandaag - 8 september 2005 - het Algemeen Overleg plaats over de Energienota. Voor de VVD-Tweede-Kamerfractie nam Paul de Krom het woord. Hieronder treft u zijn inbreng. Gesproken woord geldt.
Minister Brinkhorst noemt de energieproblematiek urgent, maar maakt geen keuzes. Intussen rijzen de energieprijzen de pan uit. De VVD stelt voorzieningszekerheid en betaalbaarheid centraal. Nederland wordt in hoog tempo steeds afhankelijker van gas met alle politieke, economische en strategische risico's van dien. Ons eigen Groningse gas is in 25 jaar op. Willen we hier echt iets aan doen, dan moeten we de afhankelijkheid van gas verminderen en andere brandstoffen gaan inzetten in onze elektriciteitscentrales. Behalve gas is de inzet van schone kolen en kernenergie de enige optie die op korte termijn zoden aan de dijk zet om dat te bereiken. Kansen voor energiebesparing moeten worden benut. Duurzame energie is belangrijk, maar de realiteit is dat het voorlopig geen belangrijke rol speelt als we ervoor willen zorgen dat het licht niet uitgaat en energie betaalbaar blijft. Er is geen tijd meer om de hete brij heen te draaien. Daarnaast stelt de VVD voor om de kennis op energiegebied in Nederland te bundelen. De VVD wil voortbouwen op het Energy Valley initiatief dat de noordelijke provincies hebben genomen, maar dan nationaal. Nederland Energieland. Vergaande samenwerking tussen overheid, universiteiten en bedrijfsleven, vooral op het gebied van technologieontwikkeling en innovatie, geeft Nederland veel kansen.
Energienota: wel urgentie, geen oplossingen
Deze minister is nooit te beroerd om duidelijke keuzes te maken. Maar nu doet hij dat wel. Op veel plaatsen in het rapport heb ik in de kantlijn geschreven: 'ja dus?' 'En?'Maar de heer Brinkhorst is op een fiets gestapt zonder trappers. Hij wil wel vooruit, maar onduidelijk is hoe en welke kant uit. Hij zegt tegen iedereen die rond om hem heen staat dat hij eraan komt. Het gevaar is een sur place die te lang duurt. Voor zo'n sur place hebben we geen tijd meer. De energieprijzen rijzen de pan uit, we worden in hoog tempo steeds afhankelijker van gas met alle politieke, economische en strategische risico's vandien en ons eigen Groningse gas is in 25 jaar op. Als de minister zegt dat de voorzieningszekerheid wellicht in 2012 wellicht een probleem wordt, moeten alle alarmbellen gaan rinkelen. Voordat centrales zijn bijgebouwd zijn we op z'n minst jaren verder.
Als ik dan vervolgens passages lees als 'Als de voorzieningszekerheid onder druk komt te staan' en 'Als de vraag actueel wordt of er voldoende in nieuwe capaciteit wordt geïnvesteerd' dan denk ik: kan de minister mij uitleggen dat de voorzieningszekerheid nog niet onder druk staat en de vraag naar nieuwe capaciteit nog niet relevant is? Waar is nu die urgentie in de uitwerking?
De Minister verklaart voorzieningszekerheid en klimaat als de belangrijkste thema's. Ik voeg daar betaalbaarheid aan toe. De hamvraag is vervolgens: gaan die nu alledrie samen, of sluiten ze elkaar uit? Geen keuze maken is een onhoudbare positie. Laat ik een zwart-wit voorbeeld geven. Als je klimaat centraal stelt, ga je grootschalig in windenergie investeren, ongeacht de kosten. Als je voorzieningszekerheid centraal stelt, dan moet je kolencentrales bouwen. Wil je allebei en betaalbaarheid, dan ga je kerncentrales bouwen.
De VVD maakt nu wel een keuze en stelt voorzieningszekerheid en betaalbaarheid centraal. Als je structureel iets aan de prijzen wil doen, en als je minder eenzijdig afhankelijk wil worden van fossiele brandstoffen, met name gas voor de elektriciteitsvoorziening: dan moet je 4 dingen doen:
* het tekort aan marktwerking verbeteren
* de brandstofmix zo snel mogelijk verbreden
* energie besparen c.q. het verhogen van de energie-efficiency
* alle krachten op het gebied van innovatie en technologieontwikkeling bundelen
De Minister stelt dat de liberalisering van de energiemarkt is afgerond. Hoe komt hij erbij? De markt functioneert nog onvoldoende. Over de splitsing, die gaat over eerlijke marktverhoudingen, komen wij nog te spreken. Aan de metermarkt moet nog veel gebeuren, evenals aan de administratieve processen. Een Europese liberale markt met onbeperkte im - en exportcapaciteit is er bij lange na nog niet. Bedrijven zijn daardoor beperkt in de keuze van hun leverancier en betalen meer dan hun concurrenten in het buitenland. Buitenlandse energiereuzen en slagen er nog steeds in hun markten en hun grenzen af te schermen. En ook de gasmarkt is nog lang niet af. Dus Minister: steek het zwaard niet in de schede, we zijn op weg maar de oorlog hebben we nog lang niet gewonnen. Hoe ziet uw actieprogramma er nu concreet uit? Welke stappen gaat u wanneer nemen?
