Groen!
Brussel, 8 september 2005
Eloi Glorieux Vera Dua Eloi Glorieux, Vlaams volksvertegenwoordiger
Groen!
Vera Dua, voorzitter Groen!
Johan Malcorps, studiedienst Groen!
Persdienst Groen!
Ron Hermans - woordvoerder
Sergeant De Bruynestraat 78-82 | 1070 Anderlecht |
tel 02 219 19 19 | fax 02 223 10 90 | gsm 0473 90 30 66
e-mail pers@groen.be | persteksten http://www.groen.be/pers/
Oliecrisis: geen gerommel in de marge maar een energierevolutie
Samenvatting
Groen! wil een energierevolutie als antwoord op de structurele
oliecrisis. Het geruzie in de regering over de energiecheques biedt
geen antwoord op de bruuske stijging van de brandstofprijzen, op de
structurele energiecrisis waarin we zijn terecht gekomen. Groen! wil
een pakket maatregelen waardoor België onafhankelijker wordt van
aardolie. Groen! roept de federale regering op tot een
radicaalvernieuwende aanpak van het energieprobleem. In het Vlaamse
Parlement dringt Groen! aan op maatregelen die op gewestniveau kunnen
worden genomen. Groen! dringt aan op een themadebat over
energiearmoede en dient een voorstel van decreet tot wijziging van
de regeling inzake verkeersbelasting in.
Voor Groen! vormen energiebesparing, energiefficiëntie en energie
anders opwekken - de 3 E's - vormen de basis voor een groene
energierevolutie. Die groene energierevolutie moet ervoor zorgen dat
Vlaanderen in de komende jaren een energie- en koolstofarme
samenleving kan organiseren met behoud van werk, welzijn en
levenskwaliteit. Vlaanderen kan wat dit betreft 4 keer beter door half
zo snel energie te verbruiken en twee keer efficiënter te produceren.
Groen! roept de regeringen op meteen radicale, structurele maatregelen
te nemen. Het huidige gerommel in de marge rond de energiecheques doet
kostbare tijd verloren gaan. Groen! roept zowel de federale als de
Vlaamse regering op werk te maken van een energierevolutie in de
transportsector. Tegenover de huidige uit de pan swingende
brandstofprijzen stelt Groen! een resem van maatregelen die in de
transportsector moeten leiden tot energiebesparing,
energie-efficiëntie en andere energie.
1. Groen! wil in België de autokosten variabiliseren door de
afschaffing van de belastingen op het bezit van de wagen (de
belasting op inverkeerstelling, de verkeersbelasting, de
aanvullende verkeersbelasting voor LPG-wagens en de
accijnscompenserende belasting voor dieselwagens). Zo wordt het
bezitten van een wagen goedkoper, niet het rijden.
2. Groen! wil de dringende herinvoering van de LPG-premie. De
paarsgroene regering voerde een LPG-premie in voor de ombouw van
benzinewagens naar LPG-wagens. Die premie was erg succesvol: meer
dan 20.000 benzinewagens werden dankzij de premie omgeschakeld
naar LPG, en het aandeel LPG-wagens in het Belgische wagenpark
steeg substantieel. De paarse regering heeft deze LPG-premie
afgeschaft!. Het aandeel van LPG-wagens t.a.v. de benzine- en
dieselwagens blijft dan ook marginaal. Groen! wil dan ook de
onmiddellijke herinvoering van de LPG-premie, zodat er jaarlijks
12.000 wagens worden omgebouwd naar LPG-wagens.
3. Groen! wil dat de autoconstructeurs worden aangepord om zuinige
wagens op de markt te brengen. Een strategie die erop gericht is
onze afhankelijkheid van olie te verminderen moet in de eerste
plaats ingrijpen op het verbruik van petroleum door auto's en
vrachtwagens. Het gewicht van personenwagens in Europa steeg de
laatste 30 jaar met gemiddeld 30%. Toch verbruiken lichtere wagens
minder brandstof. De auto van de 21ste eeuw moet dus lichter
worden en een verbruik van 3l/100 km moet de norm worden. Een
bindend kader voor de Europese auto-industrie om die norm te halen
tegen 2020 is noodzakelijk en moet door België worden verdedigd op
Europees niveau.
4. Groen! wil 25% hernieuwbare energiebronnen in de transportsector
tegen 2015. Alternatieve, propere brandstoffen moeten worden
gestimuleerd. Groen! wil dan ook een accijns met nultarief op
biodiesel.
