Groen!
Brussel, 8 september 2005

Eloi Glorieux Vera Dua Eloi Glorieux, Vlaams volksvertegenwoordiger Groen!
Vera Dua, voorzitter Groen!
Johan Malcorps, studiedienst Groen!

Persdienst Groen! Ron Hermans - woordvoerder Sergeant De Bruynestraat 78-82 | 1070 Anderlecht | tel 02 219 19 19 | fax 02 223 10 90 | gsm 0473 90 30 66

e-mail pers@groen.be | persteksten http://www.groen.be/pers/

Oliecrisis: geen gerommel in de marge maar een energierevolutie

Samenvatting

Groen! wil een energierevolutie als antwoord op de structurele oliecrisis. Het geruzie in de regering over de energiecheques biedt geen antwoord op de bruuske stijging van de brandstofprijzen, op de structurele energiecrisis waarin we zijn terecht gekomen. Groen! wil een pakket maatregelen waardoor België onafhankelijker wordt van aardolie. Groen! roept de federale regering op tot een radicaalvernieuwende aanpak van het energieprobleem. In het Vlaamse Parlement dringt Groen! aan op maatregelen die op gewestniveau kunnen worden genomen. Groen! dringt aan op een themadebat over energiearmoede en dient een voorstel van decreet tot wijziging van de regeling inzake verkeersbelasting in.

Voor Groen! vormen energiebesparing, energiefficiëntie en energie anders opwekken - de 3 E's - vormen de basis voor een groene energierevolutie. Die groene energierevolutie moet ervoor zorgen dat Vlaanderen in de komende jaren een energie- en koolstofarme samenleving kan organiseren met behoud van werk, welzijn en levenskwaliteit. Vlaanderen kan wat dit betreft 4 keer beter door half zo snel energie te verbruiken en twee keer efficiënter te produceren.

Groen! roept de regeringen op meteen radicale, structurele maatregelen te nemen. Het huidige gerommel in de marge rond de energiecheques doet kostbare tijd verloren gaan. Groen! roept zowel de federale als de Vlaamse regering op werk te maken van een energierevolutie in de transportsector. Tegenover de huidige uit de pan swingende brandstofprijzen stelt Groen! een resem van maatregelen die in de transportsector moeten leiden tot energiebesparing, energie-efficiëntie en andere energie.


1. Groen! wil in België de autokosten variabiliseren door de afschaffing van de belastingen op het bezit van de wagen (de belasting op inverkeerstelling, de verkeersbelasting, de aanvullende verkeersbelasting voor LPG-wagens en de accijnscompenserende belasting voor dieselwagens). Zo wordt het bezitten van een wagen goedkoper, niet het rijden.
2. Groen! wil de dringende herinvoering van de LPG-premie. De paarsgroene regering voerde een LPG-premie in voor de ombouw van benzinewagens naar LPG-wagens. Die premie was erg succesvol: meer dan 20.000 benzinewagens werden dankzij de premie omgeschakeld naar LPG, en het aandeel LPG-wagens in het Belgische wagenpark steeg substantieel. De paarse regering heeft deze LPG-premie afgeschaft!. Het aandeel van LPG-wagens t.a.v. de benzine- en dieselwagens blijft dan ook marginaal. Groen! wil dan ook de onmiddellijke herinvoering van de LPG-premie, zodat er jaarlijks
12.000 wagens worden omgebouwd naar LPG-wagens.
3. Groen! wil dat de autoconstructeurs worden aangepord om zuinige wagens op de markt te brengen. Een strategie die erop gericht is onze afhankelijkheid van olie te verminderen moet in de eerste plaats ingrijpen op het verbruik van petroleum door auto's en vrachtwagens. Het gewicht van personenwagens in Europa steeg de laatste 30 jaar met gemiddeld 30%. Toch verbruiken lichtere wagens minder brandstof. De auto van de 21ste eeuw moet dus lichter worden en een verbruik van 3l/100 km moet de norm worden. Een bindend kader voor de Europese auto-industrie om die norm te halen tegen 2020 is noodzakelijk en moet door België worden verdedigd op Europees niveau.

4. Groen! wil 25% hernieuwbare energiebronnen in de transportsector tegen 2015. Alternatieve, propere brandstoffen moeten worden gestimuleerd. Groen! wil dan ook een accijns met nultarief op biodiesel.

