Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Nota Mobiliteit: voorspelbaar, betrouwbaar en veiliger van A naar B

Minister Peijs van Verkeer en Waterstaat heeft vandaag de Nota Mobiliteit en de bijbehorende Uitvoeringsagenda gepresenteerd. De Nota Mobiliteit bevat de koers van de minister voor het verkeer- en vervoerbeleid tot 2020. De Uitvoeringsagenda geeft de vertaling naar de praktijk en maakt de Nota Mobiliteit concreet. Met deze nota neemt de betrouwbaarheid op de weg, spoor en water toe. De grootste winst zit in voorspelbaarheid: in 2020 weet je hoe laat je moet vertrekken om op tijd aan te komen en ook de doorstroming verbetert. 95 Procent van de reizigers arriveert dan op tijd op de plaats van bestemming. De files zijn in 2020 40 procent korter, ondanks een toename van het personenvervoer met 20 procent en een toename van het goederenvervoer met zelfs 40 tot 80 procent.

De Nota Mobiliteit is een uitwerking van de Nota Ruimte voor het verkeer en vervoer, en is opgesteld in samenspraak met de decentrale overheden. Bovendien is op twee kernpunten van de nota - openbaar vervoer en prijsbeleid - advies verwerkt van maatschappelijke partijen. Om Nederland in beweging te brengen en te houden moet er veel gebeuren. Voor de uitvoering van Nota Mobiliteit wordt daarom tussen 2010 en 2020 80 miljard euro uitgetrokken. Ruim 30 miljard euro daarvan is bestemd voor onderhoud en vervanging om de huidige onderhoudsachterstanden in te lopen.

De uitgangspunten van het beleid zijn niet veranderd ten opzichte van het beleidsvoornemen dat minister Peijs in september vorig jaar heeft gepresenteerd, het zogeheten deel I van de Nota Mobiliteit. De economie krijgt voorrang. Dat betekent extra aandacht voor de hoofdverbindingsassen, zoals de A2, A4 en A12, de mainports Rotterdam en Schiphol, de greenports en de brainport Eindhoven.

Daarnaast staat de reis van deur tot deur centraal. Een groot deel van de reis gaat door stedelijk gebied en over infrastructuurnetten van meerdere beheerders. Daarom moeten de overheden ook beter samenwerken en krijgen de regio's ook meer taken en bevoegdheden.

Een belangrijk en vernieuwend idee achter de Nota Mobiliteit is dat de rijksoverheid niet meer gedetailleerd voorschrijft en bepaalt, maar dat mobiliteit een kwestie is van samenwerken. Via publiek private samenwerking en decentralisatie krijgen bedrijven en andere overheden een grotere rol bij de verbetering van de mobiliteit, verkeersveiligheid en leefomgeving. Regionale overheden ontvangen hiervoor budgetten in de vorm van de brede doeluitkering verkeer en vervoer (BDU). Tot en met 2020 draagt het Rijk 20 miljard euro over aan decentrale overheden voor uitvoering van regionale en lokale plannen. De rijksoverheid toetst de verkeer- en vervoerplannen van de decentrale overheden aan de eisen uit de Nota Mobiliteit.

Anders betalen voor mobiliteit: het advies van het Platform

De Nota Mobiliteit voorziet in nieuwe weginfrastructuur voor bijna 20 miljard euro. Alléén nieuwe infrastructuur is echter niet voldoende. In deel 1 stond al dat een andere manier van betalen voor mobiliteit noodzakelijk is. Dat vereist breed maatschappelijk draagvlak. Het Platform Anders Betalen voor Mobiliteit onder leiding van de heer Paul Nouwen heeft een doorslaggevende bijdrage aan dat draagvlak geleverd. Het kabinet onderschrijft het advies van het Platform waarin een prijs wordt betaald voor het gebruik van de weg, en bouw, verbetering en onderhoud van de weginfrastructuur onderworpen zijn aan marktprincipes.