5. Groen! wil nieuwe investeringen in openbaar vervoer, nodig om onze
afhankelijkheid van olie te verminderen, maar ook om
broeikasgasemissies te verminderen en de uitstoot van vervuilende
stoffen die onze gezondheid schaden. Het openbaar vervoer moet
aantrekkelijker worden dan de auto.
6. Groen! wil dat gemeenten autodelen actief promoten en ondersteunen
en dat de vaste kosten van autodelen fiscaal aftrekbaar worden
voor mensen die geen auto bezitten.
7. Groen! wil de invoering van een slimme kilometerheffing voor
vrachtwagens, waarbij niet alleen het aantal gereden kilometers,
maar ook veiligheid, verkeersdrukte en uitstoot van schadelijke
stoffen mee worden verrekend. Uit een Nederlandse studie blijkt
dat een slimme kilometerheffing het brandstofverbruik met meer dan
30% doet dalen!
Steeds meer gezinnen besteden meer dan 10% van het hoofdinkomen aan de
energiefactuur. Gezinnen geven steeds meer uit voor verwarming en
vervoer. Tussen 1999 en 2000 steeg het gezinsbudget voor vervoer met
liefst 17%. Kortom, energie is geen kwestie van facturen, energie is
een zaak van mensen.
Groen! wil de bestaande energiearmoede tegen 2015 uitroeien en nieuwe
vormen van energiearmoede door stijgende facturen, voorkomen. Om de
energiearmoede te bestrijden dringen zich radicaalvernieuwende acties
op. Zo pleit Groen! voor:
1. gratis energieaudits voor arme gezinnen
2. voor een systeem voor renteloze leningen en een
voorfinancieringsfonds om energiebesparende renovaties te
prefinancieren
3. voor groepscontracten voor elektriciteit en gas afgesloten door
OCMW en sociale huisvestingsmaatschappijen
4. de mogelijkheid voor gezinnen met een laag inkomen om
energiezuinige huishoudtoestellen te leasen
Groen! wil dat de meerinkomsten van de overheid uit de hogere BTW en
accijnzen door de hogere brandstofprijzen moeten prioritair worden
besteed aan het structureel oplossen van de energiearmoede.
Ook de olieproducenten moeten het sociaal stookoliefonds en
maatregelen tegen energie-armoede mee ondersteunen.
---
Uitgebreide tekst
De olieprijzen swingen de pan uit, en het ziet er niet naar uit dat ze
drastisch zullen dalen. De stijging van de olieprijs gaat in minder
brutale schokken dan tijdens de vorige oliecrisissen, maar de stijging
blijkt nu wel structureel te zijn. De hoge olieprijzen vandaag zijn
niet enkel het gevolg van een hogere vraag naar olie van nieuwe
economieën (India, China), van geopolitieke instabiliteit (Irak,
Nigeria, Venezuela, de Yukos-affaire in Rusland) of tijdelijke rampen
(de effecten van orkaan Katrina op de Amerikaanse oliewinning). Het
ziet er naar uit dat de markt anticipeert op structurele en blijvende
schaarste en bevoorradingsproblemen.
De invloed hiervan op de economie kan niet uitblijven. Het
Internationaal Atoom Agentschap verwacht dat een olieprijsstijging van
10% uiteindelijk resulteert in een wereldwijde daling van het BNP met
0,5%. Daarbij zal het effect vooral voelbaar zijn in de minder
ontwikkelde landen. De hoge olieprijs treft de Belgische economie
harder dan die van andere industrielanden in Europa. In geen enkel
Europees land is de olieafhankelijkheid van de economie zo hoog: 2,5%
van het BBP ging in 2004 naar de invoer van aardolie.
Terwijl we midden in een structurele energiecrisis zijn
terechtgekomen, is het enige antwoord van de paarse regering geruzie
over een energiecheque van 75 euro. Het is duidelijk dat de crisis
niet wordt opgelost met een eenmalige cheque, maar dat het beleid een
globaal plan moet klaar hebben met structurele maatregelen. Onze
economie moet minder afhankelijk worden van olie, de energiearmoede
waar steeds meer mensen in terecht komen moet worden bestreden, en we
moeten de generaties na ons ook nog energie gunnen.
De keuze ligt vandaag tussen een groen en modern energiebeleid of een
restauratie ten voordele van energieproducenten en kortetermijnwinst
zoals conservatieve politieke partijen momenteel proberen door te
drukken. Groen! neemt de handschoen op en kiest resoluut voor een
moderne energierevolutie, voor een betere economie, voor meer
werkgelegenheid en minder milieuvervuiling.
1. Inleiding
Broeikasgassen en stijgende olieprijzen.