5. Groen! wil nieuwe investeringen in openbaar vervoer, nodig om onze afhankelijkheid van olie te verminderen, maar ook om broeikasgasemissies te verminderen en de uitstoot van vervuilende stoffen die onze gezondheid schaden. Het openbaar vervoer moet aantrekkelijker worden dan de auto.

6. Groen! wil dat gemeenten autodelen actief promoten en ondersteunen en dat de vaste kosten van autodelen fiscaal aftrekbaar worden voor mensen die geen auto bezitten.

7. Groen! wil de invoering van een slimme kilometerheffing voor vrachtwagens, waarbij niet alleen het aantal gereden kilometers, maar ook veiligheid, verkeersdrukte en uitstoot van schadelijke stoffen mee worden verrekend. Uit een Nederlandse studie blijkt dat een slimme kilometerheffing het brandstofverbruik met meer dan
30% doet dalen!

Steeds meer gezinnen besteden meer dan 10% van het hoofdinkomen aan de energiefactuur. Gezinnen geven steeds meer uit voor verwarming en vervoer. Tussen 1999 en 2000 steeg het gezinsbudget voor vervoer met liefst 17%. Kortom, energie is geen kwestie van facturen, energie is een zaak van mensen.

Groen! wil de bestaande energiearmoede tegen 2015 uitroeien en nieuwe vormen van energiearmoede door stijgende facturen, voorkomen. Om de energiearmoede te bestrijden dringen zich radicaalvernieuwende acties op. Zo pleit Groen! voor:


1. gratis energieaudits voor arme gezinnen
2. voor een systeem voor renteloze leningen en een voorfinancieringsfonds om energiebesparende renovaties te prefinancieren

3. voor groepscontracten voor elektriciteit en gas afgesloten door OCMW en sociale huisvestingsmaatschappijen

4. de mogelijkheid voor gezinnen met een laag inkomen om energiezuinige huishoudtoestellen te leasen

Groen! wil dat de meerinkomsten van de overheid uit de hogere BTW en accijnzen door de hogere brandstofprijzen moeten prioritair worden besteed aan het structureel oplossen van de energiearmoede.

Ook de olieproducenten moeten het sociaal stookoliefonds en maatregelen tegen energie-armoede mee ondersteunen.
---

Uitgebreide tekst

De olieprijzen swingen de pan uit, en het ziet er niet naar uit dat ze drastisch zullen dalen. De stijging van de olieprijs gaat in minder brutale schokken dan tijdens de vorige oliecrisissen, maar de stijging blijkt nu wel structureel te zijn. De hoge olieprijzen vandaag zijn niet enkel het gevolg van een hogere vraag naar olie van nieuwe economieën (India, China), van geopolitieke instabiliteit (Irak, Nigeria, Venezuela, de Yukos-affaire in Rusland) of tijdelijke rampen (de effecten van orkaan Katrina op de Amerikaanse oliewinning). Het ziet er naar uit dat de markt anticipeert op structurele en blijvende schaarste en bevoorradingsproblemen.

De invloed hiervan op de economie kan niet uitblijven. Het Internationaal Atoom Agentschap verwacht dat een olieprijsstijging van
10% uiteindelijk resulteert in een wereldwijde daling van het BNP met 0,5%. Daarbij zal het effect vooral voelbaar zijn in de minder ontwikkelde landen. De hoge olieprijs treft de Belgische economie harder dan die van andere industrielanden in Europa. In geen enkel Europees land is de olieafhankelijkheid van de economie zo hoog: 2,5% van het BBP ging in 2004 naar de invoer van aardolie.

Terwijl we midden in een structurele energiecrisis zijn terechtgekomen, is het enige antwoord van de paarse regering geruzie over een energiecheque van 75 euro. Het is duidelijk dat de crisis niet wordt opgelost met een eenmalige cheque, maar dat het beleid een globaal plan moet klaar hebben met structurele maatregelen. Onze economie moet minder afhankelijk worden van olie, de energiearmoede waar steeds meer mensen in terecht komen moet worden bestreden, en we moeten de generaties na ons ook nog energie gunnen.

De keuze ligt vandaag tussen een groen en modern energiebeleid of een restauratie ten voordele van energieproducenten en kortetermijnwinst zoals conservatieve politieke partijen momenteel proberen door te drukken. Groen! neemt de handschoen op en kiest resoluut voor een moderne energierevolutie, voor een betere economie, voor meer werkgelegenheid en minder milieuvervuiling.


