088 - Nieuwe techniek beperkt risico vaatoperatie
Datum: 23 augustus 2005
Een nieuwe techniek voor operaties aan verwijde buikslagaders geeft
veel minder risico op overlijden. Volgens de nieuwe methode wordt via
de lies geopereerd en niet meer via de buik van de patiënt. In minder
dan één procent van de gevallen sterft de patiënt tijdens of kort na
de operatie. Het sterftecijfer bij de klassieke methode is ongeveer
vijf keer hoger. Dit blijkt uit onderzoek van vaatchirurg
EricVerhoeven van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).
Verhoeven promoveert op 7 september aan de Rijksuniversiteit
Groningen.
Een operatie aan een verwijde buikslagader (aneurysma van de
abdominale aorta oftewel AAA) komt in Nederland ongeveer 2500 keer per
jaar voor. De zieke slagader wordt hierbij vervangen door een
kunststofprothese. Deze ingreep is noodzakelijk om te voorkomen dat de
buikslagader springt, waardoor levensgevaarlijke bloedingen ontstaan.
Begin jaren '90 ontstond de nieuwe operatietechniek via de lies. Sinds
1996 wordt de techniek ook in het UMCG toegepast. Hierbij wordt via de
lies een 'binnenband' aangebracht in de zieke slagader om deze te
verstevigen. Belangrijk bijkomend voordeel van de nieuwe techniek voor
patiënten is dat er niet een groot litteken op de buik ontstaat. De
vaatoperatie via de lies kan echter niet bij iedere patiënt uitgevoerd
worden; dit is afhankelijk van de toegankelijkheid via de liesvaten en
de omvang van het AAA.
Meer mensen te behandelen
Door de nieuwe operatietechniek kunnen meer mensen in aanmerking komen
voor een behandeling, concludeert Verhoeven. Hij onderzocht eveneens
of de nieuwe techniek is toe te passen bij acute bloedingen. `De
resultaten van de toepassing van de endovasculaire techniek bij een
acute AAA zijn veelbelovend. De mortaliteit ligt ook hier aanmerkelijk
lager dan bij de open operatie'. Uit het onderzoek blijkt verder dat
door de evolutie van de ingebrachte protheses een nieuwe groep
patiënten behandeld kan worden. Recent zijn namelijk protheses
ontwikkeld met zijtakken of met `zij-ingangen'. Deze zorgen ervoor dat
de bloedtoevoer naar vitale organen als de nieren gegarandeerd blijft.
Met deze nieuwe protheses kunnen nu mensen via de lies behandeld
worden, die anders niet in aanmerking kwamen voor een behandeling met
de nieuwe techniek. Ook bij de nieuwe techniek zijn complicaties
mogelijk, maar door de snelle ontwikkeling van de protheses lijkt dit
aantal geleidelijk af te nemen.
Lokale verdoving
Verhoeven onderzocht ook de mogelijkheid om de nieuwe operatietechniek
onder lokale verdoving toe te passen. In het UMCG wordt meer dan
negentig procent van de patiënten niet meer in slaap gebracht of met
een ruggenprik verdoofd. Opereren onder lokale verdoving blijkt goed
mogelijk. Dit is voor de veelal wat oudere patiënten een duidelijk
voordeel. Bij zeer zware patiënten of bij te zenuwachtige patiënten is
lokale verdoving niet goed toe te passen.
Curriculum vitae
Drs. E.L.G. Verhoeven (Arlon, België, 1960) deed zijn onderzoek bij de
afdeling Heelkunde van de disciplinegroep Chirurgie van het
Universitair Medisch Centrum Groningen. Verhoeven promoveert tot
doctor in de Medische Wetenschappen bij prof. dr. R. van Schilfgaarde
en prof. dr. J.D. Blankensteijn. De titel van zijn proefschrift luidt:
`Endovascular aneurysm repair. Results and exploration of new
frontiers'.
Noot voor de pers
Meer informatie: Joost Wessels, bureau Voorlichting Universitair
Medisch Centrum Groningen. Tel.: (050) 361 4464/ 2200, e-mail:
j.r.l.wessels@bvl.umcg.nl.
Rijksuniversiteit Groningen