KNMG

De positie van de individuele leden binnen de KNMG

Nieuw besluit van het Federatiebestuur, juli 2005

Het individueel lidmaatschap is bij de federatievorming gecreëerd omdat niet alle artsen lid kunnen of willen zijn van een federatiepartner, en niet alle artsenorganisaties bij de KNMG aangesloten zijn. Het individuele lidmaatschap biedt deze artsen onderdak bij de KNMG; zij profiteren evenzeer als de leden van de federatiepartners van wat de KNMG biedt. De individuele leden zijn vertegenwoordigd in het Federatiebestuur. Deze vertegenwoordiging is niet eenvoudig, omdat de groep individuele leden uit een groot aantal subgroepen met zeer uiteenlopende kenmerken bestaat. Om dezelfde reden is het bijzonder lastig voor het KNMG-bureau om de individuele leden als totaal te ondersteunen.

Veel individuele leden zijn actief in de KNMG districten, en voelen zich via de districtsactiviteiten voldoende betrokken bij de KNMG. Via de ondersteuning van de districten door het KNMG-bureau, bestaat er een zekere mate van bureausteun voor de individuele leden. Daarnaast verstaat de KNMG zich met de werkzame individuele leden via de districten, districtsbijeenkomsten, via landelijke peilingen onder leden en anderszins.

Het Federatiebestuur heeft in juli 2005 een besluit genomen over de positie van de individuele KNMG-leden. Hieronder vindt u de verschillende categorieën leden, met de overwegingen en besluiten van het federatiebestuur:
* Studentleden (ca 2300) hebben inmiddels een eigen positie binnen de KNMG, inclusief een eigen beleid en een Federatiebestuurszetel. Deze categorie rekenen we voortaan niet meer tot de individuele leden.
* Voor veel rustende artsen (ca 1300) bestaat de mogelijkheid van senior-lidmaatschap bij hun oorspronkelijke beroepsvereniging. Toch lijken velen daarmee niet bekend te zijn. Het aantal rustende artsen dat individueel KNMG lid is, kan afnemen als zij meer gebruik maken van de mogelijkheid lid te blijven van hun eigen beroepsvereniging en langs die weg van de KNMG.
* Bij specialisten in opleiding en basisartsen (ca 900) is te verwachten dat verreweg de meesten van hen na verloop van tijd lid worden van een beroepsvereniging die aangesloten is bij de federatie KNMG. Specialisten in opleiding kunnen daar nu al lid van worden. Omdat de indruk bestaat dat dat onvoldoende bekend is, zullen we deze mogelijkheid bij hen opnieuw onder de aandacht brengen. De verwachting is dat daardoor deze groep individuele leden (sterk) afneemt.
* Overige artsen (ca. 800). Deze groep artsen, actief in het beroepsveld, is van zeer divers pluimage (consultants, freelancers, complementair werkende artsen, artsen werkzaam in industrieën en bij verzekeraars, artsen in het buitenland, specialisten die geen lid willen zijn van een van de federatiepartners e.d.) die alleen als individueel lid aangesloten kunnen of willen zijn bij de KNMG. De KNMG onderschrijft de waarde die het voor deze artsen heeft om als KNMG leden georganiseerd te zijn.

Onder de individuele leden bestaan zulke verschillen in beroepsuitoefening, interesse, betrokkenheid en belangen, dat het ondoenlijk is om een gemeenschappelijk 'individuele leden-beleid' te formuleren. Om dezelfde reden is de vorming van een 'beroepsvereniging van individuele leden' onmogelijk.

De categorie 'Overige artsen' (artsen die in allerlei verschillende functies werkzaam en niet in opleiding zijn) stond centraal in de besluitvorming van het Federatiebestuur. Deze artsen zijn immers degenen die duurzaam individueel KNMG-lid zijn, geen lid kunnen (of willen) zijn van een federatiepartner, en niet in opleiding zijn. Gezien de status en omvang van de groep actieve individuele leden is het gewenst dat zij bestuurlijk vertegenwoordigd zijn, maar dan met één zetel in plaats van de twee die zij tot nog toe bezetten. Om te voorkomen dat het penningmeesterschap dan automatisch aan dit bestuurslid toevalt, zal voortaan de penningmeester evenals de voorzitter in functie worden benoemd door de Algemene Vergadering.

Samengevat heeft het Federatiebestuur de volgende besluiten genomen.
* Studentleden rekenen we niet meer tot de individuele leden;
* Het aantal federatiebestuursleden namens de individuele leden brengen we terug tot één. De Algemene Vergadering benoemt de penningmeester in functie; Tijdens de eerstvolgende Algemene Vergadering (6 december 2005) staan deze FB-besluiten op de agenda. De daaruit voortvloeiende voorstellen tot wijziging van Statuten en Algemeen Reglement worden ter goedkeuring voorgelegd.
* Het landelijk KNMG bureau ondersteunt de individuele leden niet als zodanig;
* De opslag op de KNMG-contributie van individuele leden reserveren we voor ondersteuning van breed gesteunde initiatieven vanuit de groep individuele leden;
* Het is gewenst dat artsen die lid kunnen zijn van een federatiepartner binnen de federatie KNMG, dat ook zijn, in plaats van individueel lid te worden van de KNMG. Hierop zijn echter uitzonderingen mogelijk die de KNMG voorzitter beoordeelt;
* Alle artsen die individueel lid zijn of willen worden, attenderen we op de wenselijkheid en mogelijkheid om -als dat voor hen mogelijk is-, lid te worden van een beroepsvereniging die aangesloten is bij de KNMG.

Voor vragen kunt u contact opnemen met Lode Wigersma, directeur beleid, L.Wigersma@fed.knmg.nl