1. Inleiding

Broeikasgassen en stijgende olieprijzen. We staan voor een structurele energiecrisis. De gevolgen van de klimaatsverandering en het broeikaseffect zijn volgens de meeste wetenschappers en analisten nu al zichtbaar: een lange reeks van overstromingen, orkanen, bosbranden de laatste jaren en maanden.

Volhouden dat het geheel van alle recent waargenomen klimaatsverschijnselen niets met de opwarming te maken heeft, wordt wetenschappelijk stilaan onverdedigbaar. Het meest recente rapport van het IPCC spreekt boekdelen. Of nog: directeur Christopher Flavin van het vermaarde Amerikaanse Worldwatch Institute stelt dat wat in New Orleans is gebeurd, niet meer is dan 'een voorproefje voor de komende eeuw'. Het zeewater in de Golf van Mexico heeft een temperatuur bereikt van 32,2 graden Celcius en volgens het vermaarde instituut moet dit warme zeewater beschouwd worden als een van de oorzaken voor de enorme krachtsontwikkeling van orkaan Katrina.

Dit verhoogt aanzienlijk de druk om binnen of buiten het verband van het Kyoto-protocol maatregelen te nemen om de uitstoot van broeikasgassen drastisch te verminderen. De vermindering van de uitstoot van o.m. CO kan echter maar gehaald worden als het globale energiesysteem radicaal verandert, en er veel minder energie wordt verspild.

Minder broeikasgassen uitstoten betekent minder andere vervuilende stoffen uitstoten, en betekent zeker minder directe schadelijke effecten op de gezondheid (cf. fijn stof of stikstofoxiden). Een klimaatbeleid en een beleid voor schone lucht gaan hand in hand.

Blijvend hoge olieprijzen, slinkende olievoorraad De olieprijzen swingen de pan uit, en het ziet er niet naar uit dat ze drastisch zullen dalen. De stijging van de olieprijs lijkt nu ook van structurele aard. De invloed hiervan op de economie kan niet uitblijven: diverse studies voorspellen een effect van duurdere olie op het BNP. Het Internationaal Atoom Agentschap verwacht dat een olieprijsstijging van 10% uiteindelijk resulteert in een wereldwijde daling van het BNP met 0,5%. Daarbij zal het effect vooral voelbaar zijn in de minder ontwikkelde landen.

De hoge olieprijzen vandaag zijn niet enkel het gevolg van een hogere vraag naar olie van nieuwe economieën (India, China), van geopolitieke instabiliteit (Irak, Nigeria, Venezuela, de Yukos-affaire in Rusland) of tijdelijke rampen (de effecten van orkaan Katrina op de Amerikaanse oliewinning). Het ziet er naar uit dat de markt anticipeert op structurele en blijvende schaarste en bevoorradingsproblemen.

Onder geologen woedt een hevig debat over de zogeheten oliepiek. Deze piektheorie gaat uit van de veronderstelling dat op een bepaald moment in de toekomst de vraag naar olie groter zal zijn dan de productie, terwijl de olieproductie zelf niet meer toeneemt. Als dit gebeurt, dan schieten de olieprijzen pijlsnel omhoog, en wordt de wereldeconomie ontwricht.

Waar pessimisten zoals Colin Campbell van de Association for the Study of Peak Oil ervoor waarschuwen dat deze piek al zou kunnen bereikt worden in 2008, geloven de optimistische geologen die werken voor de grote oliemaatschappijen, dat dit ten vroegste kan gebeuren tegen
2025. Als de waarheid ergens in het midden ligt, hebben politici de verantwoordelijkheid om nu dringend actie te ondernemen om te anticiperen op een piekscenario tegen pakweg 2015.

De onzekerheid over de echte olievoorraden (en mogelijks frauduleuze verklaringen hierover vanuit olieproducenten) zijn van die aard dat specialisten zoals Goldman Sachs een olieprijs van meer dan 100 dollar per vat op relatief korte termijn niet uitsluiten.

Kernenergie geen oplossing voor stijgende olieprijzen Volgens sommigen is een revival van kernenergie hét antwoord op de stijgende olieprijzen. Kerncentrales worden echter vooral gebruikt om elektriciteit te produceren, niet voor verwarming of transport. Olie daarentegen wordt nauwelijks gebruikt voor de productie van elektriciteit, maar staat wel in voor 20% van het energieverbruik nodig voor de verwarming van huizen en gebouwen, en voor maar liefst
80% van het energieverbruik nodig in het transport. Kernenergie is daar hoegenaamd geen alternatief.

