Gerechtelijke organisatie

Uitspraken in zaken proefprocessenfonds Clara Wichmann e.a. tegen de Staat en de SGP

Den Haag, 7 september 2005 - De rechtbank âs-Gravenhage heeft vandaag uitspraak gedaan in de procedures die de Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichmann e.a. hadden aangespannen tegen de Staat en de SGP.

Procedure Clara Wichmann e.a. tegen de Staat

In de procedure tegen de Staat hebben Clara Wichmann e.a. gesteld dat zij opkomen voor het algemeen belang van iedere burger in Nederland dat er niet gediscrimineerd wordt (op grond van geslacht). Zij hebben aangevoerd dat de Staat handelt in strijd met het Vrouwenverdrag en andere internationale verdragen omdat hij niets heeft ondernomen tegen de SGP die vrouwen (sinds de statutenwijziging in 1997) uitsluit van het gewoon partijlidmaatschap. Het gevolg hiervan is dat (SGP-) vrouwen niet gekozen kunnen worden in gemeenteraden, provinciale staten en de Staten-Generaal en deze vrouwen zo uitgesloten worden van het passieve kiesrecht. Onder meer hebben Clara Wichmann e.a. gevorderd dat voor recht wordt verklaard dat de Staat aldus onrechtmatig handelt, alsmede dat de Staat bevolen wordt maatregelen te nemen om deze situatie op te heffen.

De Staat heeft hiertegen aangevoerd dat Clara Wichmann e.a. niet-ontvankelijk zijn in hun vordering omdat deze vordering alleen in het belang was van vrouwen die lid wilden worden van de SGP en deze SGP-vrouwen de rechtzaak niet ondersteunden.
Verder heeft de Staat aangevoerd dat er op grond van verdragen geen verplichting voor de Staat bestond om in te grijpen, mede gezien het recht van vrijheid van vereniging en vrijheid van godsdienst.

De rechtbank heeft Clara Wichmann e.a. ontvankelijk verklaard in hun vordering. Zij heeft daarbij overwogen dat Clara Wichmann e.a. kunnen opkomen voor het algemeen belang om (in Nederland) niet gediscrimineerd te kunnen worden op grond van geslacht, in het bijzonder niet door politieke partijen.
Ten aanzien van de vorderingen zelf heeft de rechtbank Clara Wichmann e.a. in het gelijk gesteld. Naar het oordeel van de rechtbank is de Staat op grond van het Vrouwenverdrag, dat eind jaren â80 door de Nederlandse regering is geratificeerd en daarmee werking heeft in Nederland, verplicht om passende maatregelen te nemen om discriminatie van vrouwen in het politieke en openbare leven uit te bannen. De Staat is zijn verplichtingen uit dit verdrag niet nagekomen, aldus de rechtbank, omdat hij niet alleen niets heeft ondernomen om aan de discriminatie van vrouwen door de SGP een einde te maken, maar zelfs de SGP ondersteunt door middel van het verlenen van subsidie.

De rechtbank heeft daarom voor recht verklaard dat de Staat handelt in strijd met artikel 7 sub a en sub c Vrouwenverdrag en daarmee onrechtmatig jegens Clara Wichmann e.a. en zij heeft de Staat opgedragen geen subsidie meer aan de SGP toe te kennen, zolang deze partij vrouwen niet op gelijke voet met mannen toelaat tot het lidmaatschap van de partij. Deze laatste beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Procedure Clara Wichmann e.a. tegen de SGP

In de procedure tegen de SGP heeft de rechtbank overwogen dat de vordering van Clara Wichmann e.a. in feite neerkwam op een veroordeling van de SGP om vrouwen net zoals mannen toe te laten tot het gewoon lidmaatschap van de partij. Daarvoor is wijziging van de statuten van de SGP nodig. Naar het oordeel van de rechtbank gaat het hierbij echter niet om een algemeen belang â waarvoor Clara Wichmann e.a. kunnen opkomen â maar om een belang dat alleen SGP-vrouwen aangaat. Bij deze procedure waren echter geen SGP-vrouwen betrokken. Die hadden de voorkeur uitgesproken de discussie binnen de SGP te voeren. Gelet hierop heeft de rechtbank Clara Wichmann e.a. niet ontvankelijk geoordeeld in hun vordering tegen de SGP. Omdat de vordering al hierop strandde, heeft de rechtbank in deze procedure geen inhoudelijk oordeel gegeven over de standpunten over en weer.

Voor nadere informatie over dit persbericht kunt u contact opnemen met de afdeling voorlichting van de rechtbank âs-Gravenhage, tel. (070) 381 1943.

LJ Nummers

AU2088
AU2091

Bron: Rechtbank 's-Gravenhage Datum actualiteit: 7 september 2005 Naar boven