Dan de brandstofmix. Als je die op korte termijn wilt verbreden, dan heb je eigenlijk geen andere keuze dan inzetten op schone kolencentrales, kernenergie en het inzetten op hoog rendement gascentrales - centraal en decentraal. Duurzame energie is belangrijk en veelbelovend, maar met de Energieraad constateer ik dat het de komende decennia nog geen substantiële bijdrage aan de verbreding van de brandstofmix gaat leveren.
Dit betekent dat alle beleidsinstrumenten, van MEP tot alle andere, consequent op deze technologieën moeten worden ingezet. De MEP kan een tendersysteem worden, de meest energie-efficiënte c.q. energetisch rendabele technologie wint. Als je kijkt wat we nu met de MEP aan het doen zijn is dat onduidelijk. Is het doel vergroting van het aandeel duurzame energie, CO2 besparing of het stimuleren van energie-efficiënte opwekkingsmethoden? Waarom gaat wel veel geld naar windenergie terwijl dit onderaan de lijst bungelt als het gaat om kosten per uitgespaarde ton CO2? Waarom is energiebesparing zo onderbelicht gebleven maar gaan bakken met geld in biomassa? Waarom steken steekt de Minister 20 miljoen in een warmte net in Rotterdam, maar geen geld in extra WKK centrales, kolenvergassing of CO2 opslag? Het antwoord is: omdat niet duidelijk is wat we aan het doen zijn en waarom. Als de Minister het hiermee eens is, dan houd ik hem hieraan. Zoniet, wat wil hij dan? Waar is het nu het toetsbare plan van de Minister? Als dat er niet is dreigen het 4 verloren jaren voor te worden.
Dan energiebesparing. Als ik alle rapporten moet geloven is het potentieel groot. We buitelen over elkaar heen met percentages die we moeten gaan realiseren. Per saldo geloof ik inderdaad, met de Energieraad, dat hier nog veel winst is te boeken. Maar ik nodig de Minister uit concreter aan te geven HOE dat dan precies moet. De VVD vraagt een uitgewerkt energiebesparingplan. Over de verhandelbare energiecertificaten het volgende: een prachtig idee, maar ik heb totaal geen zicht op de uitvoering en de daaraan verbonden kosten en baten. Iedereen die ik in de aanloop naar dit AO heb gesproken is er negatief over. De VVD fractie ziet hier voorlopig niks in, behalve veel ingewikkelde en administratie slurpende processen.
Mijn vierde punt is, in lijn met de AER, versterking van onderzoek en ontwikkeling op het gebied van schoon gebruik van fossiele brandstoffen en duurzame energie. In Europa geven we 0,1% van onze totale energierekening uit aan R&D. Als de VS ook nog eens met Aziatische landen een pact sluit voor technologieontwikkeling en overdracht, dan moeten we ons ernstig zorgen gaan maken. De sleutel tot grootschalige inzet van nieuwe technieken die hun eigen broek kunnen ophouden ligt in technologische ontwikkeling.
We moeten hier dus veel meer aan doen. Dat kan in een gezamenlijk programma tussen overheid, universiteiten en industrie, waarbij de industrie ook meebetaalt. Dan weet je zeker dat er commercieel perspectief is. De overheid moet daarbij ook langjarig perspectief bieden. Ik stel voor om alle kennis op het gebied van energieonderzoek en energie-technologie-ontwikkeling bij bedrijfsleven, wetenschap en overheid niet fysiek, maar wel organisatorisch onder 1 dak te brengen. 1 loket, 1 kenniscentrum. Nederland Energieland. Het Energy Valley van het noorden, maar dan nationaal. Wij hebben de kennis, het gas, de bedrijven, de infrastructuur, de mensen en het kapitaal om dat te doen. Stelt u zich eens voor wat dat zou kunnen betekenen voor onze internationale positie en welke kansen dat Nederland zou geven.
Als de Minister extra geld uit FES fondsen krijgt - we moeten uiteraard wachten tot Prinsjesdag - moet dat geld daar naartoe. Kan de Minister hier ook een pact sluiten met zijn collega van Onderwijs en Wetenschap? Waar liggen mogelijkheden voor allianties met andere programma's, landen en instituten in Europa? Welke prioriteiten moeten we leggen? Graag ook hier de visie van de Minister. Wederom de vraag: als hij het met mijn voorstel eens is nodig ik hem uit daarvoor een concreet plan te maken. Zoniet, dan zie ik graag zijn alternatief tegemoet. Het aardige van deze voorstellen is dat ook het klimaat erbij gebaat is: het klimaatprobleem is vooral het probleem van de fossiele brandstoffen. Vermindering van het gebruik daarvan draagt ook bij aan vermindering van de CO2 uitstoot. Het perspectief dat de VVD biedt is een duidelijke agenda, oplossing van urgente problemen op zo kort mogelijke termijn en transitie naar een schone energiehuishouding op lange termijn. Ik zie de reactie van de Minister met spanning tegemoet.
VVD