Ook de piste waarbij kernenergie gebruikt wordt om waterstof te produceren als energiebron voor autos, is uitzichtloos. Theoretisch kan dit, maar praktisch is dit op korte termijn onhaalbaar. Op een recent door de Europese Commissie gesteunde technologiebijeenkomst over waterstof, gingen zelfs de grootste optimisten en voorstanders van waterstof-autos ervan uit dat waterstof hooguit 1% van de markt zou kunnen bedienen tegen 2020. Als men kernenergie zou beschouwen als een optie om waterstof te produceren, zou de bevoorrradingszekerheid van de nucleaire brandstof, al snel een probleem worden. En dan hebben we het nog niet over de onopgeloste problemen van de verwijdering van kernafval, de risicos van globaal terrorisme en proliferatie in een wereld waar het aantal kerncentrales enorm zou toenemen.

Afhankelijkheid van olie verminderen De hoge olieprijs treft België harder dan andere industrielanden in Europa. Dat blijkt uit een studie van het Instituut van de Duitse Economie (Institut der deutschen Wirtschaft - IW). Ons land gaf in
2004 2,5% van zijn Bruto Binnenlands Product (BBP) aan de invoer van aardolie uit. In geen enkel Europees land ligt dat aandeel zo hoog.

Die olieafhankelijkheid maakt onze economie erg kwetsbaar. Ook daarom moeten we de omslag maken naar energie-efficiëntie, energiebesparing, en andere energiebronnen.

Tabel SEQ Tabel \* ARABIC 1: Marktaandelen van de verschillende energiebronnen in België (in %)


1973


2002


2003 (1)

Vaste brandstoffen


24,6


11,7


10,9

Aardolie


58,4


40,0


40,8

Aardgas


17,0


24,0


25,1

Kernenergie

0,0


22,1


21,3

Andere

0,0


1,2


1,0

Hernieuwbare energiebronnen en recuperatiebrandstoffen (2)


-

0,9

0,9

TOTAAL


100,0


100,0


100,0

Bron : Ministerie van Economische Zaken (1) Voorlopige cijfers
(2) Industriële, huishoudelijke en landbourwafvalstoffen gebruikt in de elektriciteitsproductie


2. De juiste strategische keuze: energiebesparing, energie-efficiëntie en energie anders opwekken

Vlaanderen kan 4 keer beter

Vlaanderen staat in de komende jaren voor de uitdaging om een energie- en koolstofarme samenleving te organiseren met behoud van werk, welzijn en levenskwaliteit. Onze economie moet stukken minder afhankelijk worden van aardolie.

De keuze ligt vandaag tussen een groen en modern energiebeleid of een restauratie ten voordele van energieproducenten en kortetermijnwinst zoals conservatieve politieke partijen momenteel proberen door te drukken. Groen! neemt daarom de handschoen op en kiest resoluut voor een moderne energierevolutie, voor een betere economie, voor meer werkgelegenheid en minder milieuvervuiling.

Groen! wil hieraan werken door energie half zo snel te verbruiken en twee keer efficiënter te produceren, terwijl er maximaal in windenergie, zonne-energie, kleinschalige waterkracht, duurzame biomassa en biobrandstoffen geïnvesteerd wordt.

Dat kan door:


1/ energiebesparing


2/ efficiënter omspringen met energie


3/ energie anders opwekken (omschakelen naar hernieuwbare energiebronnen)

Kiezen voor energiebesparing, efficiënte opwekking van energie en hernieuwbare energie is ook kiezen voor duizenden nieuwe en duurzame jobs in Vlaanderen. In Duitsland werden sinds 1998 52.000 jobs gecreëerd in de sector van de hernieuwbare energie. Daarnaast gaat het om duizenden jobs in de bouw door de keuze voor renovatie en isolatie van woningen, in de uibreiding van openbaar vervoer, spoor en binnenvaart en nieuwe mobiliteitsdiensten.

Groen! wil energiearmoede aanpakken

Energie maakt arm; zeker met de pan uit swingende (stook)olieprijzen. Steeds meer gezinnen besteden meer dan 10% van het hoofdinkomen aan de energiefactuur. Zij zijn het slachtoffer van de energiearmoede. Energie is geen kwestie van facturen, het is een zaak van mensen.

Hetzelfde geldt voor vervoer. In 2000 ging 14% van het gezinsbudget naar vervoer, in 1999 was dat nog maar 12,4%. De gezinnen gaven dus op een jaar tijd 17% meer uit aan vervoer.