We staan voor een structurele energiecrisis. De gevolgen van de
klimaatsverandering en het broeikaseffect zijn volgens de meeste
wetenschappers en analisten nu al zichtbaar: een lange reeks van
overstromingen, orkanen, bosbranden de laatste jaren en maanden.
Volhouden dat het geheel van alle recent waargenomen
klimaatsverschijnselen niets met de opwarming te maken heeft, wordt
wetenschappelijk stilaan onverdedigbaar. Het meest recente rapport van
het IPCC spreekt boekdelen. Of nog: directeur Christopher Flavin van
het vermaarde Amerikaanse Worldwatch Institute stelt dat wat in New
Orleans is gebeurd, niet meer is dan 'een voorproefje voor de komende
eeuw'. Het zeewater in de Golf van Mexico heeft een temperatuur
bereikt van 32,2 graden Celcius en volgens het vermaarde instituut
moet dit warme zeewater beschouwd worden als een van de oorzaken voor
de enorme krachtsontwikkeling van orkaan Katrina.
Dit verhoogt aanzienlijk de druk om binnen of buiten het verband van
het Kyoto-protocol maatregelen te nemen om de uitstoot van
broeikasgassen drastisch te verminderen. De vermindering van de
uitstoot van o.m. CO kan echter maar gehaald worden als het globale
energiesysteem radicaal verandert, en er veel minder energie wordt
verspild.
Minder broeikasgassen uitstoten betekent minder andere vervuilende
stoffen uitstoten, en betekent zeker minder directe schadelijke
effecten op de gezondheid (cf. fijn stof of stikstofoxiden). Een
klimaatbeleid en een beleid voor schone lucht gaan hand in hand.
Blijvend hoge olieprijzen, slinkende olievoorraad
De olieprijzen swingen de pan uit, en het ziet er niet naar uit dat ze
drastisch zullen dalen. De stijging van de olieprijs lijkt nu ook van
structurele aard. De invloed hiervan op de economie kan niet
uitblijven: diverse studies voorspellen een effect van duurdere olie
op het BNP. Het Internationaal Atoom Agentschap verwacht dat een
olieprijsstijging van 10% uiteindelijk resulteert in een wereldwijde
daling van het BNP met 0,5%. Daarbij zal het effect vooral voelbaar
zijn in de minder ontwikkelde landen.
De hoge olieprijzen vandaag zijn niet enkel het gevolg van een hogere
vraag naar olie van nieuwe economieën (India, China), van geopolitieke
instabiliteit (Irak, Nigeria, Venezuela, de Yukos-affaire in Rusland)
of tijdelijke rampen (de effecten van orkaan Katrina op de Amerikaanse
oliewinning). Het ziet er naar uit dat de markt anticipeert op
structurele en blijvende schaarste en bevoorradingsproblemen.
Onder geologen woedt een hevig debat over de zogeheten oliepiek. Deze
piektheorie gaat uit van de veronderstelling dat op een bepaald moment
in de toekomst de vraag naar olie groter zal zijn dan de productie,
terwijl de olieproductie zelf niet meer toeneemt. Als dit gebeurt, dan
schieten de olieprijzen pijlsnel omhoog, en wordt de wereldeconomie
ontwricht.
Waar pessimisten zoals Colin Campbell van de Association for the Study
of Peak Oil ervoor waarschuwen dat deze piek al zou kunnen bereikt
worden in 2008, geloven de optimistische geologen die werken voor de
grote oliemaatschappijen, dat dit ten vroegste kan gebeuren tegen
2025. Als de waarheid ergens in het midden ligt, hebben politici de
verantwoordelijkheid om nu dringend actie te ondernemen om te
anticiperen op een piekscenario tegen pakweg 2015.
De onzekerheid over de echte olievoorraden (en mogelijks frauduleuze
verklaringen hierover vanuit olieproducenten) zijn van die aard dat
specialisten zoals Goldman Sachs een olieprijs van meer dan 100 dollar
per vat op relatief korte termijn niet uitsluiten.
Kernenergie geen oplossing voor stijgende olieprijzen
Volgens sommigen is een revival van kernenergie hét antwoord op de
stijgende olieprijzen. Kerncentrales worden echter vooral gebruikt om
elektriciteit te produceren, niet voor verwarming of transport. Olie
daarentegen wordt nauwelijks gebruikt voor de productie van
elektriciteit, maar staat wel in voor 20% van het energieverbruik
nodig voor de verwarming van huizen en gebouwen, en voor maar liefst
80% van het energieverbruik nodig in het transport. Kernenergie is
daar hoegenaamd geen alternatief.
