Ingezonden persbericht
Persbericht Universiteit Utrecht
Faculteit Bètawetenschappen, departement Farmaceutische Wetenschappen
1 september 2005
Chronische pijnpatiënten rijden slechter auto
Patiënten met chronische pijn kunnen slechter autorijden dan gezonde bestuurders zonder pijn. Pijnbestrijding door middel van medicatie zou de oplossing kunnen zijn maar regelmatig treedt hierbij een versuffend effect op. Voorzichtigheid met autorijden is dus geboden voor chronische pijnpatiënten. Tot deze conclusies komt drs. Judy Veldhuijzen in haar onderzoek waarop ze op 8 september promoveert aan de faculteit Bètawetenschappen.
In het onderzoek werd de rijvaardigheid gemeten bij 14 chronische pijnpatiënten en vergeleken met 14 gezonde vrijwilligers in een speciaal daarvoor ingerichte testauto. De rijtest vond tijdens een normale verkeerssituatie plaats op een 100 km traject op de A12 tussen Utrecht en Arnhem. Daarnaast is in een laboratorium via metingen met elektrodes op het hoofd, de hersenactiviteit van pijnpatiënten geregistreerd tijdens het uitvoeren van een aandachtstaak.
Versuffend
Uit het onderzoek blijkt dat patiënten met chronische pijn een probleem lijken te hebben met het richten van de aandacht op de taak. Dit probleem is mogelijk één van de oorzaken waarom chronische pijnpatiënten slechter autorijden dan mensen zonder pijn. Pijn wordt beschouwd als chronisch als die langer aanhoudt dan drie tot zes maanden en chronische pijn wordt meestal behandeld met geneesmiddelen. Veldhuijzen heeft daarom ook onderzocht welk effect medicatie heeft op de rijvaardigheid. Het blijkt dat de rijvaardigheid verslechtert wanneer patiënten starten met het gebruik van amitriptyline. Dit middel wordt voorgeschreven bij zenuwpijn en heeft als vervelende bijwerking dat het versuffend kan werken. Echter, na twee weken dagelijks gebruik van amitriptyline werd geen verslechterde rijvaardigheid meer gevonden.
Constante positie
De rijvaardigheid werd gemeten in een speciaal daarvoor geïnstrumenteerde testauto. De deelnemers kregen de instructie om met een constante snelheid van 95 km per uur in een contante positie op de weg te rijden. Met deze methode wordt de slingering van de auto binnen de rijbaan gemeten door middel van een camera op het dak van de testauto. Deze slingering van de auto geeft een indruk van de mate van controle over het voertuig en wordt ook wel Standaard Deviatie van Laterale Positie (SDLP) genoemd. Tijdens de test werd de veiligheid gegarandeerd door een rij-instructeur, die de beschikking had over dubbele bediening.
Hersenactiviteit
Een andere methode die Veldhuijzen in haar onderzoek heeft toegepast om hersenactiviteit te bestuderen bij personen die pijn hebben, maakt gebruik van Event-Related Potentials (ERPs). ERPs zijn weergaven van hersenactiviteit die wordt opgewekt door het verwerken van stimuli tijdens het uitvoeren van een taak. Met ERPs is het mogelijk de verwerking van de stimulus in de hersenen nauwkeurig in de tijd te meten op milliseconde niveau.
Goed adviseren
Veldhuijzen vindt het belangrijk om patiënten met chronische pijn adequaat te behandelen omdat pijn de rijvaardigheid verslechtert. Tegelijkertijd beseft ze ook dat veel van de hierbij voorgeschreven medicijnen weer gevaren kunnen opleveren bij verkeersdeelname. Daarom moeten artsen en apothekers hun patiënten adviseren om geen auto te rijden bij aanvang van de behandeling met amitriptyline, na wijzigingen in de dosering, bij het ervaren van ernstige bijwerkingen of na een (korte) medicatiepauze.
Het onderzoek vond plaats bij de afdeling Psychofarmacologie van de faculteit Bètawetenschappen, in samenwerking met de afdeling Anesthesiologie van het Universitair Medisch Centrum Utrecht.
Donderdag 8 september 2005 om 12:45 uur
Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht
Promotie: 'Effects of pain and its pharmacological treatment on driving ability and cognition'.
Mw.drs. Judy Veldhuijzen, faculteit Bètawetenschappen, departement Farmaceutische Wetenschappen
Promotores: prof.dr. J.L. Kenemans, prof.dr. B. Olivier en prof.dr. C.J. Kalkman
Co-promotor: dr. E.R. Volkers
Een samenvatting van het onderzoek is te vinden op www.uu.nl/nieuws
Meer informatie:
Johan Vlasblom (030) 253 4073, j.l.vlasblom@uu.nl of Deby Ondaatje (030) 253 7317, d.a.ondaatje@pharm.uu.nl