In Vlaanderen rijden meer auto's rond dan er gezinnen zijn: 2,65 miljoen. Steeds meer gezinnen hebben twee autos in de garage staan. Maar dat betekent lang niet dat ieder gezin er één heeft. Integendeel: bijna een kwart van de gezinnen stelt het zonder auto. Bij alleenstaanden en ouderen is dat nog meer: twee derde van de
65-plussers heeft geen auto.

Maar als het gaat om de gevolgen van luchtverontreiniging door bijvoorbeeld fijn stof, zijn de zwakkere sociale klassen en oudere mensen wél het eerste slachtoffer. Hun gezondheid lijdt onder luchtvervuiling.

Groen! wil meer zorg en aandacht voor de druk die mensen met een laag inkomen ondervinden van stijgende energieprijzen. Die energiearmoede zal de komende jaren alleen maar toenemen, gezien de evolutie op de energiemarktmet de hogere brandstofprijzen. De eenmalige energiecheque van 75 euro helpen deze mensen niet uit de energiearmoede.

Groen! wil de bestaande energiearmoede tegen 2015 uitroeien en nieuwe vormen van energiearmoede door stijgende facturen, voorkomen. Om de energiearmoede te bestrijden dringen zich radicaalvernieuwende acties op.

Zo pleit Groen! voor:
1. gratis energieaudits voor arme gezinnen
2. voor een systeem van renteloze leningen en een voorfinancieringfonds om energiebesparende renovaties te prefinancieren

3. voor groepscontracten voor elektriciteit en gas afgesloten door OCMW en socialehuisvestingsmaatschappijen

4. de mogelijkheid voor gezinnen met een laag inkomen om energiezuinige huishoudtoestellen te leasen.

De meerinkomsten van de overheid uit de hogere BTW en accijnzen door de hogere brandstofprijzen moeten prioritair worden besteed aan het structureel oplossen van de energiearmoede.

Groen!:

De meerinkomsten van de overheid uit de hogere BTW en accijnzen door de hogere brandstofprijzen moeten prioritair worden besteed aan het structureel oplossen van de energiearmoede: voorfinancieren van energie-efficiënte investeringen, gratis energieaudits, samenaankoop van elektriciteit en gas door OCMW.

Ook de olieproducenten moeten het sociaal stookoliefonds en maatregelen tegen energie-armoede mee ondersteunen.


3. Een energierevolutie in de transportsector

Energie-efficiëntie, en energiebesparing en energie anders opwekken zijn mogelijk in het transport, de woningbouw, in de petrochemie. Vandaag stellen we een duurzame energiestrategie voor in de transportsector: een reeks maatregelen om in de transportsector minder energie te verbruiken, efficiënter om te gaan met energie en over te schakelen op andere energiedragers.

Een duurzame energiestrategie richt zich in de eerste plaats op energiebesparing. De beste strategie om onze olieafhankelijkheid te verminderen is minder olie te verbruiken. In tweede instantie kan gezocht worden naar alternatieven voor olie. Tot slot moeten benzine- en dieselwagens veel zuiniger worden.

Minder verbruik, properder brandstoffen en een hoger aandeel van biobrandstoffen zullen niet volstaan om het transportsysteem echt energie-efficiënter te maken. Daartoe zal vooral de vraag naar transport verminderd moeten worden. Vernieuwende logistieke oplossingen zijn nodig in de grote steden en investeringen in een verschuiving van vervoer van auto, vrachtwagen en vliegtuig naar openbaar vervoer.

Maatregelen worden best ingebed in een meer omvattende mobiliteitsstrategie. Door de stijgende productiviteit in de autofabrieken is daar weinig bijkomende tewerkstelling te verwachten, eerder een verdere afkalving van jobs. Door vernieuwende vervoersdiensten te creëren (openbaar en collectief vervoer, carpooling, autodelen, levering aan huis vanuit transferia, ..), kunnen wél interessante nieuwe jobs gecreëerd worden.

(1) minder autokilometers

§ Openbaar vervoer

Nieuwe investeringen in openbaar vervoer zijn nodig om onze afhankelijkheid van olie te verminderen, maar ook om broeikasgasemissies te verminderen en de uitstoot van vervuilende stoffen (bv. roetdeeltjes) die onze gezondheid schaden. Zulk een win-win-politiek leidt ook tot meer banen, in eerste instantie in de aanleg van meer infrastructuur, in tweede instantie in het aanbieden van meer en een betere mobiliteitsdienstverlening aan het publiek.