Ook de piste waarbij kernenergie gebruikt wordt om waterstof te
produceren als energiebron voor autos, is uitzichtloos. Theoretisch
kan dit, maar praktisch is dit op korte termijn onhaalbaar. Op een
recent door de Europese Commissie gesteunde technologiebijeenkomst
over waterstof, gingen zelfs de grootste optimisten en voorstanders
van waterstof-autos ervan uit dat waterstof hooguit 1% van de markt
zou kunnen bedienen tegen 2020. Als men kernenergie zou beschouwen
als een optie om waterstof te produceren, zou de
bevoorrradingszekerheid van de nucleaire brandstof, al snel een
probleem worden. En dan hebben we het nog niet over de onopgeloste
problemen van de verwijdering van kernafval, de risicos van globaal
terrorisme en proliferatie in een wereld waar het aantal kerncentrales
enorm zou toenemen.
Afhankelijkheid van olie verminderen
De hoge olieprijs treft België harder dan andere industrielanden in
Europa. Dat blijkt uit een studie van het Instituut van de Duitse
Economie (Institut der deutschen Wirtschaft - IW). Ons land gaf in
2004 2,5% van zijn Bruto Binnenlands Product (BBP) aan de invoer van
aardolie uit. In geen enkel Europees land ligt dat aandeel zo hoog.
Die olieafhankelijkheid maakt onze economie erg kwetsbaar. Ook daarom
moeten we de omslag maken naar energie-efficiëntie, energiebesparing,
en andere energiebronnen.
Tabel SEQ Tabel \* ARABIC 1: Marktaandelen van de verschillende
energiebronnen in België (in %)
1973
2002
2003 (1)
Vaste brandstoffen
24,6
11,7
10,9
Aardolie
58,4
40,0
40,8
Aardgas
17,0
24,0
25,1
Kernenergie
0,0
22,1
21,3
Andere
0,0
1,2
1,0
Hernieuwbare energiebronnen en recuperatiebrandstoffen (2)
-
0,9
0,9
TOTAAL
100,0
100,0
100,0
Bron : Ministerie van Economische Zaken
(1) Voorlopige cijfers
(2) Industriële, huishoudelijke en landbourwafvalstoffen gebruikt in
de elektriciteitsproductie
2. De juiste strategische keuze: energiebesparing,
energie-efficiëntie en energie anders opwekken
Vlaanderen kan 4 keer beter
Vlaanderen staat in de komende jaren voor de uitdaging om een energie-
en koolstofarme samenleving te organiseren met behoud van werk,
welzijn en levenskwaliteit. Onze economie moet stukken minder
afhankelijk worden van aardolie.
De keuze ligt vandaag tussen een groen en modern energiebeleid of een
restauratie ten voordele van energieproducenten en kortetermijnwinst
zoals conservatieve politieke partijen momenteel proberen door te
drukken. Groen! neemt daarom de handschoen op en kiest resoluut voor
een moderne energierevolutie, voor een betere economie, voor meer
werkgelegenheid en minder milieuvervuiling.
Groen! wil hieraan werken door energie half zo snel te verbruiken en
twee keer efficiënter te produceren, terwijl er maximaal in
windenergie, zonne-energie, kleinschalige waterkracht, duurzame
biomassa en biobrandstoffen geïnvesteerd wordt.
Dat kan door:
1/ energiebesparing
2/ efficiënter omspringen met energie
3/ energie anders opwekken (omschakelen naar hernieuwbare
energiebronnen)
Kiezen voor energiebesparing, efficiënte opwekking van energie en
hernieuwbare energie is ook kiezen voor duizenden nieuwe en duurzame
jobs in Vlaanderen. In Duitsland werden sinds 1998 52.000 jobs
gecreëerd in de sector van de hernieuwbare energie. Daarnaast gaat het
om duizenden jobs in de bouw door de keuze voor renovatie en isolatie
van woningen, in de uibreiding van openbaar vervoer, spoor en
binnenvaart en nieuwe mobiliteitsdiensten.
Groen! wil energiearmoede aanpakken
Energie maakt arm; zeker met de pan uit swingende (stook)olieprijzen.
Steeds meer gezinnen besteden meer dan 10% van het hoofdinkomen aan de
energiefactuur. Zij zijn het slachtoffer van de energiearmoede.
Energie is geen kwestie van facturen, het is een zaak van mensen.
Hetzelfde geldt voor vervoer. In 2000 ging 14% van het gezinsbudget
naar vervoer, in 1999 was dat nog maar 12,4%. De gezinnen gaven dus op
een jaar tijd 17% meer uit aan vervoer.
In Vlaanderen rijden meer auto's rond dan er gezinnen zijn: 2,65
miljoen. Steeds meer gezinnen hebben twee autos in de garage staan.
