Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
30 augustus 2005 UB/K/05/68702
nr. 2040520530
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid De Wit 6 september 2005

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid De Wit (SP) over de gevolgen van de aanpassing van het systeem voor beoordeling van arbeidsongeschiktheid.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

2

2040520530

Vragen van het lid De Wit (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de gevolgen van de aanpassing van het systeem voor beoordeling van arbeidsongeschiktheid. (Ingezonden 29 augustus 2005)


1
Is het u bekend dat herbeoordelingen in het kader van de WAO volgens het Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) van het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV), zoals dat per 1-6-2005 is aangepast, tot gevolg kan hebben dat een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100% wordt vastgesteld, terwijl de uitkomst volgens het niet-aangepaste systeem 0-15% was? 1)

Antwoord 1
Nee, dit is mij niet bekend. Als gevolg van enkele uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft UWV de inzichtelijkheid van het CBBS verbeterd. Inhoudelijk heeft UWV naar aanleiding van deze uitspraken geen wijzigingen in het CBBS aangebracht. Met betrekking tot de concreet genoemde bezwaarzaak heeft UWV mij laten weten dat de primaire beslissing niet correct was en dat bij de beoordeling van het bezwaar naar voren kwam dat er sprake was van een overschrijding van de belastbaarheid in drie van de geduide functies. De betreffende drie functies werden door de bezwaararbeidsdeskundige daarom verworpen. Alhoewel in de formulering van de heroverweging mogelijk een causaal verband gelezen kan worden tussen de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) op basis waarvan de inzichtelijkheid van het CBBS is verbeterd en deze uitspraak in bezwaar, heeft UWV mij bevestigd dat dit niet het geval is.


2
Waarom brengt het UWV alleen voor lopende bezwaar- en beroepszaken de incidentele en structurele financiële gevolgen van het aangepaste CBBS in kaart? 2) Wilt u ook de gevolgen in kaart laten brengen van de herbeoordelingen waartegen geen bezwaar en of beroep is ingediend? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2
Met mijn brief van 16 november 2004 heb ik u geïnformeerd over de uitspraken van de CRvB en de consequenties voor de keuringspraktijk. Kern van de uitspraken van de CRvB was dat het CBBS als hulpmiddel bij de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid door UWV gebruikt kan worden en dat de inzichtelijkheid van het CBBS verbetering behoeft. De CRvB heeft UWV de gelegenheid gegeven om bij lopende procedures de bestreden besluiten te voorzien van een nadere onderbouwing. Tevens dienen bij besluiten vanaf 1 juli 2005 de onvolkomenheden verholpen te zijn. UWV voldoet hieraan en heeft de inzichtelijkheid van het CBBS verbeterd. Gezien de uitspraak van de CRvB acht ik het niet nodig dat UWV de gevolgen voor beoordelingen, waartegen geen bezwaar of beroep is ingediend, in kaart brengt.


3
Wilt u de rechtsgelijkheid herstellen tussen degenen die volgens het oorspronkelijk en degenen die volgens het aangepaste CBBS zijn herbeoordeeld? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?

3

Antwoord 3
Zoals u uit het antwoord op vraag 2 kunt afleiden zie ik geen grondslag om het beginsel van formele rechtskracht te doorbereken en de situatie tussen degenen die volgens het oorspronkelijk en degenen die volgens het naar aanleiding van de voornoemde uitspraak van de CRvB aangepaste CBBS zijn beoordeeld gelijk te trekken.


4
Wilt u alle herbeoordelingen die niet volgens het aangepaste CBBS zijn gedaan door het UWV laten overdoen, voor in ieder geval de mensen die dat wensen, maar dan volgens het aangepaste systeem? Zo neen, waarom niet? Of is het beter om de herbeoordelingen stop te zetten en de reeds uitgevoerde herbeoordelingen ongedaan te maken?

Antwoord 4
Nee. Voor een motivering verwijs ik naar het antwoord op de vragen 2 en 3.


5
Wilt u deze vragen voor het Algemeen Overleg van 7 september a.s. beantwoorden?

Antwoord 5
Ja


1) Brief UWV Breda aan mevrouw X, 9 augustus 2005, kenmerk B&B 248.034.08 HK4
2) UWV 2e kwartaalverslag jl., 16 augustus jl.