Vlot, betaalbaar, betrouwbaar en comfortabel openbaar vervoer, gecombineerd met veilige en comfortabele fiets- en voetgangersverbindingen, dat is de toekomst voor de steden en het platteland. Groen! wil dat in de grote steden massaal wordt geïnvesteerd in een fijnmazig net van tram- en buslijnen, fiets- en voetgangersnetwerken, en in een efficiënte 'park-and-ride'-infrastructuur aan de stadsrand. Op die manier wordt het openbaar vervoer aantrekkelijker dan de auto.

De Europese Investeringsbank kan via prefinanciering in deze ontwikkelingen investeren en de globale transportkosten voor de Europese economie fors drukken.

§ Variabiliseren van autokost

Groen! wil verder een meer verantwoord autogebruik stimuleren door de autokost te variabiliseren.

Het principe is dat het autobezit goedkoper wordt ten nadele van het aantal gereden kilometers. Verhoogde benzineprijzen worden zo gecompenseerd door een afschaffing van de belastingen op autobezit (de belasting op inverkeerstelling, de verkeersbelasting, de aanvullende verkeersbelasting voor LPG-wagens en de accijnscompenserende belasting voor dieselwagens).

In de huidige discussie over compenserende maatregelen voor de bruuske stijging van de brandstofprijzen is een energiecheque een eenmalige niet-structurele maatregel. Het verminderen van de verkeersbelasting is een zinvoller initiatief en betekent meteen een eerste stap naar de variabilisering van de autokosten.

Indien iemand kiest om zich te verplaatsen met de wagen, dan wil Groen! deze persoon stimuleren om te kiezen voor het minst schadelijke alternatief.

Groen! wil de prijzen aan de pomp van de verschillende brandstofsoorten moduleren via de accijnzen in functie van de milieuschadelijkheid van de brandstof. Brandstoffen met een minder schadelijke milieu-impact worden minder hoog belast.

§ Vormen van wegentol

Ook diverse vormen van wegentol kunnen en moeten een belangrijke rol spelen. In Londen slaagde men erin met een wegentol het autoverkeer in de binnenstad met 20% te verminderen. In Zwitserland werd een belangrijke verschuiving gerealiseerd van vrachtwagenverkeer door de Alpen naar spoorvervoer: van 70% vervoer over de weg kon men in enkele jaren tijd evolueren naar het vervoer van 70% van de goederen per trein

De Groenen zijn voorstander van de invoering van een slimme kilometerheffing, waarbij niet alleen het aantal gereden kilometers, maar ook veiligheid, verkeersdrukte en uitstoot van schadelijke stoffen mee worden verrekend.

Uit een Nederlandse studie blijkt dat een slimme kilometerheffing de NOx-uitstoot met 50% kan verminderen, de CO2 met 35%, PM10 met 65%, PAKs met 35%, VOS met 25% en het energieverbruik met meer dan 30%.

Voor Vlaanderen (en liefst voor heel België) pleit Groen! voor de invoering in stappen van een slimme kilometerheffing voor vrachtwagens (ter vervanging van bestaande (vaste) heffingen). Daarmee houden gelijke tred met evoluties die op Europees niveau sowieso bezig zijn.

§ Autodelen veralgemenen: delen is voordeliger

Bij autodelen maken meerdere personen om beurten gebruik van één of meerdere (gezamenlijke) wagens. Dit kan zowel door de autodelers zelf geregeld zijn, als door een al dan niet commerciële organisatie. Het gebruik van een auto is losgekoppeld van het bezit ervan.

Autodelen gaat uit van het standpunt dat een auto een bijzonder nuttig en praktisch vervoermiddel is dat doordacht, efficiënt en selectief gebruikt moet worden. Een auto is immers niet voor elke verplaatsing het meest geschikte vervoersmiddel.

De meeste autobezitters gebruiken hun auto te weinig in verhouding tot de tijd en de kosten die ze erin investeren. Niet-autobezitters zijn dan weer verplicht om zich voor elke verplaatsing uit de slag te trekken met het openbaar vervoer, de fiets of te voet te verplaatsen, ook al is dat soms onpraktisch. Wie geen auto heeft, is gewoonweg aangewezen op het openbaar vervoer.

Door een auto te delen vermijd je zowel de nadelen van het individuele autobezit als van het autoloos zijn.

Autodelen is momenteel in Antwerpen, Gent, Brugge, Vilvoorde, Mechelen, Brugge en Leuven al behoorlijk sterk geëvolueerd en kent er vele gebruikers.

