D66

Wie een moord pleegt, gaat achttien jaar later niet meer automatisch vrijuit. De Eerste Kamer heeft ingestemd met een initiatiefwet van de kamerleden Dittrich (D66) en Van Haersma Buma (CDA). Daarin wordt de verjaringstermijn voor moord en andere misdrijven waar levenslang op staat afschaft. Volgens de kamerleden doet de verjaring van dergelijke ernstige misdrijven het rechtsgevoel tekort; afschaffing versterkt de positie van slachtoffers en nabestaanden in het strafrecht.

Dittrich: `Eind negentiende eeuw is de verjaringstermijn in de wet opgenomen. Men ging er toen vanuit dat een moordzaak na achttien jaar nooit meer opgehelderd zou worden. Getuigenverklaringen vormden in die tijd het belangrijkste bewijs en de wetgever vond, terecht overigens, dat herinnering van getuigen na achttien jaar niet langer betrouwbaar zouden zijn. Dat is nu echt anders, dankzij nieuwe opsporingstechnieken en bijvoorbeeld het gebruik van DNA-materiaal in de bewijsvoering'.

Vierde initiatiefwet van Dittrich

Met de aanname van het initiatiefvoorstel "opheffing verjaringstermijn bij zeer ernstige delicten" heeft Boris Dittrich meer eigen initiatiefwetten op zijn naam staan dan enig ander kamerlid in de parlementaire geschiedenis. Naast het voorstel om de vaste boekenprijs in de wet te verankeren betreft het nog twee wetten die de positie van slachtoffers versterken: de strafbaarstelling van stalking en het speekrecht voor slachtoffers in de rechtszaal zijn beide dankzij initiatiefwetten van Dittrich tot stand gekomen.

De nieuwe wet zal naar verwachting dit najaar al intreden. 6-9-2005 18:09