De Nederlandse Bank


Speech directeur Brouwer tijdens seminar 'Alpha in the New Regulatory Environment'
Speech

Datum leeg 07/09/2005
Locatie leeg Seminar ´Alpha in the New Regulatory Environment´, georganiseerd door Goldman Sachs Asset Management Spreker leeg Drs. H. Brouwer, directeur van de Nederlandsche Bank

´Alpha in the New Regulatory Environment´, vrij vertaald: alpha en toezicht. Twee zaken die zich de laatste tijd beide in een warme belangstelling mogen verheugen. U heeft mij níet primair gevraagd om als asset manager alle aspecten van het ´alpha- beleggen´ te behandelen, maar wél om de relaties met het toezichtskader te belichten. Als centrale bank zal DNB in haar eigen beleggingen niet vooroplopen bij het nastreven van alpha, extra beleggingsrendementen die niet samenhangen met de markt.

Miljoenen mensen zijn voor hun inkomen deels afhankelijk van de soliditeit van het pensioensysteem. En dat aantal zal in de toekomst alleen maar toenemen. Volgens ramingen van het CBS zal de verhouding tussen 65-plussers en de potentiële beroepsbevolking de komende decennia ongeveer verdubbelen. Enfin, u bent ongetwijfeld bekend met de cijfers. Het behoeft geen betoog dat de vergrijzingsgolf een grote weerslag zal hebben op de maatschappij.

Een maatschappij die ook op andere fronten volop in beweging is. Zowel op technologisch terrein - we kunnen steeds geavanceerdere financiële producten en analyses maken - als in de maatschappelijke omgangsvormen
- er is een toenemende behoefte aan transparantie en ´accountability´
- zien we tendensen die het pensioenspeelveld beïnvloeden. En dat roept een paradox op, namelijk: `Verandering is noodzakelijk om hetzelfde te blijven.'

We hebben nu een goed pensioensysteem. Dat is zo goed geworden doordat het altijd antwoorden heeft gezocht op de actuele vragen van het moment. Deze antwoorden zijn nu echter de antwoorden op de vragen van gisteren. Om de toekomst van ons pensioenstelsel zeker te stellen, moeten we nadenken over de vragen van de toekomst. Er is behoefte aan nieuwe antwoorden.

Pensioenfondsen staan onder druk om de kosten van de oudedagsvoorzieningen zo laag mogelijk te houden. Eén van de gevolgen daarvan is dat er, bij de huidige lage rentes, een enorme ´search for yield´ op gang is gekomen. Ook de huidige focus op alpha lijkt een exponent van deze ontwikkeling. Maar is alpha wel het juiste antwoord op de vragen die de toekomst ons stelt?

FTK
U moet mij niet verkeerd begrijpen. Als toezichthouder is DNB er niet op uit om te vertellen of u al dan niet in alpha overlay producten moet beleggen. De beslissing om gebruik te maken van dergelijke strategieën is geheel aan u. DNB stelt wel een aantal voorwaarden aan het beleid; we toetsen of de soliditeit van het fonds niet in gevaar komt. Ik wil daarom graag even stilstaan bij de recente ontwikkelingen in onze toezichtregelgeving.

Bij een veranderende samenleving horen ook veranderende regels. Ieder van u heeft, in meer of mindere mate, te maken met het binnenkort in te voeren Financieel Toetsingskader, het FTK. Met de komst van het FTK ontstaat een integraal toezichtraamwerk, waarin zowel de actief als de passief zijde van de pensioenbalans op consistente wijze worden meegenomen. Het is daarmee een belangrijke stap voorwaarts voor de houdbaarheid van ons pensioenstelsel, waarmee Nederland voorop blijft lopen in de pensioenwereld.

FTK - Stok in het wiel?
Helaas wordt het FTK vaak aangewezen als ware het de oorzaak van veel problemen. Soms wordt de teneur gezet dat het FTK de dekkingsgraad onder druk zet, of dat het FTK pensioenfondsen dwingt de premies te verhogen. Het moge echter duidelijk zijn dat het FTK op zichzelf de risico´s slechts signaleert en niet veroorzaakt. Het maakt de risico´s zichtbaar en vraagt indien nodig om maatregelen.