Daarom wil Groen!:
1. dat gemeenten autodelen actief promoten en ondersteunen
2. Dat de vaste kosten van autodelen fiscaal aftrekbaar worden voor mensen die geen auto bezitten.

(2) minder olie verbruiken

§ De auto van de 21ste eeuw: 3l / 100km wordt de norm

In de EU wordt 80% van de olie verbruikt in de transportsector. Een strategie die erop gericht is onze afhankelijkheid van olie te verminderen moet in de eerste plaats ingrijpen op het verbruik van petroleum door autos en vrachtwagens. Gezien de gemiddelde levensduur van wagens in Europa relatief kort is (4 à 5 jaar), zijn vooral normen voor nieuwe wagens van groot belang.

De autoconstructeurs moeten worden aangepord om zuinige wagens op de markt te brengen. Om aan bindende wetgeving te ontsnappen, sloten zij met de Europese Commissie een vrijwillige overeenkomst (ACEA) waarin ze beloofden de nieuwe modellen voortdurend zuiniger te maken, zodanig dat tegen 2020 de CO -uitstoot door het wegverkeer zou zijn gehalveerd.

Op dit moment schommelt het gemiddeld verbruik rond 6,8 liter per kilometer. De vrijwillige toezeggingen van de auto-industrie (140 gram CO /kilometer) komt overeen met een gemiddeld verbruik van 5,8 liter/100 kilometer voor benzinewagens en 5,3 liter/100 kilometer voor dieselwagens.

Het verbruik van een wagen hangt ook sterk af van het gewicht. 100 kg besparing op het gewicht van een wagen levert doorsnee een besparing in verbruik op van 0,5 liter/100 kilometer. De toekomst is aan lichtere modellen. Maar het gewicht van personenwagens in Europa steeg de laatste 30 jaar met gemiddeld 30%.

De autoconstructeurs hielden dus hun belofte niet! Zij beweren dat ze technisch niet haalbaar zijn, maar dat is onjuist. Volgens uitgebreid recent onderzoek ligt het niet halen van de normen vooral aan de voortdurend stijgende verkoop van steeds zwaardere en grotere wagens. Het zijn ook die wagens die de grootste maatschappelijke kost met zich meebrengen.

Om het gemiddeld verbruik van het wagenpark te verminderen komen er best wettelijk grenswaarden voor het verbruik van benzine (zoals beslist in Japan en ook gepland in China). Tegen 2012 moet de 5 liter/100 kilometer-wagen de norm zijn, tegen 2020 de 3 liter/100 kilometer -wagen. Er is dan ook nood aan een bindend kader voor de Europese auto-industrie, aan een nieuwe Europese richtlijn inzake het gemiddeld verbruik van voertuigen gecombineerd met verhandelbare CO -certificaten

Op deze wijze kan de Europese auto-industrie zich geleidelijk aanpassen en kan de ontwikkeling van de milieuvriendelijke auto van de toekomst toch versneld worden. We denken dan aan autos die lichter en veiliger zijn en die baat zullen vinden bij een verbeterde motorefficiëntie en hybride technologieën. De industrie kan op die manier een comparatief voordeel opbouwen op terreinen als dat van de hybride machines, waar men nu een achterstand heeft opgelopen t.a.v. Japan.

(3) alternatieven voor olie

§ 25% hernieuwbare energiebronnen in de transportsector tegen
2015

Van de nieuwe voertuigen is 70% uitgerust met een dieselmotor, dat is het hoogste niveau dat ooit bereikt werd in België en na Oostenrijk het tweede hoogste in Europa. Diesel is de belangrijkste oorzaak van fijn stof. Vlaanderen kreunt onder het fijn stof.

De lijst van Vlaamse gemeenten die meer fijn stof te slikken kregen dan toegelaten door Europa én aanvaardbaar voor de gezondheid van vooral kinderen, senioren en mensen met astmaproblemen, groeit dagelijks. Alternatieve, propere brandstoffen moeten worden gestimuleerd.

Inschrijving nieuwe auto's volgens type brandstof

Groen! wil tegen 2015 25% hernieuwbare energiebronnen in de transportsector. Op deze manier vermindert de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en daalt milieuverontreiniging.

§ Schone biobrandstof commercialiseren

. Biodiesel is volledig biodegradeerbaar, niet toxisch en heeft een zeer laag gehalte aan zwavel en aromaten. Ook de CO -uitstoot is lager dan gewone diesel.