Maar dat betekent lang niet dat ieder gezin er één heeft. Integendeel:
bijna een kwart van de gezinnen stelt het zonder auto. Bij
alleenstaanden en ouderen is dat nog meer: twee derde van de
65-plussers heeft geen auto.
Maar als het gaat om de gevolgen van luchtverontreiniging door
bijvoorbeeld fijn stof, zijn de zwakkere sociale klassen en oudere
mensen wél het eerste slachtoffer. Hun gezondheid lijdt onder
luchtvervuiling.
Groen! wil meer zorg en aandacht voor de druk die mensen met een laag
inkomen ondervinden van stijgende energieprijzen. Die energiearmoede
zal de komende jaren alleen maar toenemen, gezien de evolutie op de
energiemarktmet de hogere brandstofprijzen. De eenmalige
energiecheque van 75 euro helpen deze mensen niet uit de
energiearmoede.
Groen! wil de bestaande energiearmoede tegen 2015 uitroeien en nieuwe
vormen van energiearmoede door stijgende facturen, voorkomen. Om de
energiearmoede te bestrijden dringen zich radicaalvernieuwende acties
op.
Zo pleit Groen! voor:
1. gratis energieaudits voor arme gezinnen
2. voor een systeem van renteloze leningen en een
voorfinancieringfonds om energiebesparende renovaties te
prefinancieren
3. voor groepscontracten voor elektriciteit en gas afgesloten door
OCMW en socialehuisvestingsmaatschappijen
4. de mogelijkheid voor gezinnen met een laag inkomen om
energiezuinige huishoudtoestellen te leasen.
De meerinkomsten van de overheid uit de hogere BTW en accijnzen door
de hogere brandstofprijzen moeten prioritair worden besteed aan het
structureel oplossen van de energiearmoede.
Groen!:
De meerinkomsten van de overheid uit de hogere BTW en accijnzen door
de hogere brandstofprijzen moeten prioritair worden besteed aan het
structureel oplossen van de energiearmoede: voorfinancieren van
energie-efficiënte investeringen, gratis energieaudits, samenaankoop
van elektriciteit en gas door OCMW.
Ook de olieproducenten moeten het sociaal stookoliefonds en
maatregelen tegen energie-armoede mee ondersteunen.
3. Een energierevolutie in de transportsector
Energie-efficiëntie, en energiebesparing en energie anders opwekken
zijn mogelijk in het transport, de woningbouw, in de petrochemie.
Vandaag stellen we een duurzame energiestrategie voor in de
transportsector: een reeks maatregelen om in de transportsector
minder energie te verbruiken, efficiënter om te gaan met energie en
over te schakelen op andere energiedragers.
Een duurzame energiestrategie richt zich in de eerste plaats op
energiebesparing. De beste strategie om onze olieafhankelijkheid te
verminderen is minder olie te verbruiken. In tweede instantie kan
gezocht worden naar alternatieven voor olie. Tot slot moeten benzine-
en dieselwagens veel zuiniger worden.
Minder verbruik, properder brandstoffen en een hoger aandeel van
biobrandstoffen zullen niet volstaan om het transportsysteem echt
energie-efficiënter te maken. Daartoe zal vooral de vraag naar
transport verminderd moeten worden. Vernieuwende logistieke
oplossingen zijn nodig in de grote steden en investeringen in een
verschuiving van vervoer van auto, vrachtwagen en vliegtuig naar
openbaar vervoer.
Maatregelen worden best ingebed in een meer omvattende
mobiliteitsstrategie. Door de stijgende productiviteit in de
autofabrieken is daar weinig bijkomende tewerkstelling te verwachten,
eerder een verdere afkalving van jobs. Door vernieuwende
vervoersdiensten te creëren (openbaar en collectief vervoer,
carpooling, autodelen, levering aan huis vanuit transferia, ..),
kunnen wél interessante nieuwe jobs gecreëerd worden.
(1) minder autokilometers
§ Openbaar vervoer
Nieuwe investeringen in openbaar vervoer zijn nodig om onze
afhankelijkheid van olie te verminderen, maar ook om
broeikasgasemissies te verminderen en de uitstoot van vervuilende
stoffen (bv. roetdeeltjes) die onze gezondheid schaden. Zulk een
win-win-politiek leidt ook tot meer banen, in eerste instantie in de
aanleg van meer infrastructuur, in tweede instantie in het aanbieden
van meer en een betere mobiliteitsdienstverlening aan het publiek.