De verslechterde positie van veel pensioenfondsen vindt zijn oorsprong in de jaren negentig. Allereerst werd eind jaren negentig op grote schaal overgegaan tot premieteruggaaf en het uitbreiden van rechten zonder dat daar, achteraf bezien, voldoende middelen tegenover stonden. Daarnaast werd de rente-mismatch tussen beleggingen en verplichtingen niet volledig zichtbaar in de ontwikkeling van de dekkingsgraad. En ten slotte ging de verschuiving van vastrentende waarden naar aandelen, die op zichzelf een verstandige ontwikkeling was, niet, of niet voldoende, gepaard met het opbouwen van op risico gebaseerde buffers.

Het is mijn indruk dat wanneer het FTK 15 jaar eerder zou zijn ingevoerd, we in de jaren negentig weliswaar een reductie zouden hebben gezien in de premielast, maar níet terecht zouden zijn gekomen in de situatie waarin we jarenlang miljarden minder premie hebben afgedragen dan de kostprijspremie, terwijl er niet altijd voldoende middelen waren voor geïndexeerde pensioenen. Het oude systeem fungeerde daardoor in de `booming' jaren negentig als een procyclische aanjager. Gelukkig bestaat er zoiets als voortschrijdend inzicht.

Ik zou willen benadrukken dat het succes van het FTK staat of valt met de reactie van de sector. Het is aan u, aan de pensioenfondsbestuurder en de sociale partners, om een passend antwoord te formuleren op de vragen die de maatschappelijke ontwikkelingen oproepen. Dat dit niet altijd even gemakkelijk is, besef ik ook. Het FTK helpt om de juiste vragen te stellen.

Kwaliteit
Recentelijk is er veel discussie over de invloed van pensioenpremies op de economische groei in Nederland. Tegenvallende consumentenbestedingen worden op het conto van de hoge pensioenpremies geschreven. Men stelt zich de vraag of de ´hoge´ veiligheidsnormen die door het FTK worden opgelegd niet verlaagd zouden moeten worden. Een lagere norm impliceert immers lagere kosten. De te hanteren wettelijke norm is een keuze die de politiek moet maken. Het moet echter ook een keuze zijn die de betrouwbaarheid van de pensioenen ten goede komt.

Betrouwbaarheid is een belangrijk aspect van de kwaliteit van een pensioen. Hoe zeker ben je dat gedane beloftes ook zullen worden nagekomen? De wetgever zal in de komende pensioenwet een zekerheidsnorm stellen van 97,5%. Ofwel, de kans dat een pensioenfonds binnen 12 maanden met een dekkingstekort te maken krijgt, mag niet groter zijn dan 1 op 40. Deze zekerheidsnorm betekent concreet dat de gemiddelde werknemer minstens één keer in zijn leven met onderdekking zal kunnen worden geconfronteerd. Er bestaat dan een gerede kans dat er gedurende enige tijd bijvoorbeeld geen sprake zal kunnen zijn van indexatie teneinde onderdekking te redresseren. De keuze voor een bepaalde zekerheidsnorm is dus geen vrijblijvende zaak. Minder lasten voor actieven vandaag door door lagere zekerheidsnormen impliceren (hoe dan ook) hogere lasten in de toekomst. Deelnemers voelen het direct in hun portemonnee.

Al met al is met de 97,5% een evenwichtige keuze gemaakt. Overigens blijft staan dat, gegeven de gestelde normen, in het feitelijk toezicht elk pensioenfonds steeds op eigen merites moet worden bezien. (Welke premieflexibiliteit, welke regeling, welke sponsor, etc.)

De bovenstaande kijk op de kwaliteit van het pensioenstelsel zouden we kunnen duiden als een ´objectieve´ benadering. Het is een cijfermatige analyse op basis van statistische grondslagen. Kwaliteit heeft echter ook een ´zachtere´ kant. Minstens zo belangrijk voor de betrouwbaarheid van een pensioenfonds zijn namelijk de ´subjectieve´ verwachtingen van de deelnemers.

Transparantie
Transparantie is daarom één van de kernwoorden van het FTK. De invoering van de indexatiematrix zorgt bijvoorbeeld voor heldere communicatie over de ambities van pensioenfondsen. Er moet een consistent geheel bestaan tussen gewekte verwachtingen, financiering en het feitelijk toekennen van de voorwaardelijk aanspraken. Een kwalitatief goede regeling maakt duidelijk wat een deelnemer mag verwachten voor zijn oude dag.

Prijs versus kwaliteit
Daarmee is het FTK een duidelijke sprong voorwaarts voor de kwaliteitsbewaking van het pensioenstelsel. Door risico´s expliciet te modelleren, zekerheid te kwantificeren en door realistische verwachtingen voor het voetlicht te brengen, draagt het FTK bij aan het behoud van een duurzaam Nederlands pensioengebouw. Die houdbaarheid van het stelsel is waar het ons uiteindelijk om te doen is. Maar houdbaarheid is niet kwaliteit alleen. Het is eerder een combinatie van twee elementen: kwaliteit én prijs. Uiteindelijk hangt er ook een prijskaartje aan het pensioenstelsel.