Het kabinet gaat voortvarend aan de slag met de eerste stap, te weten de versnelde aanpak van een aantal knelpunten op de weg. Vanaf het moment dat de knelpunten zijn opgelost, betalen de weggebruikers een zogenoemde 'versnellingsprijs' aan en onafhankelijke inningsorganisatie. De weggebruiker betaalt alleen voor de extra kosten van de versnelde aanpak. Het tijdstip van betalen wijkt af van het advies van het Platform, dat de mogelijkheid bood een prijs te vragen vanaf het moment dat de werkzaamheden beginnen.

Het kabinet onderschrijft het eindbeeld van het advies van het Platform, de kilometerprijs. Het is eerlijker dat weggebruikers betalen voor het gebruik van de weg, in plaats van het bezit van een auto. Het kabinet deelt de mening van het Platform dat de kosten voor invoering van zo'n systeem (eenmalig 3 miljard) en de exploitatiekosten (800 miljoen per jaar) op dit moment nog te hoog zijn en de technologische ontwikkelingen nog te onzeker. Het kabinet heeft in lijn met het advies van het Platform besloten om tweejaarlijks te bekijken of een besluit over de kilometerprijs financieel verantwoord is.

Netwerkvisie: het advies van het OV-beraad

De Nota Mobiliteit bevat hoge ambities voor de komende vijftien jaar voor het openbaar vervoer. Het Rijk, regionale overheden, vervoerders en reizigersorganisaties hebben in het OV-beraad onder leiding van oud minister Pieter Winsemius gezamenlijk ambities verwoord om de verschillende vormen van openbaar vervoer beter op elkaar te laten aansluiten.

Het kabinet heeft besloten dat er netwerkanalyses worden gemaakt waarbij gekeken wordt naar alle soorten vervoer: de weg in samenhang met OV en vervoer over water. Deze analyses moeten er voor zorgen dat de toegang tot de grote steden verbetert, dat het openbaar vervoer zo goed mogelijk op elkaar aansluit en dat rekening gehouden wordt met het gebruik van de fiets en de auto.

Centrale gedachte in de Nota is om OV in te zetten waar het effect het grootst is en de kwaliteit meer af te stemmen op de gebruikers. Zo neemt de punctualiteit bij het spoor toe tot 90 % en verbetert de aansluiting tussen de verschillende vormen van openbaar vervoer waardoor de wachttijden afnemen. Dit betrouwbaardere en betere openbaar vervoer leidt tot een toename van het gebruik van 20 procent, met name in het woon-werkverkeer in en tussen stedelijke gebieden. De Nota Mobiliteit schrijft verder voor dat in heel Nederland maatschappelijke voorzieningen per openbaar vervoer bereikbaar moeten zijn.

Verkeersveiligheid

Het verkeer moet en kan nog veiliger dan nu. De ambities voor de Nota Mobiliteit deel III zijn daarom aangescherpt met nog tien procent minder slachtoffers ten opzichte van deel I. Met een innovatief voertuigbeleid op Europees niveau moet het aantal verkeersslachtoffers terug van 1088 in 2003 tot maximaal 580 per jaar in 2020. Per gereden kilometer is dit meer dan een halvering.

Leefomgeving

Zorg voor de gezondheid van mensen en beperking van de negatieve gevolgen van de groeiende mobiliteit voor het milieu spelen een belangrijke rol bij het mobiliteitsbeleid. Luchtkwaliteit is één van de aandachtspunten. In 2020 is de uitstoot van fijn stof en NOx met 40 procent afgenomen. De Nota Mobiliteit levert een bijdrage aan die vermindering door een forse investering in de aanpak van knelpunten en bevordering van de doorstroming ondanks de groei van het verkeer.

De Nota Mobiliteit legt de contouren van het mobiliteitsbeleid in Nederland tot 2020 vast. Haalbare doelstellingen en concrete resultaten zijn de kern van de nota. Met de Nota Mobiliteit laat het kabinet zien hoe het Nederland mobiel wil houden.