India
Drie is te veel: de EU, India en de doodstraf
Door Bikram Jeet Batra - advocaat in New Dehli en onderzoeker
In augustus 2004 voerde India haar eerste executie uit na een de facto
moratorium op het voltrekken van vonnissen van meer dan zes jaar.
Hoewel een groot aantal mensen in India jaarlijks ter dood wordt
veroordeeld, zijn de laatste decennia maar zelden executies uitgevoerd
het exacte aantal is niet publiekelijk bekend. Campagnes voor
afschaffing van de doodstraf zijn er maar sporadisch. Ze duiken
slechts vlak voor een executie op en nadat een bepaalde zaak is
afgerond, verliezen ze snel de aandacht.
In een dergelijk klimaat heeft de anti-doodstraf campagne in India
alle steun nodig die het kan krijgen; met name van jurisdicties waar
de afschaffing van de doodstraf niet heeft geleid tot groeiende
misdaadcijfers. De Europese Unie is met haar duidelijke positie inzake
de doodstraf in derde landen en haar streven naar een wereldwijde
afschaffing, een natuurlijke bondgenoot van de anti-doodstraf campagne
in India. Desalniettemin menen critici dat de EU niet genoeg doet om
de druk op de Indiase regering op dit cruciale onderwerp op te voeren.
Hoewel de EU de kwestie op verschillende internationale fora naar
voren heeft gebracht en zelfs voor de laatste executie in augustus
2004 een demarche heeft uitgevoerd, deinst zij terug voor bilaterale
gesprekken met de Indiase regering over de doodstraf. De komende
EU-India top in september 2005 biedt de EU de mogelijkheid -met het
Verenigd Koninkrijk (VK) als voorzitter - het punt ter discussie te
stellen en aan te dringen op afschaffing.
De timing kan daarnaast niet beter. Vandaag de dag hebben 120 landen
de doodstraf bij wet of in de praktijk afgeschaft en in de laatste
tien jaar was er een gemiddelde van drie landen per jaar die de
doodstraf hebben afgeschaft. De afgelopen maanden verscheen een aantal
berichten in diverse media waarin anonieme bronnen van het Indiase
ministerie van Binnenlandse Zaken werden geciteerd. Die meldden dat er
een wet in de maak is die de doodstraf zou moeten afschaffen. Ze gaven
echter geen indicatie van een tijdsschema. De verschillende lekken
suggereren dat er een groep is binnen de regering die afschaffing
voorstaat en nu test hoe de vlag erbij staat. Met de afschaffing van
de doodstraf als voornaamste doel, moet de EU niet alleen blijven
ijveren voor wetgevende maatregelen, maar India ook stimuleren om toe
te treden tot het Tweede Optionele Protocol bij het Internationaal
Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten. Zo kan India haar
intentie aan de internationale gemeente verklaren om de doodstraf af
te schaffen.
De EU kan ook aandacht vragen voor een aantal gerelateerde
onderwerpen. Hoewel de laatste executie in India werd uitgevoerd onder
uitvoerige aandacht van de media, is er weinig bekend over voorgaande
executies. Het gebruik van de doodstraf in India blijft gehuld in
stilzwijgen en mysterie. Ook hier is de richtlijn van het het beleid
van de EU ten aanzien van derde landen inzake de doodstraf,
buitengewoon duidelijk: 'Als het gebruik blijft gehandhaafd, zal de EU
benadrukken dat staten () maximale transparantie over het gebruik
zouden moeten geven.'
De EU kan de media-aandacht rond de komende top gebruiken om de
paradox te benadrukken die de grootste democratie in de wereld haar in
het verleden uitgevoerde executies geheim houdt. De druk van de EU zou
ervoor kunnen zorgen dat de dringend benodigde informatie over een
aantal personen in de dodencel vrijkomt. Dit aantal blijft groeien,
omdat de rechterlijke macht steeds meer mensen ter dood veroordeeld.
Berichten in de media suggereren dat er 1140 Indiërs wachten op hun
executie. Er zou meer bekend moeten zijn over hun situatie, in het
bijzonder over hun toegang tot rechterlijke bijstand, de kwaliteit van
het bewijs in hun rechtszaak en -cruciaal -, hoe lang zij in de
dodencel moeten verblijven.
Dit zijn geen makkelijke onderwerpen om te bespreken met een Indiase
regering die behoedzaam is voor bemoeienissen in binnenlandse
aangelegenheden. Maar er is geen beter moment voor de EU en het VK om
de groeiende internationale consensus tegen de doodstraf naar voren te
halen en te verzekeren dat voor de doodstraf geen plaats is in een
land dat een grotere en meer permanente rol wil spelen in de
internationale gemeenschap.