Kostprijs
Een paar eenvoudige berekeningen illustreren dat de kostprijs van een modaal, geïndexeerd middelloon pensioen al snel oploopt tot meerdere jaarsalarissen. Uitgaande van enkele vereenvoudigde aannames kunnen we laten zien dat voor een dergelijk pensioen een premie benodigd is tussen, ruim gezet, 10% tot 20% van het salaris. En hoe lager de pensioengerechtigde leeftijd, hoe hoger de kosten. Gaat iemand met 62 in plaats van met 65 jaar met pensioen, dan wordt een pensioen met eenzelfde uitkering snel de helft duurder.

Door te lage premies te heffen, wordt men voor het waarmaken van gedane toezeggingen voor een groot deel afhankelijk van risicovolle beleggingsrendementen. Als deze onverhoopt tegenvallen, moeten de gedane beloften worden verhaald op toekomstige generaties dan wel pensioenrechten worden aangetast. Geen van beide opties vormt een aantrekkelijk alternatief.

We moeten onder ogen zien dat kosten niet kunnen worden ´verdonkeremaand´ en dat de rekening niet ongespecificeerd kan worden doorgeschoven naar de toekomst. Een goed pensioen kost geld. Laten we eens de vergelijking maken met de auto-industrie. In de autobranche spreekt het voor zich dat er een duidelijke relatie bestaat tussen de prijs en kwaliteit van een product. Het zal niemand verbazen dat je voor de prijs van een tweedehands golfje niet kunt rijden in een snelle, nieuwe - u raadt het al - Alfa - u ziet, ik beperk me vanmiddag niet alleen tot de ´regulatory environment´. Maar als het pensioenen betreft, lijkt men zich veel minder bewust van een prijs-kwaliteitverhouding. Iedereen wil graag - en op zich terecht - een zo laag mogelijke pensioenpremie afdragen. En niemand kijkt raar op van langdurige premiekortingen of zelfs -vrijstellingen. Maar dan moet men ook de keerzijde van de medaille accepteren. Het is niet realistisch om te rekenen op een geïndexeerde, betrouwbare oudedagsvoorziening zonder de bijbehorende rekening op te pakken.

We hoeven overigens niet ver van huis om voorbeelden te vinden hoe het niet moet. In het Verenigd Koninkrijk hebben pensioenfondsen te maken met dusdanig grote dekkingstekorten dat het de financiering van DB regelingen in gevaar brengt. Toekomstige generaties passen ervoor de rekening te betalen van in het verleden ontstane tekorten. Ook in de Verenigde Staten zijn dekkingstekorten aan de orde van de dag. Er zijn daar legio voorbeelden van afgestempelde pensioenrechten.

In het bijzonder de auto-industrie kampt met reusachtige tekorten. Volgens topman Rick Wagoner van General Motors vloeit van iedere verkochte auto circa 1500 dollar in de pensioenkas om aan de verplichtingen tegenover de gepensioneerden tegemoet te komen.

Hoewel ook bij ons de afgelopen tijd het woord ´crisis´ menig maal is gevallen - naar mijn mening wat te véél - mogen we ons op de borst kloppen met ons pensioenstelsel. Door een flexibele mix van terugkeer naar kostendekkende premies, her en der bijstorten en versobering van rechten, liggen we weer behoorlijk op koers.

Beleggingsmix
Om onze pensioenen betaalbaar te houden moeten fondsbestuurders fundamentele keuzes maken bij het samenstellen van de beleggingsmix. Wat doe ik zelf en wat koop ik in? In het krachtenveld tussen kostprijs en kwaliteit wordt men nadrukkelijk gedwongen tot een afweging van kosten en baten. Deze harde werkelijkheid maakt het leven er niet makkelijker op, maar is niet per se een stap terug.

De mate waarin pensioenfondsen succesvol zijn in het maken van bovenstaande afweging, bepaalt voor een belangrijk deel de uiteindelijke prijs-kwaliteitverhouding van het pensioen. Daarbij bestaat er niet zoiets als een standaard optimale beleggingsmix. Een rijp fonds met veel inactieven zal waarschijnlijk minder risicovol beleggen dan een jong fonds met veel ´human capital´. Bij het vaststellen van het beleggingsbeleid kan men niet om het karakter van het fonds heen. Het is van cruciaal belang dat potentiële risico´s worden onderkend en dat de gekozen beleggingsportefeuille past bij de toekomstige verplichtingen.