Vlot, betaalbaar, betrouwbaar en comfortabel openbaar vervoer,
gecombineerd met veilige en comfortabele fiets- en
voetgangersverbindingen, dat is de toekomst voor de steden en het
platteland. Groen! wil dat in de grote steden massaal wordt
geïnvesteerd in een fijnmazig net van tram- en buslijnen, fiets- en
voetgangersnetwerken, en in een efficiënte
'park-and-ride'-infrastructuur aan de stadsrand. Op die manier wordt
het openbaar vervoer aantrekkelijker dan de auto.
De Europese Investeringsbank kan via prefinanciering in deze
ontwikkelingen investeren en de globale transportkosten voor de
Europese economie fors drukken.
§ Variabiliseren van autokost
Groen! wil verder een meer verantwoord autogebruik stimuleren door de
autokost te variabiliseren.
Het principe is dat het autobezit goedkoper wordt ten nadele van het
aantal gereden kilometers. Verhoogde benzineprijzen worden zo
gecompenseerd door een afschaffing van de belastingen op autobezit (de
belasting op inverkeerstelling, de verkeersbelasting, de aanvullende
verkeersbelasting voor LPG-wagens en de accijnscompenserende belasting
voor dieselwagens).
In de huidige discussie over compenserende maatregelen voor de bruuske
stijging van de brandstofprijzen is een energiecheque een eenmalige
niet-structurele maatregel. Het verminderen van de verkeersbelasting
is een zinvoller initiatief en betekent meteen een eerste stap naar de
variabilisering van de autokosten.
Indien iemand kiest om zich te verplaatsen met de wagen, dan wil
Groen! deze persoon stimuleren om te kiezen voor het minst schadelijke
alternatief.
Groen! wil de prijzen aan de pomp van de verschillende
brandstofsoorten moduleren via de accijnzen in functie van de
milieuschadelijkheid van de brandstof. Brandstoffen met een minder
schadelijke milieu-impact worden minder hoog belast.
§ Vormen van wegentol
Ook diverse vormen van wegentol kunnen en moeten een belangrijke rol
spelen. In Londen slaagde men erin met een wegentol het autoverkeer in
de binnenstad met 20% te verminderen. In Zwitserland werd een
belangrijke verschuiving gerealiseerd van vrachtwagenverkeer door de
Alpen naar spoorvervoer: van 70% vervoer over de weg kon men in enkele
jaren tijd evolueren naar het vervoer van 70% van de goederen per
trein
De Groenen zijn voorstander van de invoering van een slimme
kilometerheffing, waarbij niet alleen het aantal gereden kilometers,
maar ook veiligheid, verkeersdrukte en uitstoot van schadelijke
stoffen mee worden verrekend.
Uit een Nederlandse studie blijkt dat een slimme kilometerheffing de
NOx-uitstoot met 50% kan verminderen, de CO2 met 35%, PM10 met 65%,
PAKs met 35%, VOS met 25% en het energieverbruik met meer dan 30%.
Voor Vlaanderen (en liefst voor heel België) pleit Groen! voor de
invoering in stappen van een slimme kilometerheffing voor vrachtwagens
(ter vervanging van bestaande (vaste) heffingen). Daarmee houden
gelijke tred met evoluties die op Europees niveau sowieso bezig zijn.
§ Autodelen veralgemenen: delen is voordeliger
Bij autodelen maken meerdere personen om beurten gebruik van één of
meerdere (gezamenlijke) wagens. Dit kan zowel door de autodelers zelf
geregeld zijn, als door een al dan niet commerciële organisatie. Het
gebruik van een auto is losgekoppeld van het bezit ervan.
Autodelen gaat uit van het standpunt dat een auto een bijzonder nuttig
en praktisch vervoermiddel is dat doordacht, efficiënt en selectief
gebruikt moet worden. Een auto is immers niet voor elke verplaatsing
het meest geschikte vervoersmiddel.
De meeste autobezitters gebruiken hun auto te weinig in verhouding tot
de tijd en de kosten die ze erin investeren. Niet-autobezitters zijn
dan weer verplicht om zich voor elke verplaatsing uit de slag te
trekken met het openbaar vervoer, de fiets of te voet te verplaatsen,
ook al is dat soms onpraktisch. Wie geen auto heeft, is gewoonweg
aangewezen op het openbaar vervoer.
Door een auto te delen vermijd je zowel de nadelen van het individuele
autobezit als van het autoloos zijn.
Autodelen is momenteel in Antwerpen, Gent, Brugge, Vilvoorde,
Mechelen, Brugge en Leuven al behoorlijk sterk geëvolueerd en kent er
vele gebruikers.