Groen! wil een accijns met nultarief op biodiesel

Het is wel belangrijk dat enkel duurzame biodiesel wordt gestimuleerd. Veel van de biobrandstoffen die nu wereldwijd worden gebruikt zijn niet milieuvriendelijk. De gebruikte planten hebben veel kunstmest en bestrijdingsmiddelen en energie nodig. Dat geldt onder meer voor de biodiesel die in Duitsland en Frankrijk uit koolzaad wordt gemaakt. De CO -uitstoot is niet lager dan van reguliere benzine. Biodiesel heeft als ander nadeel dat het veel ruimte vraagt. Biobrandstoffen op basis van tropische gewassen, bv. palmolie, zijn ook ongewenst omdat die leiden tot het kappen van tropisch regenwoud en gaan ten koste van de voedselproductie.

Het Nederlandse Natuur en Milieu heeft een eerste aanzet gemaakt voor een lijst van duurzame biobrandstoffen. Daarop staan onder meer ethanol uit reststoffen uit de agrarische industrie, biodiesel uit oud frituurvet, Fischer-Tropsch (bio-)diesel uit biomassa van duurzame herkomst en ethanol met schimmels geproduceerd uit houtige biomassa van duurzame herkomst.

Er moet zo snel mogelijk een Europese lijst van duurzame biodieselproducten die in aanmerking komen voor het nultarief inzake accijns, worden gepubliceerd.

§ Promotie van LPG

De paarsgroene regering voerde een LPG-premie in voor de ombouw van benzinewagens naar LPG-wagens. Die premie was erg succesvol: meer dan
20.000 benzinewagens werden dankzij de premie omgeschakeld naar LPG, en het aandeel LPG-wagens in het Belgische wagenpark steeg substantieel.

De paarse regering heeft deze LPG-premie afgeschaft!. Het aandeel van LPG-wagens t.a.v. de benzine- en dieselwagens blijft dan ook marginaal.

Groen! wil dan ook de onmiddellijk herinvoering van de LPG-premie, zodat er jaarlijks 12.000 wagens worden omgebouwd naar LPG-wagens.

(4) Maatregelen op internationaal niveau

§ Een krachtig internationaal klimaatakkoord

Het Kyotoprotocol dat op 16 februari in werking trad, vormt een eerste belangrijke stap in de strijd tegen klimaatverandering en legt de basis voor een groen en modern energiebeleid. Dit beleid mag echter niet teruggebracht worden tot het jaarlijks aankopen van miljoenen vervuilingsrechten uit het Zuiden om de ecologische schuld van ons land af te kopen.

Groen! ondersteunt de resolutie van het Europees Parlement dat de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met minstens 50% moet worden teruggebracht om een catastrofale klimaatverandering tegen te gaan. Daarom moet de Belgische Kyotodoelstelling na 2012 verder aangescherpt worden zodat een efficiëntere welzijnseconomie met meer hernieuwbare energie, meer lokale werkgelegenheid en minder fossiele brandstoffen een blijvende bezorgdheid van onze beleidsverantwoordelijken wordt.

§ Een Mondiale Organisatie voor Hernieuwbare Energie

Een groen en modern energiebeleid met aandacht voor hernieuwbare energiebronnen kan het Zuiden nieuwe economische ontwikkelingskansen bieden. Groen! wil tegen 2015 één miljard mensen uit lage inkomenslanden toegang geven tot hernieuwbare energietechnologieën. De bestaande initiatieven voor de wereldwijde promotie van hernieuwbare energie zijn versnipperd en slagen er niet in om een wezenlijke vooruitgang boeken. Daarom moet er een nieuwe Mondiale Organisatie voor Hernieuwbare Energie opgericht worden.

§ een Europese heffing op (speculatieve) oliewinsten

Internationale olie, gas en mijnbedrijven moeten alle belastingen, premies en financiële voordelen aan regeringen en landen in Noord en Zuid publiceren om hun notering op de beurs te behouden. Stattoil, een Noors oliebedrijf, heeft dat in zijn meest recente jaarverslag reeds toegepast.

Zo wordt de bevolking in ontwikkelingslanden geïnformeerd over welke bedrijven grote winsten binnenhalen met de exploitatie van hun bodem en kunnen de regeringen van importerende landen waar nodig misbruiken bijsturen. België moet dit punt hard maken in Europa en bij de internationale (financiële) instellingen.

Naar het model van de Tobintaks op speculatieve geldstromen, dient er ook een internationale, of minstens een Europese heffing te komen op (speculatieve) oliewinsten.