Het grote maatschappelijke belang van pensioenfondsen en het behoudende risicoprofiel van de deelnemers vragen om zorgvuldig bestuur, waarbij het optimaliseren van het rendement wordt gecombineerd met risicospreiding. Voordat je je op het behalen van outperformance richt, moet je je concentreren op de vraag welke beleggingsmix past bij de structuur van de verplichtingen. Matching moet centraal staan!

Alpha
Ook nieuwe beleggingsvormen, zoals alpha producten, verdienen het om vanuit de optiek van matching te worden bekeken. De vraag is of alpha functioneert als een bron van diversificatie en matching van risico´s, of slechts als een potentiële bron van extra rendement.

Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen het gebruik van overlay strategieën enerzijds en het genereren van alpha anderzijds. Een overlay strategie maakt het mogelijk om heel precies een bepaalde exposure aan een portefeuille toe te voegen. Daardoor wordt het mogelijk om het risicoprofiel van een beleggingsportefeuille beter te sturen. Een goed voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld een long duration overlay, waarmee de duration van de beleggingen wordt verlengd en het renterisico wordt teruggebracht. Vanmiddag hebben we hier een aantal voorbeelden van gezien.

Veel overlay producten richten zich echter ook op het toevoegen van een extra rendement, de alpha. Door actief management streeft men ernaar om met deze producten op langere termijn de markt te verslaan. Ik kan me voorstellen dat dit hogere rendement een aantrekkelijk vooruitzicht is, zeker nu de voorziene rendementen op traditionele beleggingen niet meer tot in de hemel reiken. Maar hoe realistisch is het om erop te rekenen dat je structureel een hoger rendement behaalt dan de markt?

Misschien heeft Johan Cruijff gelijk als hij zegt: "Je kunt beter ten onder gaan met je eigen visie, dan met die van een ander." Toch vrees ik dat de gemiddelde pensioengerechtigde daar weinig voor koopt. Het verslaan van de markt staat haaks op de efficiënte markthypothese en is bepaald geen sinecure.

Maar zelfs al zouden sommigen in staat zijn de markt te verslaan, dan nog is het de vraag of dat de heilige graal is voor het pensioenstelsel als geheel. Ongenuanceerd uitgedrukt lijkt een groot deel van de alpha strategieën op een ´zero sum game´. Wat de één verdient is het verlies voor de ander. Het is per definitie onmogelijk dat iedereen het beter doet dan het marktgemiddelde. Uiteindelijk betreft het slechts een herverdeling van beleggingsopbrengsten en is het gewoon stuivertje wisselen. De welvaartswinst op geaggregeerd niveau is gering. De fundamentele kosten van de vergrijzing kan je er niet van betalen.

Maar goed, daarmee wil ik níet concluderen dat actief management geen toegevoegde waarde kan hebben. De kernvraag die steeds gesteld moet worden is of een alpha product voldoende aansluit bij de eigenschappen van een fonds. Het kan een zeer verstandige investering zijn. Vroeger keken we alleen naar rendement, tegenwoordig naar de combinatie van rendement, risico én hun relatie tot de verplichtingen. We moeten er voor waken om bij alpha producten niet weer in die oude val te trappen.

Het is niet verstandig en niet realistisch om alle hoop op de generatie van alpha rendementen te vestigen. De zoektocht naar een onzekere alpha brengt niet het antwoord op de fundamentele ontwikkelingen die de vergrijzing met zich meebrengt.

Conclusie
En daarmee komen we terug bij het begin van mijn verhaal. We hebben helaas nog steeds geen sluitende respons op de vragen van de toekomst; alpha is slechts één letter van het antwoord. Maar we zijn wel druk doende met de noodzakelijke veranderingen. De wereld van pensioenen is in beweging. U merkt de gevolgen daarvan in uw dagelijks werk. En DNB draagt zijn steentje bij met de invoering van het FTK. Er wordt dus hard gewerkt om de fundamenten onder het toekomstige pensioenstelsel te verstevigen. Nieuwe producten bieden nieuwe oplossingen. Maar dat neemt niet weg dat voor een goed pensioen gewoon moet worden betaald.

[s?root.de_kennisBank.Nieuws__persberichten___speeches.DNB.Speeches_20 05.Speech_directeur_Brouwer_tijdens_seminar_'Alpha_in_the_New_Regulato ry_Environment'] leeg