Daarom wil Groen!:
1. dat gemeenten autodelen actief promoten en ondersteunen
2. Dat de vaste kosten van autodelen fiscaal aftrekbaar worden voor
mensen die geen auto bezitten.
(2) minder olie verbruiken
§ De auto van de 21ste eeuw: 3l / 100km wordt de norm
In de EU wordt 80% van de olie verbruikt in de transportsector. Een
strategie die erop gericht is onze afhankelijkheid van olie te
verminderen moet in de eerste plaats ingrijpen op het verbruik van
petroleum door autos en vrachtwagens. Gezien de gemiddelde levensduur
van wagens in Europa relatief kort is (4 à 5 jaar), zijn vooral normen
voor nieuwe wagens van groot belang.
De autoconstructeurs moeten worden aangepord om zuinige wagens op de
markt te brengen. Om aan bindende wetgeving te ontsnappen, sloten zij
met de Europese Commissie een vrijwillige overeenkomst (ACEA) waarin
ze beloofden de nieuwe modellen voortdurend zuiniger te maken, zodanig
dat tegen 2020 de CO -uitstoot door het wegverkeer zou zijn
gehalveerd.
Op dit moment schommelt het gemiddeld verbruik rond 6,8 liter per
kilometer. De vrijwillige toezeggingen van de auto-industrie (140 gram
CO /kilometer) komt overeen met een gemiddeld verbruik van 5,8
liter/100 kilometer voor benzinewagens en 5,3 liter/100 kilometer voor
dieselwagens.
Het verbruik van een wagen hangt ook sterk af van het gewicht. 100 kg
besparing op het gewicht van een wagen levert doorsnee een besparing
in verbruik op van 0,5 liter/100 kilometer. De toekomst is aan
lichtere modellen. Maar het gewicht van personenwagens in Europa steeg
de laatste 30 jaar met gemiddeld 30%.
De autoconstructeurs hielden dus hun belofte niet! Zij beweren dat ze
technisch niet haalbaar zijn, maar dat is onjuist. Volgens uitgebreid
recent onderzoek ligt het niet halen van de normen vooral aan de
voortdurend stijgende verkoop van steeds zwaardere en grotere wagens.
Het zijn ook die wagens die de grootste maatschappelijke kost met zich
meebrengen.
Om het gemiddeld verbruik van het wagenpark te verminderen komen er
best wettelijk grenswaarden voor het verbruik van benzine (zoals
beslist in Japan en ook gepland in China). Tegen 2012 moet de 5
liter/100 kilometer-wagen de norm zijn, tegen 2020 de 3 liter/100
kilometer -wagen. Er is dan ook nood aan een bindend kader voor de
Europese auto-industrie, aan een nieuwe Europese richtlijn inzake het
gemiddeld verbruik van voertuigen gecombineerd met verhandelbare
CO -certificaten
Op deze wijze kan de Europese auto-industrie zich geleidelijk
aanpassen en kan de ontwikkeling van de milieuvriendelijke auto van de
toekomst toch versneld worden. We denken dan aan autos die lichter en
veiliger zijn en die baat zullen vinden bij een verbeterde
motorefficiëntie en hybride technologieën. De industrie kan op die
manier een comparatief voordeel opbouwen op terreinen als dat van de
hybride machines, waar men nu een achterstand heeft opgelopen t.a.v.
Japan.
(3) alternatieven voor olie
§ 25% hernieuwbare energiebronnen in de transportsector tegen
2015
Van de nieuwe voertuigen is 70% uitgerust met een dieselmotor, dat is
het hoogste niveau dat ooit bereikt werd in België en na Oostenrijk
het tweede hoogste in Europa. Diesel is de belangrijkste oorzaak van
fijn stof. Vlaanderen kreunt onder het fijn stof.
De lijst van Vlaamse gemeenten die meer fijn stof te slikken kregen
dan toegelaten door Europa én aanvaardbaar voor de gezondheid van
vooral kinderen, senioren en mensen met astmaproblemen, groeit
dagelijks. Alternatieve, propere brandstoffen moeten worden
gestimuleerd.
Inschrijving nieuwe auto's volgens type brandstof
Groen! wil tegen 2015 25% hernieuwbare energiebronnen in de
transportsector. Op deze manier vermindert de afhankelijkheid van
fossiele brandstoffen en daalt milieuverontreiniging.
§ Schone biobrandstof commercialiseren
. Biodiesel is volledig biodegradeerbaar, niet toxisch en heeft een
zeer laag gehalte aan zwavel en aromaten. Ook de CO -uitstoot is
lager dan gewone diesel.
Groen! wil een accijns met nultarief op biodiesel
Het is wel belangrijk dat enkel duurzame biodiesel wordt gestimuleerd.
Veel van de biobrandstoffen die nu wereldwijd worden gebruikt zijn
niet milieuvriendelijk. De gebruikte planten hebben veel kunstmest en
bestrijdingsmiddelen en energie nodig. Dat geldt onder meer voor de
biodiesel die in Duitsland en Frankrijk uit koolzaad wordt gemaakt. De
CO -uitstoot is niet lager dan van reguliere benzine. Biodiesel
heeft als ander nadeel dat het veel ruimte vraagt. Biobrandstoffen op
basis van tropische gewassen, bv. palmolie, zijn ook ongewenst omdat
die leiden tot het kappen van tropisch regenwoud en gaan ten koste van
de voedselproductie.
Het Nederlandse Natuur en Milieu heeft een eerste aanzet gemaakt voor
een lijst van duurzame biobrandstoffen. Daarop staan onder meer
ethanol uit reststoffen uit de agrarische industrie, biodiesel uit oud
frituurvet, Fischer-Tropsch (bio-)diesel uit biomassa van duurzame
herkomst en ethanol met schimmels geproduceerd uit houtige biomassa
van duurzame herkomst.
Er moet zo snel mogelijk een Europese lijst van duurzame
biodieselproducten die in aanmerking komen voor het nultarief inzake
accijns, worden gepubliceerd.
§ Promotie van LPG
De paarsgroene regering voerde een LPG-premie in voor de ombouw van
benzinewagens naar LPG-wagens. Die premie was erg succesvol: meer dan
20.000 benzinewagens werden dankzij de premie omgeschakeld naar LPG,
en het aandeel LPG-wagens in het Belgische wagenpark steeg
substantieel.
De paarse regering heeft deze LPG-premie afgeschaft!. Het aandeel van
LPG-wagens t.a.v. de benzine- en dieselwagens blijft dan ook
marginaal.
Groen! wil dan ook de onmiddellijk herinvoering van de LPG-premie,
zodat er jaarlijks 12.000 wagens worden omgebouwd naar LPG-wagens.
(4) Maatregelen op internationaal niveau
§ Een krachtig internationaal klimaatakkoord
Het Kyotoprotocol dat op 16 februari in werking trad, vormt een eerste
belangrijke stap in de strijd tegen klimaatverandering en legt de
basis voor een groen en modern energiebeleid. Dit beleid mag echter
niet teruggebracht worden tot het jaarlijks aankopen van miljoenen
vervuilingsrechten uit het Zuiden om de ecologische schuld van ons
land af te kopen.
Groen! ondersteunt de resolutie van het Europees Parlement dat de
wereldwijde uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met minstens 50%
moet worden teruggebracht om een catastrofale klimaatverandering tegen
te gaan. Daarom moet de Belgische Kyotodoelstelling na 2012 verder
aangescherpt worden zodat een efficiëntere welzijnseconomie met meer
hernieuwbare energie, meer lokale werkgelegenheid en minder fossiele
brandstoffen een blijvende bezorgdheid van onze
beleidsverantwoordelijken wordt.
§ Een Mondiale Organisatie voor Hernieuwbare Energie
Een groen en modern energiebeleid met aandacht voor hernieuwbare
energiebronnen kan het Zuiden nieuwe economische ontwikkelingskansen
bieden. Groen! wil tegen 2015 één miljard mensen uit lage
inkomenslanden toegang geven tot hernieuwbare energietechnologieën.
De bestaande initiatieven voor de wereldwijde promotie van
hernieuwbare energie zijn versnipperd en slagen er niet in om een
wezenlijke vooruitgang boeken. Daarom moet er een nieuwe Mondiale
Organisatie voor Hernieuwbare Energie opgericht worden.
§ een Europese heffing op (speculatieve) oliewinsten
Internationale olie, gas en mijnbedrijven moeten alle belastingen,
premies en financiële voordelen aan regeringen en landen in Noord en
Zuid publiceren om hun notering op de beurs te behouden. Stattoil, een
Noors oliebedrijf, heeft dat in zijn meest recente jaarverslag reeds
toegepast.
Zo wordt de bevolking in ontwikkelingslanden geïnformeerd over welke
bedrijven grote winsten binnenhalen met de exploitatie van hun bodem
en kunnen de regeringen van importerende landen waar nodig misbruiken
bijsturen. België moet dit punt hard maken in Europa en bij de
internationale (financiële) instellingen.
Naar het model van de Tobintaks op speculatieve geldstromen, dient er
ook een internationale, of minstens een Europese heffing te komen op
(speculatieve) oliewinsten.